Radiotherapie (behandeling via bestraling): Tumor verkleinen

Radiotherapie (behandeling via bestraling): Tumor verkleinen Radiotherapie is de medische term voor “behandeling met behulp van straling”. Hierbij behandelt of geneest de arts de aandoening (kanker) of brengt hij het ziekteproces tot stilstand. Radiotherapie gebeurt veelal in combinatie met andere behandelingen zoals een chirurgische ingreep en/of chemotherapie. Ongeveer de helft van alle patiënten met kanker krijgt radiotherapie en bijna de helft van alle kankerpatiënten die genezen, hebben tijdens hun behandeling radiotherapie gehad.

Indicatie radiotherapie: Tumor verkleinen

De arts gebruikt radiotherapie bij diverse omstandigheden met name:
  • voor chirurgie om de tumor te verkleinen (neoadjuvante radiotherapie).
  • na chirurgie om eventueel achtergebleven kwaadaardige cellen te vernietigen (adjuvante radiotherapie).
  • al dan niet in combinatie met chemotherapie.
  • als palliatieve behandeling. Dit is met name nuttig bij patiënten waarbij genezing niet meer mogelijk is. Door het verkleinen van het gezwel verhoogt de levenskwaliteit waardoor pijn, druk of bloedingen verminderen of stoppen.

Voorbereiding behandeling via bestraling

Doel

Voor de meeste vormen van radiotherapie maakt de arts eerst een CT-scan bij de patiënt, wat ongeveer twintig minuten à één uur in beslag neemt, afhankelijk van het te bestralen gebied. Een CT-scan is een groot röntgenapparaat dat röntgenfoto's (radiografisch onderzoek) maakt. Hiermee bepaalt de radioloog welk gebied bestraling behoeft en hoeveel bestralingen nodig zijn. Dankzij een CT-scan maakt de arts een bestralingsplan, gericht op de lichaamsbouw van de patiënt. De bestraling zelf en de bijwerkingen ervan bespreekt de arts met de patiënt.

Houding patiënt

Tijdens een CT-scan is de houding van de patiënt zeer belangrijk. De radioloog legt deze houding vast zodat tijdens de bestralingen zelf de houding te reproduceren is. Hij maakt hiervoor kleine tatoeagepuntjes met behulp van kleine, scherpe laserlichtlijntjes die op de huid van de patiënt schijnen. De patiënt mag deze niet zelf verwijderen of bijwerken indien ze vervagen. De markeringen blijven namelijk tijdens de hele behandeling aanwezig op het lichaam van de patiënt. Ook gebruikt de arts hulpmiddelen zoals een thermoplastisch masker voor de bestraling van het hoofd- en halsgebied, een hellend vlak voor de bestraling van de borst, een benensteun voor de bestraling van het bekken, … Deze CT-scan (simulatiescan) duurt afhankelijk van de in te stellen bestralingsvelden enkele minuten tot één uur.

Rekenen en puzzelen door oncoloog en radiotherapeut

Nadat de scan gemaakt is, stelt de arts een behandelplan op. Oncoloog en radiotherapeut bekijken dan met behulp van een computer het type bestraling (fotonen of elektronen) dat nodig is. Ook de energie, de richting, de vorm van de bestralingsbundels en de bestralingsduur komen in het behandelplan terecht. Daarnaast is het van belang te weten waar precies bestraling nodig is, maar vooral op welke locaties zeker niet. De bestraling gebeurt namelijk liever niet waar gezonde en tere organen liggen. Dit vraagt veel reken- en puzzelwerk waardoor er altijd een aantal dagen verstrijken tussen de CT-scan en het echte starten van de bestralingsbehandeling.

Radiotherapie: Werking met röntgenstralen

Röntgenstralen zijn bundels waarin hele kleine deeltjes met een grote snelheid voortbewegen. Deze kleine deeltjes hebben wat massa en schieten het lichaam in, precies gericht op het te bestralen gebied. Deze deeltjes botsen op de cellen waar ze uiteindelijk het DNA vernietigen. De gezonde cellen herstellen deze schade gelukkig sneller en beter dan de kwaadaardige cellen. Met andere woorden: de tumorcellen overleven de bestraling niet in tegenstelling tot de gezonde cellen.

Soorten röntgenstraling en radiotherapie

Soorten röntgenstraling

Zowel harde röntgenstraling als elektronenstraling zijn mogelijk. Harde röntgenstraling, ook fotonenstraling genoemd, gebruiken artsen het vaakst. Een lineaire versneller wekt deze straling op, net zoals bij gewone röntgenstraling uit een röntgenbuis. Deze fotonenstraling is ongeveer honderd keer groter dan de röntgenstraling uit een röntgenbuis. Elektronenstraling heeft een veel kleiner doordringingsvermogen dan de fotonenstraling en zet de arts daarom in voor het bestralen van oppervlakkig gelegen tumoren.

Soorten radiotherapie

Ook zijn diverse soorten radiotherapie mogelijk. Afhankelijk van het type, de locatie en de grootte van de kanker krijgt de patiënt één of beide typen radiotherapie.

Uitwendige radiotherapie
Bij externe (medische term voor uitwendige) radiotherapie ligt de patiënt op een behandeltafel onder een machine, die stralingsbundels richt op het lichaam. De machine blijft buiten het lichaam en komt niet in contact met de patiënt zelf. De stralingsbundels zijn gericht op de kanker en de omringende weefsel waar de kanker mogelijk verspreid is. Dit is de meest gebruikte vorm van radiotherapie.

Inwendige radiotherapie
Bij inwendige (interne) radiotherapie, ook gekend als "brachytherapie", plaatst de arts een tijdelijke of permanente (kleine) stralingsbron in het lichaam op of nabij de kanker. Ook is bij de inwendige radiotherapie een radio-isotoopbehandeling mogelijk waarbij de patiënt een radioactieve isotoop in de vorm van een capsule krijgt of waarbij de arts een injectie aan de patiënt toedient. Een voorbeeld van inwendige radiotherapie is intra-operatieve radiotherapie bij een borstsparende behandeling.

Tijdsduur en afspraken

De duur van de hele bestralingsbehandeling is afhankelijk van het soort tumor, de plaats van de tumor en het doel van de bestraling. Dit varieert van één dag tot enkele weken of zelfs maanden en is individueel bepaald per patiënt. De patiënt krijgt soms meermaals per week een bestraling. Bij gebruik van andere bestralingstechnieken tijdens de bestralingsserie, zoals bijvoorbeeld inwendige bestraling of robotbestraling, bespreekt de radiotherapeut dit vooraf uitgebreid met de patiënt. De arts bespreekt bij de start van de behandeling het tijd- en behandelschema met de patiënt. Dit schema respecteert de patiënt. Het is namelijk belangrijk om onderbrekingen in de behandeling zoveel mogelijk te vermijden. Een voorziene onderbreking is enkel mogelijk mits toestemming van de radiotherapeut-oncoloog. Mogelijk is een bestralingstoestel defect en is daarom de behandeling onderbroken. Maar het behandelteam past dan het schema opnieuw aan om de behandelingsduur te respecteren. De ganse aanwezigheid in het ziekenhuis voor één bestraling, is verschillend van het te bestralen gebied.

Praktisch

Voordat de bestralingsbehandeling begint, krijgt de patiënt altijd eerst een afspraak bij de radiotherapeut op de polikliniek. De radiotherapeut geeft de patiënt informatie over de behandeling en er is ruimte om vragen te stellen. Soms krijgt de patiënt een lichamelijk onderzoek. Na dit gesprek start de voorbereiding op de bestralingsbehandeling. Voor elke bestraling meldt de patiënt zich bij de balie en hij komt terecht in de wachtruimte. Een laborant haalt de patiënt op uit de wachtruimte. De laborant geeft de patiënt uitleg over de gang van zaken over het bestralingstoestel als hij voor het eerst een bestralingssessie ondergaat. De patiënt hoort eveneens welke kledingstukken hij in de kleedruimte moet uittrekken vooraleer de bestraling begint. Als de patiënt daarna de kleedruimte verlaat, loopt hij met de laborant door een gang naar de bestralingsruimte. Deze gang zorgt er voor dat de straling van het bestralingstoestel niet in de andere ruimtes komt.

Bescherming gezond weefsel

Afdekblokken

De arts wil uiteraard zo weinig mogelijk gezond weefsel bestralen. Daarom past hij de vorm van de bundels aan door middel van loodblokken. De blokken schermen het gezond weefsel af en zijn bevestigd op een plastic plaat. Deze plaat schuift de arts per bundel in de kop van het bestralingstoestel. Tijdens de voorbereidende simulatiescan bepaalt de arts reeds de vorm en de plaats van de loodblokken. Een automatisch gestuurd systeem snijdt vervolgens de loodblokken. De arts controleert de positie van de blokken worden tijdens de eerste bestraling.

Multileaf

Bij een multileaf is de stralenbundel begrensd door lamellen, een geautomatiseerde variant van de loodblok. De arts brengt de lamellen per bundel in een andere positie waardoor het gezonde weefsel is afgeschermd.

Tijdens de behandeling

Twee laboranten vangen de patiënt op in de bestralingsruimte. Deze laboranten helpen de patiënt om op dezelfde manier op de behandeltafel te gaan liggen als bij het maken van de CT-scan. Met behulp van de tatoeagepuntjes op de huid gebeurt dit heel precies. Daarna brengen de laboranten het bestralingstoestel in de juiste startpositie. Het apparaat draait om de patiënt heen, maar raakt de patiënt niet. De laboranten verlaten de ruimte en de bestraling begint. Tijdens de bestraling is het belangrijk dat de patiënt goed stil blijft liggen. De omvang, de bewegingen en het geluid (gezoem) van het bestralingsapparaat komen mogelijk bedreigend over, maar de patiënt voelt geen pijn. De laboranten zien de patiënt steeds doordat in de ruimte camera’s aanwezig zijn. Tevens is een intercomsysteem aanwezig waardoor communicatie mogelijk is. De bestraling gebeurt meestal vanuit diverse richtingen. De bestralingstijd per richting duurt van enkele tientallen seconden tot enkele minuten. Tijdens de bestraling maakt de radiotherapeut foto’s om te controleren of de ligging van de patiënt hetzelfde is als die op de CT-scan. De kwaliteit van deze foto’s is niet geschikt om het resultaat van de straling te beoordelen.

Na de behandeling

Als de bestraling klaar is, komen de laboranten de bestralingsruimte weer in en gaat de patiënt weer terug naar de kleedruimte. De straling houdt na elke bestralingssessie op. De patiënten zijn bijgevolg niet radioactief en vormen geen gevaar voor de omgeving. De patiënt krijgt vervolgens meestal nog één of meer controleafspraken bij de radiotherapeut en bij de arts die de patiënt heeft doorverwezen. De verdere controles vinden plaats bij de behandelende arts. Hij laat na enkele dagen of weken beeldvormend onderzoek (CT-scan of MRI-scan) uitvoeren van het behandelde gebied. Pas na enkele weken is het uiteindelijke resultaat van de radiotherapie duidelijk, omdat de uitwerking van de straling zich nog geruime tijd voortzet.

Bijwerkingen van verkleining gezwel

Afhankelijk van de dosis valt een gedeelte van het haar gedeeltelijk of voorgoed uit (schaamhaar, okselhaar, hoofdhaar, …). Vermoeidheid komt regelmatig voor en treedt geleidelijk aan op tijdens de behandeling. Ook pijn of gevoeligheid op of vlak bij het bestralingsgebied komen frequent voor. De slijmvliezen zijn bovendien sneller ontstoken, zoals bijvoorbeeld in en rond de mond (stomatitis). Hierdoor ontstaat ook een smaakstoornis zoals een zoute smaak in de mond. Daarnaast heeft de patiënt mogelijk een andere huidskleur (rode of bruine verkleuring) of een rode, branderige huid die aan het einde van de bestraling kapot gaat. Af en toe ontstaan zelfs gezwollen voeten als bijwerking van radiotherapie.

Het merendeel van deze bijwerkingen ontstaan in de loop van de bestralingsperiode en verdwijnen meestal geleidelijk twee tot drie weken na de laatste bestraling. Het ontstaan van andere bijwerkingen hangt af van de plaats van het bestralingsgebied en vindt alleen plaats op de plekken waar de bestraling gebeurt. De radiotherapeut bespreekt met de patiënt hoe hij het beste omgaat met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.

Tips en adviezen

De patiënt houdt best een gezonde levensstijl aan waarbij hij gevarieerd eet. Stoppen met roken is heel belangrijk. Roken beïnvloedt tijdens de bestralingsbehandeling het effect van de behandeling namelijk nadelig. Bovendien veroorzaakt roken meer bijwerkingen. Tot slot is voldoende beweging positief voor het verkrijgen van een regelmatig ontlastingspatroon.
© 2016 - 2024 Miske, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Radiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeutRadiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeutPatiënten met longkanker krijgen veelal een bestralingsbehandeling (radiotherapie) om de longtumor te verkleinen of vern…
Bestraling bij prostaatkanker met behulp van goudmarkersBestraling bij prostaatkanker met behulp van goudmarkersEnkele behandelingen zijn mogelijk bij prostaatkanker: Chirurgie, hormoontherapie en/of radiotherapie. Radiotherapie ver…
Uitwendige bestraling van baarmoederhalskankerUitwendige bestraling van baarmoederhalskankerEnkele behandelingen zijn mogelijk bij baarmoederhalskanker: chirurgie, chemotherapie, hyperthermie en/of radiotherapie.…
Intra-operatieve radiotherapie bij borstsparende behandelingIntra-operatieve radiotherapie bij borstsparende behandelingVoor patiënten met borstkanker zijn er in grote lijnen twee behandelopties: een niet-sparende operatie (borstamputatie)…

Natuurlijke middelen bij bindvliesontstekingNatuurlijke middelen bij bindvliesontstekingIrritaties aan de ogen, die niet goed of snel behandeld worden kunnen blijvende schade aanrichten aan de ogen. Een bindv…
Ziekte van Kawasaki: Ontstoken bloedvaten in de slagadersZiekte van Kawasaki: Ontstoken bloedvaten in de slagadersDe ziekte van Kawasaki is een multisystemische aandoening waarbij de bloedvaten in de slagaders ontstoken zijn. Hierdoor…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Agent Mikejohnson, Flickr (CC BY-2.0)
  • Anatomie en fysiologie van de mens, Dr. L.L. Kirchmann, Zestiende druk, 2010, paginanummer onbekend (digitale versie), Elsevier gezondheidszorg, Amsterdam, geraadpleegd op 9 mei 2016
  • Oncologie Kempen, http://www.oncologiekempen.be/, geraadpleegd op 28 april 2012 (website is op 10 mei 2016 niet meer werkzaam)
  • Radiotherapy, http://www.bupa.co.uk/health-information/directory/r/radiotherapy, graadpleegd op 10 mei 2016
  • Radiotherapy, http://www.cancervic.org.au/about-cancer/types-treatments-trials/radiotherapy, geraadpleegd op 10 mei 2016
  • Radiotherapy, http://www.nhs.uk/conditions/radiotherapy/Pages/Introduction.aspx, geraadpleegd op 10 mei 2016
Miske (4.039 artikelen)
Laatste update: 19-12-2019
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 6
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.