Proprioceptieve Neuromusculaire Fascilitatie / PNF
De proprioceptieve neuromusculaire fascilitatie of kortweg PNF is een stretchtechniek die binnen de gezondheidszorg wordt toegepast om bepaalde bewegingen te vergemakkelijken. Hiertoe maakt men gebruik van het beïnvloeden van de houdings- en bewegingsinfo die sensoren in de spieren en gewrichten opvangen en doorsturen naar het centraal zenuwstelsel (= proprioceptie). Deze beïnvloedingen zullen dan hun uitwerking hebben op het spier- en zenuwsysteem (= neuromusculair) en vervolgens het uitvoeren van de beweging vergemakkelijken (= fascilitatie).
Binnen PNF zijn ver verschillende methodes om de patiënt te behandelen. Welke methode wordt gebruikt, is afhankelijk van het stadium en de aard van de beperking.
Rythmic Initiation
In elk geval dient men steeds te beginnen met de rythmic initiation. Hierbij wordt het bewegingspatroon aan de patiënt stapsgewijs aangeleerd. Dit zijn vaak ingewikkelde bewegingen die men tot op de graad van automatisme dient aan te leren. Welk bewegingspatroon moet worden aangeleerd is afhankelijk van de klacht waar de patiënt mee kampt. Dit vormt de absolute basis van de volgende stappen. Men zal beginnen met passieve begeleide bewegingen uit te voeren waarna men uiteindelijk komt tot actieve bewegingen die tegen weerstand worden uitgevoerd.
Combinationf of Isotonics
Een tweede basistechniek is combination of isotonics waarbij wordt gekozen uit concentrische of excentrische contracties van een spiergroep. Dit werkt stabiliserend voor het betreffende gewricht. Onder concentrische contractie verstaan we contractie van de spier tegen weerstand waarbij de weerstand toegeeft; de bedoelde beweging wordt dus daadwerkelijk uitgevoerd. Excentrische contractie betreft opnieuw een contractie tegen weerstand, maar dit keer is de weerstand te groot. Het gewricht beweegt dus in de tegenovergestelde richting.
Reversal of antagonists
Binnen de reversal of antagonists kunnen we drie subtechnieken onderscheiden.
- Dynamic reversal omvat actieve bewegingen die van de ene richting in de tegenovergestelde verandert, zonder dat er een pauze of ontspanning bij de wisseling optreedt.
- Stabilising reversal als tweede subtechniek is een volledig statische techniek.
- Ten derde en laatste maakt met soms gebruik van de Rythmic stabilisation, waarbij ter stabilisatie gebruik wordt gemaakt van isometrische contractie; een spiercontractie waarbij geen beweging door de weerstand wordt toegelaten.
CRAC en HRAC
Vervolgens kan men nog gebruik maken van twee zeer effectieve stretchmethoden: de CRAC (Contract-Relax Agonist Contraction) en de HRAC (Hold-Relax Agonist Contraction). Bij de eerste stretchmethode wordt een contractie van de verkorte spier gevraagd. Hierbij wordt de weerstand langzaam overwonnen. Vervolgens dient de patiënt deze spier te ontspannen en wordt ze verder gestretcht. De tweede methode verloopt op net dezelfde manier, maar de spiercontractie tegen weerstand levert een beweging op (de weerstand is te groot om beweging toe te laten). Door deze technieken kunnen spieren extra doeltreffende worden gerekt waardoor dus een spierverkorting sneller wordt weggewerkt.
Timing of emphasis
Ten slotte kan men door middel van timing of emphasis specifieke bewegingsonderdelen extra versterken. Hierbij is het de bedoeling bewust af te wijken van de normale bewegingsvolgorde. Zo zal een bepaalde spiergroep die niet doeltreffend functioneert worden gefasciliteerd.
Het gebruik
PNF-technieken worden vaak gebruikt voor CVA-patiënten. Zij zijn gedeeltelijke controle over hun lichamelijke beweeglijkheid verloren. Door PNF worden doelgerichte bewegingen opnieuw gefasciliteerd, waardoor bijvoorbeeld het bovenhoofds grijpen opnieuw mogelijk wordt.