Escherichia coli (E. coli): Bacteriële infectie
Escherichia coli (E. coli, poepbacterie) is een veel voorkomende bacterie in de darm. In de meeste gevallen veroorzaakt de bacterie geen problemen omdat deze deel uitmaakt van de natuurlijke flora van de menselijke darm. Maar sommige bacteriestammen veroorzaken wel klachten, waaronder diarree, buikpijn, koorts en soms braken. E. coli O157:H7 is een bacteriestam die het toxine ‘Shiga’ produceert. Dit is een erg krachtige gifstof die in staat is om een darminfectie te veroorzaken. Andere bacteriestammen veroorzaken andere problemen. Bij gevoelige patiënten leiden bepaalde soorten E. coli-infecties tot nierfalen Het volgen van hygiëneregels vermindert de kans op de verspreiding van de infectie.
Epidemiologie
Escherichia coli (E. coli) is wereldwijd een veelvoorkomende bacterie die deel uitmaakt van de normale darmflora van mens en dier. In de meeste gevallen veroorzaakt E. coli geen problemen, maar bepaalde stammen kunnen ernstige infecties veroorzaken. Jaarlijks worden er wereldwijd miljoenen gevallen van E. coli-infecties geregistreerd, waarbij vooral kinderen, ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem kwetsbaar zijn. E. coli is ook een van de belangrijkste oorzaken van reizigersdiarree, vooral in ontwikkelingslanden waar de sanitaire voorzieningen beperkt zijn.
Oorzaken van E. coli-infectie
De meeste stammen van
E. coli zijn onschadelijk, maar circa tweehonderd bacteriestammen die 0157:H7 bevatten, produceren de toxine Shiga waardoor patiënten ziek worden. Dit toxine beschadigt de bekleding van de dunne darm. De verspreiding
van de infectie verloopt via diverse wegen.
Besmet voedsel inslikken
Mogelijke bronnen van besmette voeding zijn onder andere onvoldoende verhit gemalen rundvlees, niet-gepasteuriseerde melk of kaas, alfalfaspruiten of rauwe groenten. Geïnfecteerde patiënten die in restaurants werken en hun
handen niet goed wassen nadat ze naar het toilet zijn geweest, zijn soms ook een bron van verspreiding.
Besmet water inslikken
Sommige uitbraken van
E. coli zijn veroorzaakt door vervuilde watervoorzieningen. Jacuzzi’s, meren en zwembaden zijn potentiële infectiebronnen. Wanneer mensen reizen naar plaatsen waar het water onbehandeld is, gebruiken ze best geen kraanwater voor het wassen van groenten of het drinken van water.
Bacteriën verspreiden zich gemakkelijk op (kinder)boerderijen en dierententoonstellingen.
Een slechte handhygiëne werkt de verspreiding van infecties in de hand.
Patiënten die bepaalde medicijnen nemen, lopen een hoger risico op een infectie met
E. coli /
Bron: Stevepb, PixabayRisicofactoren van bacteriële infectie
Sommige patiënten hebben meer kans om een
E. coli-infectie op te lopen. Patiënten met een
verzwakt immuunsysteem lopen de ziekte sneller op, en zijn bovendien meer vatbaar voor complicaties. Patiënten met een zwak afweersysteem zijn patiënten met
aids, patiënten die
immunosuppressiva (medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken) nemen en patiënten die
chemotherapie krijgen. Patiënten met lage maagzuurspiegels (door medicatie of een maagoperatie) lopen eveneens meer kans op het krijgen van de infectie. Tot slot zijn jonge kinderen en ouderen sneller getroffen door de ziekte en ook krijgen ze sneller te maken met complicaties.
Symptomen
Darminfectie
Soorten pathogenen
E. coli bestaat uit een diverse bacteriegroepen. Zes bekende
E. coli-typen zijn geassocieerd met diarree:
- Shiga-toxine producerende E. coli (STEC): STEC is soms ook aangeduid als Verocytotoxine producerende E. coli (VTEC) of Enterohemorragische E. coli (EHEC). Dit pathotype is het meest bekend
- Enterotoxigene E. coli (ETEC)
- Enteropathogene E. coli (EPEC)
- Enteroaggregatieve E. coli (EAEC)
- Entero-E. coli (EIEC)
- Diffuus aanhankelijke E. coli (DAEC)
Tekenen
De incubatieperiode (tijd tussen het oplopen van de bacteriële infectie en het tot uiting komen van de symptomen) bedraagt gemiddeld drie tot vier dagen bij een infectie met
E. coli 0157. Het bereik is echter variabel (van 24 uur tot tien dagen.
Sommige patiënten kampen niet met klachten, maar ze zijn dan wel in staat om de infectie te verspreiden. Bij symptomatische patiënten komen mogelijk volgende tekenen tot stand:
Andere infecties
E. coli-bacteriën zijn een veelvoorkomende oorzaak van urineweginfecties, bijvoorbeeld
cystitis (blaasontsteking met
plasproblemen en
urineafwijkingen). De uitgang van de urinewegen bevindt zich in de buurt van de anus, en de bacteriën verspreiden zich soms van het maagdarmkanaal naar de urinewegen. Het is verstandig om de billen van voor naar achter te vegen om het risico op een bacteriële urineweginfectie te verkleinen. Sommige
E. coli-bacteriën veroorzaken bovendien
luchtwegaandoeningen, een
longontsteking,
meningitis (hersenvliesontsteking met
hoofdpijn en een
stijve nek) en andere ziekten.
Alarmsymptomen
De symptomen van een E. coli-infectie kunnen variëren van milde diarree tot ernstige krampende buikpijn, bloederige diarree en koorts. In sommige gevallen kan de infectie leiden tot het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS), een ernstige complicatie die nierfalen kan veroorzaken. Alarmsymptomen zijn onder andere hevige buikpijn, bloederige diarree, aanhoudend braken, koorts en tekenen van uitdroging, zoals een droge mond, verminderde urinelozing en duizeligheid.
Diagnose en onderzoeken
De arts bevraagt de patiënt over de aanwezige tekenen en identificeert dan ook de symptomen. Een ontlastingsmonster is nodig wat dan naar een laboratorium gaat voor verdere analyse. De patiënt moet het ontlastingsmonster binnen 48 uur na het begin van de bloederige diarree binnenbrengen bij de arts.
Behandeling van darminfectie
Voor
E. coli O157:H7 bestaat geen geschikte behandeling (oktober 2020). De infectie verdwijnt bij de meeste patiënten vanzelf.
Antibiotica zijn niet aanbevolen, omdat ze het risico op het hemoytisch-uremisch syndroom verhogen. Voldoende rust en veel
water drinken zijn nodig om uitdroging te voorkomen. Vrij verkrijgbare medicijnen voor de behandeling van diarree zijn evenmin aanbevolen, omdat ze het spijsverteringsstelsel vertragen, waardoor het lichaam niet goed in staat is om de toxines efficiënt te elimineren.
Prognose
De meeste mensen met een E. coli-infectie herstellen binnen een paar dagen tot een week zonder ernstige gevolgen. Echter, bij kwetsbare groepen zoals jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem kan de infectie ernstiger verlopen en leiden tot complicaties zoals uitdroging of nierfalen. De prognose is over het algemeen goed als de infectie tijdig wordt behandeld en er geen complicaties optreden.
Complicaties: Hemolytisch-uremisch syndroom
De meeste patiënten herstellen binnen een week volledig van de darminfectie of urineweginfectie. Ongeveer tien procent van de patiënten (meestal jonge kinderen of ouderen) ontwikkelt echter het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS). Het hemolytisch-uremisch syndroom kenmerkt zich door hemolyse (afbraak) van rode bloedcellen. Dit resulteert in
bloedarmoede, een laag aantal bloedplaatjes (
trombocytopenie) en
nierfalen. Bloedplaatjes (deze bloedcellen zorgen voor de bloedstolling) klonteren samen in de kleine bloedvaten van de nieren, wat resulteert in een verminderde doorbloeding, waardoor de patiënt uiteindelijk kampt met nierfalen. Een verminderd aantal bloedplaatjes verhoogt bovendien het risico op bloedingsproblemen. Patiënten met deze stolsels ontwikkelen soms
neurologische complicaties zoals
epileptische aanvallen,
verlamming, een zwelling van de
hersenen en
coma. Ongeveer drie tot vijf procent van de patiënten komt hieraan te overlijden. HUS begint meestal ongeveer vijf tot acht dagen na het begin van diarree. Een ziekenhuisopname is nodig bij patiënten met HUS.
Een goede handhygiëne is noodzakelijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie van Escherichia coli-infecties
Enkele tips voorkomen een infectie met
E. coli en andere pathogenen (ziektekiemen):
- bestek en servies grondig gewassen met een warm sopje
- een goede handhygiëne hanteren: De handen regelmatig grondig wassen met warm water en zeep, en vooral na het gebruik van het toilet, na het veranderen van luiers, voor en na het bereiden van voedsel en na het aanraken van dieren.
- geen water inslikken tijdens het zwemmen of spelen in meren, vijvers, beekjes, zwembaden en kinderbadjes in de achtertuin
- gepasteuriseerde melk, appelsap en cider drinken (on plaats van niet-gepasteuriseerd)
- groenten wassen, vooral groene bladeren
- vlees en niet-vleesvoedsel afzonderlijk opslaan en met afzonderlijke snijplanken gebruiken
- vlees goed bakken, vooral gemalen vlees