Tuberculose: Bacteriële infectie met longproblemen
Tuberculose is een potentieel ernstige infectieziekte die vooral de longen en/of andere organen met tuberkelbacillen treft. De verspreiding gebeurt het vaakst via druppelinfectie in de lucht. Niet iedereen krijgt de ziekte. Maar liefst één derde van de wereldbevolking heeft namelijk de latente vorm van tuberculose waarbij hij asymptomatisch is en waardoor er geen besmettingsgevaar is. De patiënt met actieve tuberculose is wel besmettelijk. Hij heeft longgerelateerde symptomen zoals pijn op de borst en pijn bij het hoesten. De behandelingsduur van de bacteriële infectie is van lange duur aangezien veel bacteriën reeds resistent (bestand) zijn tegen de meest gebruikte geneesmiddelen. Tuberculose is echter te genezen en ook te voorkomen. Wereldwijd is ook een tuberculosedag bekend. Deze vindt steeds plaats op 24 maart.
Synoniemen tuberculose
Tuberculose (TB, TBC) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- consumptie
- ftisis
- tering
- tuberculosis
- vliegende tering
Epidemiologie bacteriële infectie
Tuberculose komt het vaakst voor in Afrika, Azië, de Caribische eilanden, Latijns-Amerika, Oost-Europa en Rusland. Het is wereldwijd de op één na meest dodelijke besmettelijke ziekte. In 2018 zijn ruim tien miljoen patiënten getroffen door actieve tuberculose. Naar schatting twee miljard patiënten – één derde van de wereldbevolking – lijdt aan de latente vorm van tuberculose. Tuberculose treft patiënten van alle leeftijden, maar vooral kinderen onder de vijf jaar en ouderen zijn aangetast.
Risicofactoren ziekte
Patiënten met
hiv of aids,
silicose, suikerziekte (de
medische term hiervoor is "
diabetes mellitus"),
hoofd- en halskanker, een ernstige
nieraandoening en
ondervoeding (een verlaagd lichaamsgewicht) lijden vaker aan tuberculose dan gezonde patiënten. Ook het gebruik van
medicatie leidt mogelijk sneller tot de ontwikkeling van tuberculose. Dit is het geval bij patiënten die
chemotherapie krijgen of geneesmiddelen om afstoting bij een transplantatie te voorkomen, en tot slot ook bij sommige geneesmiddelen voor de behandeling van
reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen), de
ziekte van Crohn (aandoening met
buikpijn,
diarree en
gewichtsverlies) en
psoriasis (chronische huidziekte met
droge huid en
schilfers). Voorts zijn
roken, het gebruik van
drugs, het ontbreken van medische zorg en het werken of samenwonen met zieke patiënten (vluchtelingenkampen, ziekenhuizen, …) andere risicofactoren.
Oorzaken infectieziekte: Bacterie
Veroorzaker
De oorzaak van de infectieziekte is tuberkelbacterie
Mycobacterium tuberculosis of
Mycobacterium bovis.
Overdracht en besmetting
De besmetting met tuberkelbacteriën is mogelijk via diverse mogelijkheden (
overdracht). Een besmette patiënt die
hoest, niest (
niezen), spreekt of zingt verspreidt microscopisch kleine besmette druppeltjes die een andere persoon opvangt. Hij krijgt de bacteriën met andere woorden door inademing (druppelinfectie) binnen. Ook is het mogelijk dat de patiënt deze bacteriën inslikt. Tot slot zijn de bacteriën ook plaatselijk te verspreiden, bijvoorbeeld door druppeltjes die via verwondingen in het lichaam binnendringen. Tuberculose is desondanks niet heel erg besmettelijk.
Symptomen: Latente en actieve tuberculose met longproblemen
Latente tuberculose
De patiënt is wel besmet, maar vertoont geen symptomen en is ook zelf niet besmettelijk. Deze inactieve vorm van tuberculose verandert mogelijk wel naar actieve tuberculose. Hierbij is een snelle diagnose en behandeling wel belangrijk zodat de patiënt de verspreiding van de ziekte voorkomt.

Pijn op de borst komt voor /
Bron: Pexels, Pixabay Actieve tuberculose
De patiënt is bij actieve tuberculose ziek en hij is in staat om mensen te besmetten. De symptomen treden op na enkele weken tot zelfs jaren na de besmetting. De symptomen zijn erg divers en vooral
longproblemen komen voor. De patiënt heeft een
chronisch hoesten die drie weken of langer aanhoudt. Hij hoest tevens mogelijk bloed op, en het hoesten zelf is pijnlijk. Tevens heeft hij
pijn op de borst en
pijn bij het inademen (
ademhalingspijn). Andere algemene symptomen zijn
koorts,
rillingen,
nachtzweten en
vermoeidheid. De patiënt heeft weinig zin om te eten en hij verliest daardoor onbedoeld gewicht. Een vergrote tong (
macroglossie) is een ander kenmerk. Soms zijn andere organen zoals de nieren, de wervelkolom of de
hersenen aangetast. Zo ontstaat bijvoorbeeld soms
vette urine, doordat de lymfevaten in de nieren verstopt zijn.
Nefrocalcinose (afzettingen van
calciumin nieren) is een ander kenmerk van de aandoening. Ook
stomatitis (
ontsteking van slijmvlies in en rond mond) behoort tot de mogelijkheden. De symptomen hierbij zijn erg verschillend en afhankelijk van het type orgaan dat is getroffen. Af en toe is zelfs sprake van
gezwollen oksels. Tot slot presenteert een patiënt zich mogelijk met pijnlijke, gezwollen
vingers en/of tenen (
dactylitis).
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. Hierbij is een anamnese, een grondig vraaggesprek, onontbeerlijk. Hij merkt tevens de zichtbare symptomen op bij de patiënt waaronder een
zwelling van de lymfeklieren. Hij gebruikt tot slot zijn stethoscoop om naar de ademgeluiden te luisteren. Hiervoor plaatst hij de stethoscoop op de borst van de patiënt terwijl hij moet inademen. Door dit onderzoek, gekend als "
auscultatie", hoort de arts dat de
ademgeluiden abnormaal zijn.
Diagnostisch onderzoek
De arts voert een eenvoudige huidtest uit, al geeft deze soms foute resultaten. Een
bloedonderzoek bevestigt daarom de diagnose. Daarnaast is een
sputumcultuur ook nuttig, zeker om te bepalen welke medicatie de patiënt nodig heeft. Ook
beeldvormend onderzoek zoals een
röntgenfoto van de
borstkas (
thoraxfoto) en een
CT-scan bieden informatie over de verspreiding van de TBC-bacteriën. Via deze
beeldvormende onderzoeken bemerkt de arts mogelijk ook de aanwezigheid van
longknobbeltjes.
Differentiële diagnose
De arts verwart tuberculose vaak met volgende aandoeningen of syndromen:
Behandeling
Het duurt veelal zes tot negen maanden om de besmetting uit te roeien en de ontwikkeling van resistentie tegen
antibiotica te voorkomen. De patiënt met actieve tuberculose krijgt gedurende al deze maanden een gecombineerde antibioticakuur die hij strikt moet blijven innemen om zeker te zijn dat de bacteriën allemaal uitgeschakeld zijn. Bij latente tuberculose is een antibioticabehandeling van slechts één soort antibiotica nodig. De patiënt neemt deze gedurende vier maanden in. Door de antibioticakuur komen patiënten niet in de actieve fase terecht. Daarenboven zijn de risico’s op bijwerkingen ook verlaagd door deze kortere behandelingsduur. Voor tuberculose bestaat een vaccin: BCG. Dit is vernoemd naar de Franse wetenschappers die het hebben ontwikkeld, Calmette en Guérin.
Prognose van infectieziekte
De meeste patiënten met actieve tuberculose die een gepaste behandeling hebben gehad, overleven de ziekte. Zij zijn overigens voor ten minste twee weken niet meer besmettelijk. Jaarlijks overlijden zo’n 1,5 miljoen patiënten aan tuberculose; zij hebben veelal geen of geen tijdige behandeling gekregen. De meeste overlijdens zijn te wijten aan longproblemen bij ondervoede patiënten, immuun verzwakte patiënten en ouderen. Maar ook patiënten met een geschiedenis van een eerdere behandeling hebben een slechtere prognose wanneer ze aan de actieve vorm van tuberculose lijden.
Complicaties van tuberculose
Ziekte
Enkele complicaties van de infectieziekte zijn:
Medicatie
De medicatie geeft mogelijk ook bijwerkingen zoals:
Preventie bacteriële infectie
Enkel een patiënt met actieve tuberculose is in staat om de infectie te verspreiden. Hij draagt dan ook best een masker, bedekt de mond, ventileert de kamer en blijft zo veel mogelijk thuis om zo niemand anders te besmetten. Tot slot neemt de patiënt zeer strikt alle medicatie in en stopt hij niet vroegtijdig.
Lees verder