EHBO: kunstmatige beademing
Ieder jaar gebeuren er in Nederland heel wat ongelukken. Kleine ongelukken, tot ernstige ongelukken. Helaas weet niet iedereen hoe EHBO toegepast moet worden. En helaas kost dit soms enkele levens. In de allereerste minuut na een ongeval kan eerste hulp al levensreddend zijn! In dit artikel kun je lezen hoe je een slachtoffer kunstmatig kan beademen.
Wanneer je een slachtoffer aantreft zonder ademhaling, is snel handelen geboden. Wanneer iemand tot vier minuten onvoldoende zuurstoftoevoer naar de hersenen heeft, kan dit al leiden tot onherstelbare hersenbeschadiging. Een ademhalingsstilstand is als volgt te constateren:
- er is geen hoorbare ademhaling
- borst en buik bewegen niet
- met de wang is geen luchtstroom te voelen
Kijk, luister en voel
maximaal tien seconden om vast te stellen of het slachtoffer normaal ademt.
Wanneer je een ademstilstand hebt geconstateert is het belangrijk om de ademweg vrij te maken. Maak knellende kleding rondom de hals en middel los, controleer de mond- en keelholte en verwijder eventueel slijm, bloed of een loszittende gebitsprothese.
Laat een goedzittende prothese altijd zitten!
Draai dan het slachtoffer op zijn rug en begin met beademen.
Komt de ademhaling niet op gang, dan moet het slachtoffer kunstmatig beademd worden. De meest voorkomende techniek hiervan is de mond-op-mondbeademing. Mond-op-neusbeademing en mond-op-neus-en-mondbeademing zijn ook mogelijk. De mond-op-neus-en-mondbeademing word alleen bij baby's en kleine kinderen toegepast
Mond-op-mondbeademing
- Een voorwaade om mond-op-mondbeademing te kunnen toepassen, is dat het slachtoffer op de rug ligt.
- Het hoofd moet iets naar achter gedrukt worden. De mond van het slachtoffer valt daardoor open en komt zijn ademweg vrij.
- Plaats de toppen van de wijs-en middelvinger van de andere hand onder de kin van het slachtoffer en til de kin iets op.
- Met de vingers van de andere hand worden de neusgaten dichtgehouden tijdens het beademen.
- Plaats dan je mond over de gehele mond van het slachtoffer, waarbij die geheel word afgesloten
- Vervolgens wordt de lucht in de longen van het slachtoffer geblazen. Let tijdens het beademen op de bostkas. Deze hoort omhoog te gaan wanneer er lucht in de longen wordt geblazen. Is dit niet het geval, dan worden de neusgaten niet goed dicht gehouden en ontsnapt de lucht door de neusgaten.
- Hierna wordt de mond van het slachtoffer vrij gelaten. De uitademing vind dan plaats. Let er op of de borstkas zakt.
- De ademfrequentie behoort bij volwassenen twaalf ademhalingen per minuut te zijn en bij kinderen tot vijfentwintig keer per minuut.
Mond-op-neusbeademing en mond-op-neus-en-mondbeademing
Deze techniek is hetzelfde als bij de mond-op-mondbeademing.
- Bij de mond-op-neusbeademing druk je de mond van het slachtoffer dicht en blaas je de lucht in de neus, Maak bij het uitademen de mond weer open.
- Bij de mond-op-neus-en-mondbeademing worden mond en neus geheel gesloten.
Kunstmatige beademing mag pas gestopt worden als:
- het slachtoffer zelf weer gaat ademen
- een ander het overneemt
- een arts zegt dat je moet stoppen