Kanker, trombose en de combinatie daarvan
Relatief veel patiënten met kanker ontwikkelen een veneuze trombose. In voorkomende gevallen kan die trombose bij een effectieve behandeling van de kanker alsnog de dood van de patiënt tot gevolg hebben. Zowel kanker als trombose en zeker de combinatie van beide ziekten is levensgevaarlijk. Thans meldt de Trombosestichting Nederland goed nieuws.
Mogelijkheden
Dr. R. Nieuwland, verbonden aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, heeft onderzoek verricht waaruit de mogelijkheid blijkt om door middel van een klinische test te voorspellen welke kankerpatiënten
zonder trombose het risico lopen een trombose te ontwikkelen. Wordt aan deze patiënt preventief antistollingsmiddelen verstrekt, dan kan dat levensreddend zijn. Dr. Nieuwland stelt echter dat meer onderzoek nodig is.
Verband tussen veneuze trombose en kanker
Diep veneuze trombose (DVT)
Dit is een trombose die meestal ontstaat in de bloedvaten van de benen. Soms echter kan de trombose ook optreden in de armen. Veneuze trombose is het gevolg van een verhoogde activiteit van de bloedstolling. Hierdoor ontstaat een bloedstolsel dat een bloedvat kan afsluiten. Wanneer zo'n stolsel losschiet of er breekt een stuk van het stolsel af, dan kan dat leiden tot longembolie. Longembolie kan zelfs dodelijk zijn. Wereldwijd gebruiken miljoenen mensen antistollingsmiddelen om de kans op het krijgen van een veneuze trombose te verkleinen. Nadeel van het gebruiken van antistollingsmiddelen is een toename van de kans op het krijgen van bloedingen. Vanwege dat nadeel zijn behandelaars van kankerpatiënten (oncologen) terughoudend met het preventief voorschrijven van antistollingsmiddelen.
Kanker en de weefselfactor
Wat is een weefselfactor?
De weefselfactor is een eiwit dat zich normaliter niet in het bloed bevindt. De weefselfactor bevindt zich
buiten het bloed. Het bloed komt met de weefselfactor in contact wanneer er een wondje ontstaat. De weefselfactor start dan de bloedstolling. Zo werd altijd gedacht. Maar uit steeds meer onderzoek blijkt nu dat
ook tumoren weefselfactor aanmaken. Die weefselfactor komt vervolgens in het bloed terecht. Daardoor neemt bovendien het risico op het ongewenste activeren van de stolling en het daarmee samenhangende risico op trombose sterk toe.
Plaats waar weefselfactor in het bloed te vinden is
Onlangs hebben wetenschappers ontdekt dat wanneer weefselfactor in het bloed aanwezig is, dat altijd te vinden is op uiterst kleine blaasjes die afkomstig zijn van cellen. Deze blaasjes zijn altijd in het bloed aanwezig en zijn gewoonlijk
alleen afkomstig van bloedcellen en cellen die de vaatwand bekleden. De ontdekking is nu dat die blaasjes bij patiënten met kanker
ook afkomstig kunnen zijn van een tumor. Dr. R. Nieuwland heeft op dat klinische feit zijn onderzoek gebaseerd. Op die basis wil hij een test ontwikkelen waarmee beter kan worden voorspeld of kankerpatiënten een hoger dan gemiddeld risico hebben om veneuze trombose te krijgen.
De test
Meten
De door Dr. R. Nieuwland ontwikkelde test meet het vermogen van de blaasjes die in het bloed aanwezig zijn om de stolling van het bloed te bevorderen. Het doel daarvan is om patiënten met een hoog risico op het krijgen van veneuze trombose voorafgaand aan het ontstaan van zo'n trombose te identificeren.
Het vooronderzoek
Bij bijna 50 patiënten met kanker, maar
zonder trombose werd een vooronderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat men met de test opvallend goed in staat was om te voorspellen welke patiënten later trombose zouden gaan ontwikkelen.
Nader onderzoek
Dr. Nieuwland stelt dat hij verder wil onderzoeken hoe het voorspellend vermogen van zijn test verbeterd kan worden. Hij wil bekijken in hoeverre van een tumor afkomstig weefselfactor aanwezig is in het bloed van patiënten met kanker. Daartoe wil hij het onderzoek uitbreiden door meer patiënten te onderzoeken. Het doel is ook de weg vrij te maken om in de toekomst alleen kankerpatiënten die een
hoog risico op trombose hebben, preventief te behandelen met antistollingsmiddelen. Daarmee wordt
vermeden dat kankerpatiënten met een
laag risico op trombose:
- onnodig met antistollingsmiddelen worden behandeld;
- een verhoogd risico op bloedingscomplicaties lopen.
Kosten onderzoek
Voor het onderzoek heeft het Academisch Medisch Centrum van Amsterdam € 59.000,00 aangevraagd bij de Trombose Stichting Nederland. De aanvraag wordt bekeken door de Wetenschappelijke Adviesraad van de Stichting en is mede afhankelijk van donaties om de uitvoering van het project mogelijk te maken.