Auscultatie: Luisteren naar geluiden in het lichaam
Via auscultatie luistert de arts tijdens een lichamelijk onderzoek naar geluiden in het lichaam. Dit heeft vooral betrekking op de ademhaling, de hartslag, de peristaltiek (= darmbewegingen) en de slagaders. Hij maakt hiervoor meestal gebruik van een stethoscoop, maar ook door middel van het plaatsen van het oor tegen het lichaam van de patiënt, komt hij nuttige informatie te weten. Dit is een eenvoudig, niet-invasief, pijnloos en snel onderzoek dat geen risico's of bijwerkingen geeft. Afhankelijk van de gehoorde geluiden, voert de arts nog verdere onderzoeken uit voor de diagnose. Auscultatie is tevens belangrijk om bepaalde aandoeningen tijdig op te sporen en complicaties te voorkomen.
Onderdeel van lichamelijk onderzoek
Auscultatie maakt deel uit van een lichamelijk onderzoek. De arts bekijkt eerst het lichaamsdeel waar de klacht van de patiënt op wijst en hij bekijkt de patiënt in zijn geheel. Dit is gekend als "inspectie". Daarnaast maakt de arts gebruik van percussie. Percussie houdt in dat hij op de
borstkas en buik klopt. Het betasten van een lichaamsdeel is dan weer gekend als palpatie. Dit gebeurt vooral van de pols, de
lymfeklieren en de ingewanden.
Indicatie: Luisteren naar geluiden in het lichaam met oor of stethoscoop
De arts luistert naar het hart, de longen, de buik of darmen en de slagaders (grote bloedvaten). Hij gebruikt zijn oor of anders een speciaal medisch instrument, beter gekend als een stethoscoop. Ook beluistert hij zo via slagaders de pulsaties (kloppingen) in de armen en
benen. Tot slot is een
Doppler-echografie ook een vorm van auscultatie. Dit zet de arts in om naar de hartslag van een ongeboren
baby te luisteren bij een zwangere vrouw. De arts beluistert het aantal, de duur, de frequentie, de intensiteit en de kwaliteit van alle beluisterde geluiden. Hierdoor valt soms een afwijking of probleem op te sporen. De arts plaatst de stethoscoop op de blote huid en luistert naar elk gebied van het lichaam.
Auscultatie van het hart
Om het hart te horen, luistert de arts naar de vier belangrijkste regio's waar de hartklepgeluiden het hardst te horen zijn. De arts plaatst de stethoscoop daarom op het borstgebied en dan vooral boven en iets onder de linkerborst. Sommige hartgeluiden zijn ook het beste horen wanneer de patiënt zich een beetje naar de linkerkant draait. Normale hartgeluiden zijn ritmisch waarbij de normale frequentie voor een volwassen persoon ongeveer 72 per minuut bedraagt. De samentrekkingsfase (systole) en uitzettingsfase (diastole) doen zich voor in een regelmatig ritme. Bij de normale samentrekking gaan harttonen gepaard, waarbij de eerste toon sterk is, daarna een korte pauze volgt en vervolgens een zwakkere tweede toon volgt. Wanneer hierin variaties bestaan, wijst dit mogelijk op onvoldoende bloedstroom in bepaalde gebieden of een lekkende hartklep. De arts laat aanvullende onderzoeken uitvoeren wanneer hij iets verdacht of abnormaal opmerkt.
Auscultatie van de buik en darmen
De arts luistert naar één of meer buikregio's afzonderlijk om de
darmgeluiden te beluisteren. Deze zijn zwiepend, gorgelend of afwezig. Elk geluid informeert de arts over wat zich afspeelt in de darmen. Normaalgezien zijn buikgeluiden in alle buikgebieden te horen. Mogelijk zit verteerd materiaal vast of zitten organen gedraaid wanneer in een buikgebied geen geluiden aanwezig zijn. Deze situaties zijn zeer ernstig en vereisen onmiddellijke medische zorgen.
Auscultatie van de longen
De arts vergelijkt beide kanten bij het luisteren naar de rechter- en linkerlong en hij vergelijkt dit eveneens met de voorkant en de achterkant van de borst. Normale
ademgeluiden (luchtstroom) klinken anders in de luchtwegen als deze geblokkeerd (verstopt), vernauwd (versmald), of gevuld met vocht zijn. De arts luistert eveneens naar de ademhaling en zoekt naar eventuele abnormale geluiden, zoals een
piepende ademhaling bij bijvoorbeeld
astma of chronisch obstructief longlijden (
COPD). Zo zijn bijvoorbeeld ook crepitaties (
medische term: knetterend of krakend
reutelgeruis) te horen, bijvoorbeeld bij het begin van een
longontsteking (pneumonie:
ontsteking onderste luchtwegen) of bij congestief
hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart).