Cholera: Bacteriële infectieziekte met braken en diarree
Cholera is een besmettelijke infectie van de dunne darm, veroorzaakt door de bacterie “Vibrio cholerae”. Hevig braken en diarree zijn de voornaamste symptomen van deze bacteriële infectie. De ziekte treedt vooral op in gebieden waar geen goede basishygiëne aanwezig is. Cholera verspreidt zich zeer snel en ook de symptomen presenteren zich acuut. Een behandeling via zout- en vochttoediening is voorhanden, maar bij ernstige uitdroging kan een patiënt mogelijk overlijden.
Epidemiologie
Cholera komt voor in Afrika, Azië, India, Mexico en Zuid- en Midden-Amerika. Vooral plaatsen waar geen basisinfrastructuur aanwezig is en waar het dicht bevolkt is, zijn getroffen. Dit gaat dan om bijvoorbeeld sloppenwijken, oorlogsgebieden, vluchtelingenkampen, enzovoort, waar goede waterzuivering ontbreekt. De jaarlijkse incidentie bedraagt 1,4 tot 4,3 miljoen patiënten. Zowel kinderen als volwassenen zijn getroffen, maar kinderen ontwikkelen vaker symptomen, met uitzondering van
baby’s die
borstvoeding krijgen. Zij zijn namelijk minder of niet blootgesteld aan het besmette water of voedsel. Wonen in of reizen naar gebieden waar cholera aanwezig is, verhoogt tot slot het risico op het ontwikkelen van de infectieziekte. Informatie over de seksuele voorkeur is niet gevonden in de geraadpleegde literatuur.
Oorzaken
De bacterie
“Vibrio cholerae” veroorzaakt cholera. Deze bacteriën produceren een toxine waardoor een verhoogde hoeveelheid water vrijkomt uit darm bekledende cellen. Door de toename van het water, produceert de patiënt
ernstige diarree. Wanneer de met cholerabacterie besmette ontlasting van zieke en herstellende patiënten terechtkomt in water en/of voedsel, is de bacterie in staat om zich te verspreiden.
Risicofactoren
De risicofactoren voor cholera zijn onder andere:
- gebieden zonder toegang tot schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen
- bevolkingsgroepen met beperkte toegang tot gezondheidszorg
- mensen die reizen naar gebieden waar cholera endemisch is
- mensen met een verzwakt immuunsysteem
- personen met slechte hygiënische gewoonten
Symptomen
Ongeveer 80% van de patiënten die besmet zijn met de cholerabacterie vertoont geen symptomen. De bacteriën blijven echter één tot maximaal tien dagen in de ontlasting aanwezig, en op deze manier is de asymptomatische patiënt toch nog in staat om iemand anders te besmetten.
De symptomen van cholera zijn zeer uitgebreid en variëren van mild tot ernstig. 80% van de patiënten heeft lichte tot matige symptomen, terwijl ongeveer 20% van de patiënten ernstige symptomen heeft. De symptomen treden acuut op, namelijk na twee uur tot vijf dagen na besmetting met de bacterie. Gastro-intestinale symptomen zijn onder meer
misselijkheid,
braken,
buikkrampen en (overvloedige) waterige
diarree die ruikt naar vis. Door een snelle uitdroging (
medische term is "
dehydratie") ontstaan tal van acute verschijnselen, zoals droge slijmvliezen of een droge mond (
xerostomie), een
droge huid, een lage urineproductie, overmatige dorst, geen traanproductie en glazige of
ingevallen ogen (diep liggende ogen). Andere symptomen omvatten
tachycardie (een snelle pols/hartslag),
ingezonken fontanellen (bij de geboorte nog niet verbeende plekken van de schedel) bij zuigelingen, ongebruikelijke slaperigheid of
vermoeidheid.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen die onmiddellijke medische aandacht vereisen zijn onder andere:
- extreme uitdroging met droge slijmvliezen, diepe ademhaling en lage bloeddruk
- ernstige of oncontroleerbare diarree en braken
- verslechtering van de algehele conditie van de patiënt
- bloederige diarree of ontlasting met slijm
- ontwikkeling van symptomen die wijzen op een ernstige complicatie zoals shock
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. Hierbij is een anamnese, een grondig vraaggesprek, onontbeerlijk. Hij merkt tevens de zichtbare symptomen op bij de patiënt.
Diagnostisch onderzoek
Een volledig
bloedonderzoek en een
ontlastingscultuur met gramkleuring zijn nodig om de diagnose van cholera te bevestigen.
Differentiële diagnose
De arts verwart cholera vaak met de volgende aandoeningen: amoebendysenterie,
strongyloides,
giardiasis (infectie van de dunne darm met diarree en buikkrampen),
voedselvergiftiging (diarree door inname van besmet voedsel),
Escherichia coli-infecties,
gastro-enteritis (
maagdarminfectie) en het
rotavirus (diarree, braken en uitdroging bij kinderen).
Behandeling
Vocht en zout vervangen (rehydratie) is belangrijk bij de behandeling, al is dit niet eenvoudig bij zeer snelle en extreme diarree en vochtverlies. Orale of intraveneuze vochttoediening helpen de patiënt hierbij. Voorts verkorten
antibiotica de ziektetijd, maar de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization = WHO) raadt dit eerder af omdat het bijdraagt aan microbiële resistentie. De WHO / Unicef en ORS leveren een standaardoplossing (infuuszakje) als behandeling van cholera.
Prognose
De prognose van cholera hangt af van de ernst en uitgebreidheid van de symptomen en de algemene conditie van de patiënt. De meeste patiënten (80%) herstellen volledig bij voldoende vochttoediening. Ernstige uitdroging is echter mogelijk fataal. Jaarlijks komen wereldwijd naar schatting 28.000-142.000 patiënten te overlijden aan cholera. De dood volgt in sommige gevallen al zeer snel (enkele uren) na besmetting als de patiënt onbehandeld blijft. De mortaliteit is tot slot hoger bij zwangere vrouwen en kinderen.
Complicaties
Mogelijke complicaties van cholera zijn onder andere:
- ernstige uitdroging
- nierenfalen
- hartproblemen
- shock
- elektrolytstoornissen
- bacteriële infecties van andere organen
Preventie
Mensen die naar landen reizen waar cholera actief is, moeten goede hygiëne hanteren en voorzichtig zijn met voedsel en water, zelfs wanneer ze zijn ingeënt. Vaccinatie is namelijk niet erg effectief bij cholera-uitbraken. Zuiver drinkwater, zuiver voedsel en nette sanitaire voorzieningen zijn tot slot belangrijk voor het voorkomen van cholera.
Lees verder