Voorkomen van hoogteziekte of hypobaropathie in de bergen
Hoogteziekte, bergziekte of hypobaropathie zijn allemaal termen voor een aantal ziekteverschijnselen die kunnen ontstaan als mensen zich te snel naar grote hoogtes (meer dan 2.500 meter) gaan verplaatsen. Symptomen van hoogteziekte zijn duizeligheid, hoofdpijn, bewustzijnsverlies, enzovoort. Tegen hoogteziekte kan je je niet echt wapenen. Er bestaan wel enkele maatregelen die je in acht kan nemen om toch op een aangename manier een grote hoogte te kunnen overwinnen. Liever voorkomen dan genezen is het juiste uitgangspunt.
Wat is hoogteziekte?
Hoogteziekte, hypobaropathie of bergziekte zijn synoniemen van elkaar. Het fenomeen “hoogteziekte” vindt heel vaak plaats bij bergbeklimmers of bergwandelaars die zich te snel naar grote hoogtes gaan verplaatsen. Hoogteziektes treden meestal pas op na 2.500 meter hoogte. Een kwart van de mensen heeft last van hoogteziekte boven de 2.500 meter. Eenmaal boven de 5.000 meter loopt het percentage op tot 50%. Het hangt van persoon tot persoon af hoe gevoelig je er voor bent. Hoogteziekte kan plaatsvinden bij het beklimmen van een berg, maar evengoed in vliegtuigen. De oorzaak is een tekort van zuurstof in het bloed, waardoor de hersenen onvoldoende van zuurstof worden voorzien. Het zuurstofgehalte in de lucht neemt immers af naarmate de hoogte toeneemt.
Symptomen hoogteziekte
Typische symptomen van hoogteziekte zijn hoofdpijn, duizeligheid, bewustzijnsverlies enzovoort. Op grotere hoogte kunnen de symptomen veel erger zijn. Symptomen zoals koorts, neusbloedingen en trager wordende bewegingen zijn dan zelfs mogelijk. Het kan zelfs zover gaan - in uitzonderlijke gevallen - dat je bewusteloos geraakt.
Je kunt jezelf niet in topvorm trainen om grote hoogtes aan te kunnen en te overwinnen. Het is je aanleg die bepaalt of je tegen hoogteziekte goed bestand bent. Er bestaan enkele maatregelen of preventietips om je beklimming wat aangenamer te maken. Door deze te respecteren kan je heel wat mogelijke ellende besparen.
Klim traag naar boven
Je moet je lichaam tijdens het klimmen voldoende de tijd geven om zich aan te passen aan de grote hoogte. Blijf desnoods tijdens het klimmen een dag op een bepaalde hoogte, alvorens je hoger gaat klimmen. Een goede richtlijn is om niet meer dan 300 meter per dag hoger te klimmen. Bij het klimmen in groep zijn er ook meer gevallen van klimmers die lijden aan hoogteziekte. Door het strakke schema durven zij niet aan te geven als ze de eerste symptomen waarnemen. Ze klimmen verder totdat het plots te laat is, om de groep niet op te houden.
Bron: Unsplash, Pixabay Kijk uit voor je slaaphoogte
Als je in één dag zou klimmen en op dezelfde dag terug zou dalen, dan heb je vaak geen last van hoogteziekte. Als je onderweg op de berg blijft slapen, dan kies je best voor een locatie die lager ligt dan het hoogste punt dat je die dag hebt bereikt. Op deze manier kan je lichaam stap voor stap acclimatiseren.
Luister naar je lichaam
Luister heel goed naar je lichaam. Vanaf het moment dat je de eerste symptomen van hoogteziekte waarneemt, dan doe je het best kalmer aan. Vaak is het ook een teken dat je te snel hoogtemeters wint en je lichaam nog niet de kans heeft gehad om zich goed te acclimatiseren.
Water, jakboterthee of kauwen op coca
Veel water drinken tijdens het klimmen is een must, ook al heb je helemaal nog geen dorst. Op grote hoogte is de lucht nu eenmaal droger en word je het niet gewaar als je vocht verliest. De kans op uitdroging vergroot dus tijdens de klimtocht. Drink zeker en vast geen alcohol tijdens deze onderneming. In Peru hebben ze een wondermiddel tegen hoogteziekte. Peruvianen kauwen op cocabladeren of drinken
cocathee om hun uithoudingsvermogen op te krikken. In het cocablad is immers de stof cocaïne alkaloïde aanwezig. Deze stof vermindert de vermoeidheidssignalen van het lichaam. In Tibet slurpen ze dan weer
jakboterthee. Controleer tijdens de tocht af en toe eens de kleur van je urine. Als deze lichtgeel blijft, dan is je vochtbalans op peil.
Wat als je toch hoogteziek wordt?
Als je toch hoogteziek bent geworden, dan is de beste oplossing om te dalen. Op deze manier zullen je lichaam en hersenen meer zuurstof krijgen. Er bestaat ook medicatie om hoogteziekte te bestrijden, maar dit is echter niet aangewezen. Voorkomen is beter dan genezen. Als je uiteindelijk na enige tijd te dalen geen beterschap hebt, dan moet je minstens 500 meter gaan dalen. Zodra de klachten weg zijn, kan je je avontuur opnieuw starten en opwaarts klimmen. Indien de klachten blijven, dan moet je heel snel terug naar 2.500 meter gaan. Doe je dat niet, dan heb je kans op een hersen- of longoedeem, welke dodelijk kunnen zijn. Het is best mogelijk dat je door de weersomstandigheden niet onmiddellijk kan dalen. Dan is een zuurstoffles aangewezen. Deze fles kan enkele uurtjes verlichting geven totdat je de mogelijkheid hebt om te dalen onder de 2.500 meter.