Ontstekingsreactie de oorzaak van schizofrenie?
Volgens een Nederlandse studie van het UMC Utrecht uit 2017 zouden ontstekingsprocessen één van de oorzaken van schizofrenie kunnen zijn. De onderzoekers hebben een groot aantal studies naar de hersenen van patiënten met schizofrenie op een rijtje gezet en ontdekt dat er consistent aanwijzingen voor ontsteking in de hersenen van patiënten met schizofrenie zijn. Dit onderzoek laat zien dat het immuunsysteem een rol heeft in de ontwikkeling van schizofrenie en dat schizofrenie mogelijk overeenkomsten heeft met auto-immuunziektes. Dit inzicht biedt mogelijkheden om nieuwe behandelingsmethoden voor schizofrenie te onderzoeken.
Schizofrenie meer dan alleen tussen de oren?
Schizofrenie is een ernstige psychiatrische aandoening, die in ongeveer bij 1% van de bevolking voorkomt [1]. Patiënten hebben last van wanen, hallucinaties en een verstoord denkpatroon. Schizofrenie heeft verstrekkende gevolgen voor een patiënt, en veel mensen ondervinden grote beperkingen in het dagelijks functioneren, zelfs als ze goed ingesteld zijn op medicijnen. Het is anno 2017 nog onbekend waardoor de ziekte veroorzaakt wordt. Vroeger dacht men dat de oorzaak vooral in een verstoorde geestelijke ontwikkeling van het individu lag, bijvoorbeeld ten gevolge van jeugdtrauma's, problemen met de opvoeding etc. Tegenwoordig denkt men steeds meer dat er hiernaast ook een biologische oorzaak voor schizofrenie is, dus dat patiënten duidelijke lichamelijke of hersenafwijkingen hebben.
Het immuunsysteem in schizofrenie
Eén van de patronen in het onderzoek naar de oorzaak van schizofrenie, is een rol van het immuunsysteem. Het immuunsysteem of afweersysteem is verantwoordelijk voor de verdediging van het lichaam tegen ziektekiemen zoals bacteriën of virussen. Als het immuunsysteem geactiveerd is noemt men dit een ontstekingsproces (inflammatie), en de symptomen kunnen variëren van een beetje zwelling rond een wondje tot zware koorts, al naar de graad en uitgebreidheid van activatie. Soms gaat er echter iets mis en valt het lichaam een deel van zichzelf aan, dit heet een auto-immuunziekte. Voorbeelden van auto-immuunziekten zijn systemische lupus erythematodes (SLE), reuma, of de ziekte van Crohn. In dit geval ontstaat er een chronische ontstekingsreactie omdat het lichaam een bepaald weefsel per ongeluk aanziet als een bedreiging.
Bij patiënten met schizofrenie zijn er indirect enkele overeenkomsten met patiënten met auto-immuunziekten. Net zoals patiënten met auto-immuunziekten hebben patiënten met schizofrenie vaak in de baarmoeder of tijdens de jeugd bepaalde infecties doorgemaakt. Ook komen er bij patiënten met schizofrenie vaker bepaalde genetische afwijkingen voor die óók voorkomen bij auto-immuunziekten. In sommige gevallen kan de auto-immuunziekte SLE ook symptomen geven die zeer op schizofrenie lijken. In tegenstelling tot bij andere auto-immuunziektes zijn er echter geen heel duidelijke tekens van betrokkenheid van het immuunsysteem in schizofrenie. Patiënten hebben bijvoorbeeld geen lichamelijke symptomen zoals koorts, en de signaalstoffen voor ontsteking in het bloed vallen binnen normale waarden. Ook weet men dat de hersenen redelijk goed zijn afgeschermd van het immuunsysteem door de zgn. bloed-hersenbarrière. Aan de andere kant zijn de hersenen gevoelig voor elke afwijking en zouden zelfs minimale ontstekingsreacties al merkbare effecten kunnen geven.
Hersenafwijkingen in schizofrenie lijken op ontstekingsreactie
Onderzoekers uit het UMC Utrecht (met als penvoerder Charissa van Kesteren) hebben in 2017 een groot
onderzoek gedaan naar wat er bekend is over de betrokkenheid van het immuunsysteem in de hersenen van patiënten met in schizofrenie [2]. De onderzoekers hebben zich gericht op de hersenen van overleden patiënten met schizofrenie en hoe deze verschillen met de hersenen van gezonde mensen. Ze hebben vervolgens de gegevens van 41 studies samengevoegd in een zgn. meta-analyse en gekeken of er consistente patronen zichtbaar zijn. Het onderzoek kijkt naar twee niveau's: afwijkingen in celaantal en samenstelling op microscopisch niveau, en afwijkingen in signaalstoffen op moleculair niveau. In beide gevallen vinden de onderzoekers consistent kleine afwijkingen die op betrokkenheid van het immuunsysteem duiden. Op cellulair niveau is er een toename van geactiveerde microglia, de afweercellen van de hersenen, wat overeenkomt met een milde ontstekingsreactie. Op moleculair niveau zien de onderzoekers een toename van signaalstoffen die het immuunsysteem activeren en (in mindere mate) een afname van signaalstoffen die het immuunsysteem afremmen. De onderzoekers hebben ook nog onderzocht of er één hersengebied aan te wijzen viel waar er bijzonder veel afwijkingen waren, maar dit bleek niet zo te zijn. Er moet wel vermeld worden dat de afwijkingen zeer subtiel zijn, en in ernst niet te vergelijken zijn met 'echte' auto-immuunziektes. Dit was ook wat men verwachtte omdat bij heftige ontstekingen van de hersenen (encefalitis), bijvoorbeeld door een virusinfectie, patiënten al snel in een coma geraken (wat bij schizofrenie echter niet gebeurt).
Oorzaak of gevolg?
De resultaten van de Utrechtse onderzoekers laten zien dat er afwijkingen in het immuunsysteem van de hersenen zijn als schizofrenie éénmaal ontstaan is. Het is echter onduidelijk of deze afwijkingen oorzaak of gevolg van de ziekte zijn. De onderzoekers hebben immers materiaal van overleden mensen gebruikt, en de meesten hebben tientallen jaren met schizofrenie geleefd (de ziekte ontwikkelt zich meestal op jongvolwassen leeftijd). Het is bijvoorbeeld denkbaar dat verstoorde hersenactiviteit bij schizofrenie leidt tot subtiele hersenschade (bijvoorbeeld omdat patiënten veel stress ervaren) en dat dit een ontstekingsreactie oproept. In elk geval lijkt de immuun-activatie slechts één onderdeel in de ontwikkeling van schizofrenie.
Vervolgonderzoek
Het feit dat het immuunsysteem mogelijk betrokken lijkt te zijn bij de ontwikkeling van schizofrenie biedt een nieuwe manier om naar de ziekte te kijken. Er zijn veel geneesmiddelen die het immuunsysteem beïnvloeden en mogelijkerwijs zouden sommige van deze middelen gebruikt kunnen worden bij de behandeling van schizofrenie. Met dit oogpunt heeft het UMC Utrecht twee klinische studies gestart om dit te onderzoeken: een studie met een mild geneesmiddel (simvastatine) en een studie met een geneesmiddel dat het immuunsysteem sterk onderdrukt (prednisolon).