Verminderde proprioceptie: Problemen met houding en balans
Proprioceptie staat voor het onbewuste bewustzijn of de perceptie van de locatie van het lichaam in relatie tot waar het is en wat het doet. Soms staat propriorceptie bekend als het ‘zesde zintuig’. Een aantal aandoeningen veroorzaken mogelijk een gestoorde proprioceptie, zoals een beroerte, alcoholmisbruik of een hersenletsel. De patiënt krijgt door de verminderde proprioceptie te maken met evenwichts- en balansproblemen, een slechtere houding en andere symptomen. Fysiotherapie, ergotherapie en andere behandelingen bieden voordeel voor patiënten met een verminderde proprioceptie. De uitkomst is tot slot afhankelijk van de oorzaak van de proprioceptieproblemen.
Oorzaken van verminderde proprioceptie
Proprioceptoren zijn de gespecialiseerde sensorische receptoren op zenuwuiteinden in de
spieren, de pezen, de gewrichten en het binnenoor. Proprioceptoren detecteren subtiele veranderingen in de omgeving, beweging, houding, spanning en kracht. Proprioceptoren ontvangen en versturen informatie over de omgeving naar de
hersenen. Dankzij een goede proprioceptie krijgen mensen informatie over de beweging en positionering van het lichaam, het hoofd, de armen en benen. Bij patiënten met een verminderde proprioceptie werken de proprioceptoren niet goed. Hierdoor verhoogt de kans op letsels.
Er zijn enkele factoren die de proprioceptie kunnen treffen waaronder:
- een tijdelijke beperking door een verzwakte toestand (bijvoorbeeld alcoholgebruik)
- leeftijdsgebonden veranderingen: Het risico op een verlies van de proprioceptie neemt toe met de veroudering als gevolg van een combinatie van natuurlijke leeftijdsgebonden veranderingen in de zenuwen, gewrichten en spieren.
- verwondingen of aandoeningen die het neuromusculaire systeem (spieren, zenuwen en kleine hersenen, centraal zenuwstelsel) aantasten, wat soms langdurige of permanente schade aan de proprioceptie veroorzaakt.

Alcoholmisbruik leidt mogelijk tot een gestoorde proprioceptie /
Bron: Jarmoluk, PixabayRisicofactoren van problemen met houding en balans
Een gestoorde proprioceptie komt sneller tot stand bij:
Symptomen
Balans en evenwicht
Patiënten met een verminderde proprioceptie zijn onhandig of hebben een slechte lichaamscontrole. Dit veroorzaakt bijvoorbeeld problemen met complexe activiteiten zoals
fietsen of
dansen, het
traplopen en het nemen van stoepranden. Patiënten hebben bovendien balans- en evenwichtsproblemen; ze kunnen niet goed op één
voet staan of vallen tijdens het lopen of zitten.
Bewegingen
Ongecoördineerde beweging (
ataxie), zoals niet in staat zijn om in een rechte lijn te lopen, of moeite om naar een object te reiken, is een ander frequent symptoom van een verlies aan proprioceptie.
Houding
Verder is vaak een slechte controle over de houding aanwezig. Veel patiënten hebben bijgevolg een ingezakte houding. Als iemand echter altijd inzakt, moeite heeft om zijn hoofd op te houden tijdens het zitten of niet op één voet kan staan, krijgen ze mogelijk niet de juiste feedback van hun lichaam.
Zintuiglijk gedrag
Vermijdingsgedrag
Sommige patiënten en dan met name kinderen vermijden soms proprioceptieve prikkels. Dit uit zich bijvoorbeeld in het vermijden van strakke kledij, het voorzichtig spelen, het extreem gevoelig zijn voor aanraking, het vermijden van slingeren of klimmen, …
Zoekgedrag
Zintuiglijk zoekgedrag is een ander mogelijk teken van een gestoorde proprioceptie. Dit symptoom komt eveneens vaker voor bij kinderen. Dit zijn ‘overmatige’ acties om extra zintuiglijke feedback te krijgen, zoals een potlood te hard in het papier duwen, constant met voeten schoppen of schudden, met de armen fladderen of met de armen naar buiten lopen en altijd
op de tenen lopen.

Een bloedonderzoek sluit andere aandoeningen uit /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Als een patiënt symptomen van een proprioceptiestoornis heeft, zoals evenwichtsproblemen of een gebrek aan coördinatie, heeft de arts informatie nodig met betrekking tot de
medische geschiedenis, inclusief eventuele reeds bestaande medische aandoeningen en recente verwondingen of operaties. Een lichamelijk onderzoek en
neurologisch onderzoek zijn daarna nodig. Verder zet de arts één of meer proprioceptietesten in. Het type test dat wordt gebruikt, is afhankelijk van het getroffen gebied. Soms besluit de arts nog verdere onderzoeken uit te voeren voor het uitsluiten van andere aandoeningen met gelijkaardige symptomen. Hij bestelt dan een:
Behandeling van gestoorde proprioceptie
De arts behandelt het onderliggend probleem.
Een patiënt met een gestoorde proprioceptie is verder gebaat met fysiotherapie. Hierdoor:
- behoudt de patiënt de houdingsstabiliteit, zowel zittend als staand
- behoudt de patiënt de spierkracht
- krijgt de patiënt advies en begeleiding over het omgaan met een verminderde proprioceptie
- krijgt de patiënt meer zelfvertrouwen
- verbetert het gevoel
- verlaagt het risico op valincidenten
- voorkomt de patiënt spierverlies
Het (beter) aanleren van de dagelijkse activiteiten is mogelijk dankzij ergotherapie.
Tai chi en
yoga zijn andere mogelijke vrijetijdsactiviteiten die de proprioceptie kunnen verbeteren.
Prognose
Patiënten met een aandoening of verwonding zijn vaak gebaat met een proprioceptieve training. De resultaten zijn wel variabel, omdat dit afhangt van de oorzaak, de leeftijd en de algemene gezondheid van de patiënt.
Lees verder