Elektrocardiografie: Meting elektrische activiteit van hart
Een elektrocardiografie is een snel, gemakkelijk, niet-invasief en pijnloos onderzoek waarbij de arts de elektrische activiteit van het hart meet, wat nodig is om de hartfunctie te beoordelen. De arts plaatst voor het onderzoek elektroden op de borst, de armen en de benen. Daarna verbindt hij de elektroden met een ECG-apparaat via draden. De resultaten van de elektrische activiteit van het hart verschijnen als een curve op een scherm, wat de arts interpreteert en kan afdrukken. Het ECG geeft informatie over elke hartslag, de zenuwgeleidingspaden van het hart, en de snelheid en het ritme van het hart. Veranderingen in een ECG wijzen mogelijk op veel hartgerelateerde aandoeningen. In een aantal gevallen zijn de resultaten tot slot minder betrouwbaar.
Synoniemen
Een elektrocardiografie (ECG, EKG) is eveneens bekend als een "hartfilmpje".
Pijn op de borst is een mogelijke indicatie voor een elektrocardiografie /
Bron: Pexels, Pixabay
Indicatie elektrocardiografie
De arts voert een elektrocardiografie uit in diverse omstandigheden. Mogelijk zijn nog andere indicaties aanwezig, maar onderstaande lijst geeft reeds een idee van de meest voorkomende oorzaken van het uitvoeren van een elektrocardiografie:
- Het bepalen van de hartfunctie tijdens een lichamelijk onderzoek. De resultaten zijn later in te zetten als vergelijkend materiaal bij een volgend ECG.
- Het identificeren van een onregelmatige hartslag.
- Het onderzoeken van de algemene gezondheid van het hart voor behandelingen of operaties van aandoeningen zoals een myocardinfarct (hartaanval), endocarditis (een ontsteking of infectie van één of meer hartkleppen), en/of na een hartoperatie of hartkatheterisatie.
- Het opvolgen van het effect van medicatiegebruik bij bepaalde hartaandoeningen.
- Het testen van de werking van een geïmplanteerde pacemaker.
- Het zoeken naar de oorzaak van pijn op de borst.
- Het zoeken van de oorzaak van hartgerelateerde symptomen zoals ernstige vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, of flauwvallen.
Een ECG gebeurt vaak in combinatie met een inspanningsproef (
fietsergometrie).
Tegenindicatie elektrocardiografie
Het onderzoek is bij alle patiënten mogelijk. Sommige patiënten zijn wel allergisch of gevoelig voor de gebruikte lijm om de elektroden te bevestigen. Hiervoor zijn echter hypoallergene alternatieven beschikbaar.
Voor het onderzoek
De arts of technicus heeft vooraf een gesprek met de patiënt over het doel, de praktische kant en de risico’s van het onderzoek. Het is belangrijk dat de arts alle informatie van de patiënt meekrijgt met betrekking tot zijn medicatiegebruik, en het gebruik van
vitaminen,
kruiden en supplementen. Tevens heeft de arts informatie nodig over een mogelijke pacemaker die bij de patiënt geïmplanteerd is. Normaal gesproken hoeft een patiënt niet te vasten voor het onderzoek. Soms krijgt de patiënt wel specifieke voorbereidingen, maar dit is erg individueel en gebeurt op basis van de reeds aanwezige medische aandoening(en). Een elektrocardiografie gebeurt ofwel poliklinisch waardoor de patiënt na het onderzoek naar huis mag, maar het gebeurt soms ook als onderdeel van een ziekenhuisverblijf. De totale duurtijd van het ECG bedraagt tot slot slechts vijf à tien minuten.
Tijdens het ECG: Gebruik van elektroden
Het onderzoek varieert afhankelijk van het aanwezige materiaal en personeel, maar meestal verloopt het onderzoek op de volgende manier. Eerst doet de patiënt alle sieraden of andere voorwerpen uit omdat deze mogelijk interfereren met een ECG. Daarna doet de patiënt de kledij boven de taille uit. De patiënt ligt plat op een tafel of een bed. Tijdens een elektrocardiografie blijft de patiënt steeds stil liggen en praat hij niet, omdat dit anders foute resultaten geeft. Af en toe scheert de arts of technicus kleine stukjes haar weg of knipt hij deze weg, omdat de elektroden anders niet blijven vasthangen aan de huid. De arts reinigt vervolgens de plaatsen waar hij de elektrodes zal plaatsen. Vervolgens plaatst hij elektroden op de borst, de armen en de
benen. De arts bevestigt daarna de hoofddraden aan de elektroden, waarna de technicus identificeerbare informatie over de patiënt in de computer van de machine invoert. De patiënt is dan klaar om een ECG te krijgen. De technicus koppelt na het onderzoek alle kabels los en verwijdert de huidelektroden.
Na het onderzoek
De patiënt keert weer terug naar de normale activiteiten, of mag weer naar de ziekenhuiskamer. Andere medische zorgen zijn na dit onderzoek niet nodig.
Risico’s
Een ECG is over het algemeen een veilig onderzoek dat weinig risico’s en complicaties met zich meebrengt. De patiënt heeft geen
pijn tijdens het onderzoek. Het is alleen soms vervelend wanneer de technicus de elektroden van het lichaam verwijdert. Wanneer de elektroden te lang blijven zitten, ontstaat een afbraak van weefsel of huidirritatie. De risico’s zijn voorts afhankelijk van de eventueel onderliggende aandoening. Het is bijgevolg belangrijk dat de arts op voorhand op de hoogte is van de
medische geschiedenis van de patiënt.
Afwijkende resultaten
Bepaalde factoren of omstandigheden interfereren met de verkregen resultaten van het ECG. Deze omvatten o.a.:
Resultaten van meting elektrische activiteit van het hart
Normale resultaten
Het hart klopt in een regelmatig ritme, meestal tussen de 60 en 100 slagen per minuut. De verkregen curve heeft een normaal uiterlijk.
Abnormale resultaten
Abnormale resultaten komen voor wanneer de curve een abnormaal uiterlijk heeft. Het hart klopt te langzaam (minder dan 60 slagen per minuut) of te snel (meer dan 100 slagen per minuut), of anders is het hartritme niet regelmatig.
Een ECG toont mogelijk de volgende aandoeningen aan:
- Een abnormaal hartritme (dysritmie).
- Een abnormale hartslag.
- Een aneurysma (uitstulping van een deel van een slagader) dat zich ontwikkelt in de zwakke plekken van de wanden van het hart (dit is mogelijk het gevolg van een eerdere hartaanval).
- Een eerdere hartaanval (myocardinfarct).
- Een vergroot hart (cardiomegalie): Dit is meestal het gevolg van hoge bloeddruk of anders krijgt het hart te weinig zuurstof als gevolg van een blokkade in één van de bloedvaten die het hart (de kransslagaders).
- Onvoldoende bloed- en zuurstoftoevoer naar het hart (cardiale ischemie).
- Pericarditis: ontsteking van het hartzakje (vlies rond het hart).
- Structurele hartafwijkingen.
Holterregistratie
Abnormale hartritmes en onvoldoende bloedtoevoer naar de hartspier treden soms slechts kort of onvoorspelbaar op. Sommige patiënten krijgen daarom een elektrocardiografie die 24 uur duurt, waarbij de patiënt niet in het ziekenhuis hoeft te blijven. Dit onderzoek is in
medische termen bekend als een “holterregistratie”. De draden van de elektroden zijn aangesloten op een op batterijen werkend opnameapparaat dat de patiënt in een zak draagt of dat aan een riem of schouderband hangt. De patiënt houdt tijdens de
Holter-monitoring zijn activiteiten bij in een dagboek. De arts vergelijkt vervolgens het dagboek met de elektrische opnames en probeert dan de oorzaak van de klachten te achterhalen.
Nieuwe ontwikkelingen in ECG-technologie
Technologische vooruitgangen
Recente ontwikkelingen in ECG-technologie hebben geleid tot verbeterde precisie en gebruiksvriendelijkheid van het onderzoek. Moderne ECG-apparaten maken gebruik van geavanceerde algoritmes en verbeterde sensortechnologieën, wat resulteert in meer accurate diagnostische gegevens en een hogere betrouwbaarheid van de metingen.
Onderzoek naar verbeteringen
Er wordt voortdurend onderzoek gedaan naar manieren om de ECG-technologie te verbeteren, zoals het ontwikkelen van draagbare ECG-apparaten die continu de hartactiviteit kunnen monitoren. Dit kan bijdragen aan een vroegere detectie van hartproblemen en een betere opvolging van patiënten met chronische hartaandoeningen.
Preventie en zorg na ECG
Preventieve zorg
Na een ECG is er doorgaans geen speciale nazorg vereist. Het is echter belangrijk om eventuele medische aanbevelingen van de arts op te volgen. Bij afwijkende resultaten kan verdere diagnostiek of behandeling nodig zijn, afhankelijk van de bevindingen en symptomen van de patiënt.
Levensstijl en hartgezondheid
Een gezonde levensstijl kan bijdragen aan een goede hartgezondheid en het verminderen van het risico op hartziekten. Dit omvat een evenwichtig voedingspatroon, regelmatige lichaamsbeweging, en het vermijden van schadelijke gewoonten zoals roken en overmatig alcoholgebruik. Ook het beheren van stressniveaus en het regelmatig laten controleren van de hartgezondheid kan preventief werken.
Lees verder