Glucose-intolerantie: wat is dat?
Na inname van een maaltijd komt glucose terecht in je bloedbaan. Glucose dient als bron van energie voor je spieren en organen. Vooraleer glucose echter energie kan aanleveren, dient het eerst opgenomen te worden. Hiervoor zorgt het hormoon insuline. Je glucosepiegel zal dus direct na de maaltijd kortstondig verhogen, waarna deze weer snel normaal wordt doordat de glucose naar de organen en spieren gaat. Bij glucose-intolerantie is de opname van glucose uit de bloedbaan echter verstoord, wat tal van symptomen met zich meebrengt.
Glucose-intolerantie
Wat is glucose-intolerantie?
Glucose-intolerantie is een overkoepelende term voor alle metabolische aandoeningen waarbij de bloedglucosepiegels hoger zijn dan de normale glucosespiegels. De aandoeningen die onder de noemer van glucose-intolerantie vallen zijn:
- Gestoorde nuchtere glucose
- Gestoorde glucose-tolerantie
- Pre-diabetisch
- Type 2 diabetisch
Gestoorde nuchtere glucose
Wanneer de nuchtere bloedglucosespiegels verhoogd zijn, spreekt men van een gestoorde nuchtere glucose of glycemie. In vergelijking met diabetes zijn de bloedglucosespiegels echter in mindere mate verstoord. Desondanks hebben patiënten met een gestoorde nuchtere glycemie een verhoogde kans op het ontwikkelen van type 2 diabetes alsook een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen.
Gestoorde glucose-tolerantie
Bij een gestoorde glucose-tolerantie zijn de bloedglucosespiegels verhoogd in vergelijking met de normale glucosespiegels. Bij een gestoorde glucose-tolerantie zijn de glucosespiegels vaak verhoogd vlak na het eten en zijn ze ’s morgens, dus op nuchtere maag, verlaagd. Patiënten met een gestoorde glucose-tolerantie hebben een verhoogd risico op type 2 diabetes en cardiovasculair lijden. Gestoorde glucose-tolerantie kan echter eenvoudig behandeld worden door middel van een gezond en gebalanceerd dieet.
Pre-diabetisch
Pre-diabetisch wordt gekarakteriseerd door verhoogde bloedglucosespiegels. De term pre-diabetisch kan verwijzen naar
gestoorde nuchtere glycemie, wanneer de bloedglucosespiegels hoger zijn dan normaal na een periode van vasten. Pre-diabetisch kan ook verwijzen naar
gestoorde glucose-tolerantie wanneer de bloedglucosespiegels hoger zijn dan normaal na een maaltijd.
Type 2 diabetisch
Type 2 diabetisch mellitus is een metabolische aandoening die resulteert in verhoogde bloedglucosespiegels of hyperglycemie. Deze verhoging kan ofwel veroorzaakt worden door een verminderde gevoeligheid van het lichaam aan insuline, ook wel insulineresistentie genoemd. Ofwel is het lichaam niet meer in staat voldoende insuline te produceren. Vaak dienen patiënten met type 2 diabetes dagelijks orale anti-diabetica in te nemen of dienen ze zichzelf insuline toe te dienen teneinde de bloedglucosespiegels onder controle te houden. Risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes zijn onder andere zwaarlijvigheid, roken, weinig fysieke activiteit en verhoogde cholesterolspiegels.
Symptomen van glucose-intolerantie
De symptomen van glucose-intolerantie lijken sterk op de symptomen van type 2 diabetes:
- Een droge mond
- Wazig zicht
- Vaak naar het toilet moeten gaan
- Verlies aan spiermassa
- Continu dorst hebben
Hoe wordt glucose-intolerantie vastgesteld?
Glucose-intolerantie kan gediagnosticeerd worden door het bepalen van de nuchtere bloedglucosespiegel (FPG) en door middel van een orale glucosetolerantietest (OGTT).
Om een FPG uit te voeren mag de patiënt voor de test gedurende 8 tot 10 uur niets gegeten én gedronken hebben. Bijgevolg wordt de test meestal ’s morgens uitgevoerd, teneinde het lichaam voldoende tijd te geven om te vasten. De dokter zal een bloedstaal nemen, waarna deze in het labo geanalyseerd wordt. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert de resultaten van een FPG test als volgt:
- Normaal: < 6.1 mmol/l (< 110 mg/dl)
- Pre-diabetisch: tussen 6.1 en 6.9 mmol/l (tussen 111 mg/dl en 125 mg/dl)
- Diabetisch: > 7.0 mmol/l (> 126mg/dl)
Een OGTT wordt gebruikt om te bepalen of dat het lichaam nog voldoende in staat is glucose of koolhydraten af te breken. De patiënt zal gevraagd worden een suikerrijk drankje te drinken, waarna de bloedglucosespiegel zowel voor inname en op verschillende tijdstippen na inname van het drankje wordt gemeten. De resultaten van een OGTT worden als volgt gedefinieerd:
Normaal
- Nuchtere waarde (voor de test): < 6.0 mmol/l
- Na 2 uur: < 7.8 mmol/l
Gestoorde glucose-tolerantie
- Nuchtere waarde (voor de test): 6.0 tot 7.0 mmol/l
- Na 2 uur: 7.9 tot 11.0 mmol/l
Diabetisch
- Nuchtere waarde (voor de test): > 7.0 mmol/l
- Na 2 uur: > 11.0 mmol/l
Lees verder