Fietsergometrie: Fietstest voor zuurstofvoorziening hart
De fietsergometrie (ook bekend als fietstest of fietsergometrisch onderzoek) is een diagnostische procedure waarbij een cardioloog en een hartfunctielaborant de zuurstofvoorziening van de hartspier beoordelen door middel van een intensieve inspanningstest op een hometrainer. Tijdens dit onderzoek wordt tevens gekeken naar mogelijke hartritmestoornissen. Het doel is om te bepalen hoe goed het hart functioneert onder fysieke belasting en om eventuele problemen op te sporen. De test vereist dat de patiënt naar een maximale inspanning werkt. Het onderzoek is snel en pijnloos, en vereist doorgaans geen speciale voorbereidingen.
De fietsergometrie duurt ongeveer dertig minuten, waarvan de patiënt effectief acht tot tien minuten aan het fietsen is. Het onderzoek is volledig pijnloos, en de patiënt hoeft geen uitgebreide voorbereiding te treffen. Dit maakt de fietsergometrie tot een toegankelijke en efficiënte manier om de hartfunctie te beoordelen.
Voorbereiding op het fietsergometrisch onderzoek
De patiënt wordt aangeraden om comfortabele, ruime kleding te dragen, bij voorkeur een sportbroekje, en om wandel- of sportschoenen te dragen. Het is verstandig om geen korset of schoenen met naaldhakken te dragen, aangezien deze het onderzoek kunnen belemmeren. Hoewel eten voor het onderzoek toegestaan is, is het belangrijk om te weten dat sommige andere onderzoeken nuchterheid vereisen. In dat geval is het verstandig om wat voedsel mee te nemen. Het onderzoek wordt meestal uitgevoerd op een hometrainer (fiets), maar kan ook op een loopband worden uitgevoerd als dat nodig is.
ECG (Elektrocardiografie)
Een ECG-apparaat registreert continu het hartritme van de patiënt tijdens de test. ECG is de
medische term voor
elektrocardiografie, een techniek waarmee de elektrische activiteit van het hart wordt gemeten. Tijdens de contractie van de hartspiercellen komt elektrische energie vrij, die wordt vastgelegd door het ECG. De cardioloog analyseert of het hart in een normaal ritme samentrekt en of alle spiercellen betrokken zijn bij de contractie. De resultaten van de test helpen de arts vaststellen of het hart tijdens het
fietsen voldoende zuurstof heeft gekregen.
Tijdens het onderzoek
Na het uittrekken van de bovenkleding neemt de patiënt plaats op de hometrainer met een ontbloot bovenlichaam. De onderzoeker plaatst elektroden op de borst en rug van de patiënt, die zijn aangesloten op het ECG-apparaat. Dit apparaat bewaakt het hartritme nauwkeurig. Een bloeddrukmanchet wordt om de arm van de patiënt bevestigd voor continue bloeddrukmeting. De patiënt krijgt monitorplakkers op de borst en rug om een continue elektrocardiografie te realiseren. Deze elektroden zijn verbonden met registratieapparatuur, zodat de patiënt voortdurend gemonitord kan worden. De arts volgt de hartfunctie van de patiënt op een tv-scherm.
Voorafgaand aan het onderzoek wordt de bloeddruk gemeten en dit gebeurt ook enkele keren tijdens het onderzoek. Zodra alles is ingesteld, begint de patiënt met fietsen. Het onderzoek begint eenvoudig, maar de weerstand wordt elke minuut verhoogd, waardoor de inspanning geleidelijk toeneemt. De patiënt ziet op een meter op het stuur de omwentelingen per minuut die hij trapt, en de laborant vraagt om deze zo goed mogelijk vol te houden. Gedurende de test controleert de laborant regelmatig de bloeddruk en legt de hartslag vast. De patiënt moet proberen het fietsen zo lang mogelijk vol te houden.
Tijdens de test maakt het ECG-apparaat meerdere registraties, die door de cardioloog met elkaar worden vergeleken. De patiënt moet tijdens het onderzoek duidelijk aangeven hoe hij zich voelt. Bij symptomen zoals benauwdheid,
duizeligheid,
pijn, of
vermoeidheid, moet dit onmiddellijk aan de laborant worden gemeld. De laborant bepaalt wanneer de patiënt moet stoppen; meestal is dit het geval wanneer de patiënt de trappers niet meer rond krijgt of wanneer het medisch noodzakelijk is om te stoppen. Na de test is het belangrijk dat de patiënt nog vijf minuten rustig doorfietst om het lichaam geleidelijk af te koelen. Tijdens dit uitfietsen blijft de hartritmeregistratie plaatsvinden en wordt de bloeddruk opnieuw gemeten. Pas na het uitfietsen wordt de patiënt losgekoppeld van de apparatuur.
Na de test: Zorg en resultaten
Na het onderzoek kan de patiënt in de meeste ziekenhuizen gebruikmaken van een was- of douchemogelijkheid. De laborant voorziet de patiënt van een washand en/of handdoek. Nadat de patiënt zich heeft omgekleed, worden de resultaten meestal door de behandelend cardioloog of arts besproken. Het is echter mogelijk dat de huisarts (die het onderzoek heeft aangevraagd) de resultaten ontvangt en deze met de patiënt bespreekt.
Mogelijke bijwerkingen en complicaties
Hoewel fietsergometrie over het algemeen een veilige procedure is, kunnen er enkele bijwerkingen optreden, zoals:
- Spiervermoeidheid of spierpijn door de inspanning
- Tijdelijke stijging van de bloeddruk of hartslag
- In zeldzame gevallen kunnen hartritmestoornissen optreden die verder onderzoek vereisen
Deze bijwerkingen zijn doorgaans tijdelijk en worden vaak snel verholpen door de laborant of arts.
Alternatieven voor fietsergometrie
In sommige gevallen kunnen alternatieven voor fietsergometrie worden overwogen, zoals:
- Loopbandtest: Een soortgelijke test waarbij de patiënt op een loopband loopt in plaats van fietst.
- Nucleaire stress test: Een onderzoek waarbij radioactieve tracers worden gebruikt om de bloedstroom naar het hart te evalueren.
- Stress-echocardiografie: Een echografie van het hart tijdens fysieke inspanning om de functie en structuur van het hart te beoordelen.
De keuze voor een alternatieve test hangt af van de medische vraagstelling en de specifieke omstandigheden van de patiënt.
Lees verder