Geneesmiddelen: de herkomst en de vormen ervan
Bijna iedereen gebruikt geneesmiddelen, maar waar komen ze nu eigenlijk vandaan? Pil, poeder, tablet, dragee, welke vormen van geneesmiddelen zijn er nog meer en wat is nu het precieze verschil hiertussen.
De herkomst van geneesmiddelen
Voor de Tweede Wereldoorlog waren de geneesmiddelen vooral van natuurproducten afkomstig. Ze kwamen van planten die veelal fijngemalen werden en in combinatie met elkaar gegeven werden. Veel van deze middelen waren onwerkzaam maar doordat deze met religieuze rituelen en ceremoniën gegeven werden hadden ze toch effect. Het zogenaamde placebo-effect. De geneeskrachtige werking van de wel werkende middelen was bekend via overlevering, door toeval gevonden dat het helpt en door gericht onderzoek naar de werking van de plant.
Geneesmiddelen vormen
Poeder
De grondstof of een combinatie van grondstoffen kan rechtstreeks aan de patiënt gegeven worden in de vorm van een poeder. Bij de bereiding van een poeder worden een aantal geneesmiddelen gemengd en verdeeld over een aantal papiertjes die dan gevouwen worden met de hand of door een poedervouwmachine. Het nadeel hiervan is dat het lastig is om kleine hoeveelheden te bereiden, de oplossing hiervoor is om er een hulpstof aan toe te voegen zoals melksuiker. Je krijgt dan een grotere hoeveelheid die makkelijker in de juiste hoeveelheden te verdelen is. Het nadeel van poeders is dat zij in zich over een groot oppervlak in de mond verdelen en ze raken daarbij veel smaakpapillen. De oplossing hiervoor is om het poeder met wat siroop toe te dienen.
Pil
De vroegere pil was een nieuwe ontwikkeling bij de verwerking van een grondstof. Men nam een paar plantenpoeders die gingen kleven als het natgemaakt werd, het geneesmiddel werd hierdoor heen gedaan en de massa werd tot een staaf uitgerold. Deze staaf werd dan in stukjes afgesneden en de stukjes werden rond gerold. Het nadeel van deze bereiding is dat de pillen niet allemaal even constant waren, dan weer te zacht en dan weer zo hard dat het niet in het maag- darmkanaal uit elkaar viel. Om deze reden zijn de pillen vervangen door capsules, tabletten, dragees en poeders.
Tablet en dragee
Als je een poedermengsel onder een zekere druk samenperst (tabletteren) ontstaat een tablet. Dit word in een machine gedaan, de bepaalde hoeveelheid geneesmiddel wordt aangevuld met verschillende hulpmiddelen zoals zetmeel en talk. Als de tablet voorzien is van een suiker of laklaagje is dit een dragee. Het doel hiervan is om de vieze smaak te camoufleren. Als op de dragee een laagje zit dat niet in het maagzuur oplost wordt dit een enteric coated tablet genoemd. Het doel hiervan is dat het geneesmiddel niet door het zuur van de maag wordt ontleed of dat het maagslijmvlies niet wordt aangetast. Tabletten of capsules waarbij het geneesmiddel met gereguleerde snelheid vrijkomt wordt controlled release genoemd. Daardoor hoeft het geneesmiddel minder vaak ingenomen te worden, denk hierbij bijvoorbeeld aan pijnstillers.
Drank
Er zijn drie soorten vloeistoffen:
- Oplossing:het geneesmiddel is opgelost in een geschikt oplosmiddel, meestal water. Het geneesmiddel is over de hele vloeistof even goed verdeeld, elke lepel zal evenveel geneesmiddel bevatten.
- Suspensie: het geneesmiddel kan niet opgelost worden, het wordt er fijn vermalen in verdeeld. Het poeder zal naar de bodem zakken. Door er een verdikkingsmiddel aan toe te voegen zal dit minder snel gebeuren. Voor gebruik moet geschud worden.
- Emulsie: een verdeling van kleine oliedruppeltjes in water. Om te voorkomen dat de olie en het water scheiden is er aan de emulsie een emulgator toegevoegd. Voor gebruik moet ook geschud worden.
Druppels
Druppels zijn oplossingen waarbij het geneesmiddel in sterk geconcentreerde vorm is gebracht.
Infuus en injectievloeistof
Injecties worden toegepast bij kleine hoeveelheden, van 0,1 tot enkele milliliters. Infusen worden bij grotere hoeveelheden gegeven.
Zalf en crème
Poeders kunnen ook nodig zijn op de huid. Los poeder blijft niet zomaar zitten, daarom zijn zalven en crèmes ontwikkeld. Bij een zalf is het geneesmiddel met vet of olie vermengd. Als het poeder 50 % of meer is van het totale gewicht van de zalf is het een dikke, stijve zalf. Dit wordt een pasta genoemd. Een crème is een mengsel van olie en water en een emulgator met daarin het poeder. Na het aanbrengen verdampt het water en de crème wordt onzichtbaar op de huid. Dit is cosmetisch aantrekkelijk.
Pleister
Wordt toegepast bij kleine hoeveelheden van een sterk werkend middel. Bij voorkeur wordt de pleister op een plaats geplakt waar de huid niet te dik is. De pleister is langere tijd werkzaam (24 u) een voordeel is dat het een langdurige werking heeft en het makkelijk is aan te brengen. Nadeel is de kans op overgevoeligheid.
Zetpil, klysma
Een zetpil is een torpedovormig stukje vet van 1-3 gram. Bij lichaamstemperatuur smelt dit zodat het geneesmiddel vrijkomt. Het wordt rectaal (via de anus) toegediend. Het heeft een plaatselijke maar ook een systemische werking (in het hele lichaam). Vloeibare rectale toedieningsvormen zijn microklysma’s en rectioles. Deze bevatten enkele milliliters en hebben een systemische werking. Klysma’s zijn tot 150 milliliter en hebben alleen een plaatselijke werking.