Q-koorts: longontsteking
Q-koorts is een ziekte die de laatste jaren steeds vaker opduikt. Vooral in het zuiden van Nederland komt Q-koorts relatief meer voor dan in andere delen van Nederland. Hoe herken je Q-koorts?
Coxiella burnetii
De veroorzaker van de Q-koorts is de bacterie Coxiella burnetii. Deze bacterie komt voor in geiten, schapen en runderen, en veroorzaakt bij deze dieren vaak een miskraam. Overdracht van deze bacterie vindt plaats via de melk, de mest en via geleedpotigen zoals teken of vlooien.
De mens komt in aanraking met deze bacterie doordat de bacterie via de lucht wordt verspreid. De bacterie kan vele kilometers meereizen op stofdeeltjes. De mens ademt continue stofdeeltjes in en kan zo besmet raken met deze bacterie.
Besmet raken, en dan?
Wie besmet raakt met Q-koorts, merkt soms helemaal niks. Na enkele weken treden meestal de eerste klachten op. Deze klachten variëren van lichte tot zware klachten zoals koorts, hoofdpijn, buikpijn, diarree en braken. Hoesten en spierpijn komen er ook vaak bij kijken. 1 op de 5 mensen krijgt er ook nog een longontsteking bij. Vroeger was Q-koorts een ziekte die bij het beroep veehouder hoorde. Heel vaak kwam er toen een longontsteking bij kijken, vandaar dat Q-koorts de ziekte van de longontsteking was. Tegenwoordig is de bacterie wat afgezwakt waardoor deze niet altijd meer een longontsteking veroorzaakt.
Mensen met een verminderde afweer en oudere mensen hebben meer kans om er een longontsteking bij te krijgen. Niet iedereen die in een besmet gebied verblijft, krijgt overigens de Q-koorts, ook dit hangt weer af van de eigen afweer.
Behandeling
Behandeling van Q-koorts bestaat veelal uit rust en het toedienen van antibiotica. Een belangrijk onderdeel is het onderzoek door middel van bloedprikken. Aan de hand daarvan kan bekeken worden of het daadwerkelijk om een besmetting met Q-koorts gaat.
De meeste mensen lopen 3 tot 12 maanden rond met ziekteverschijnselen. Na 1 jaar is ongeveer 10 tot 15 procent niet genezen. Q-koorts is een sluimerziekte die lang aan kan blijven houden. Je kan je behoorlijk lusteloos en moe voelen. Het plannen van dingen in het dagelijkse leven kan daardoor in de war geraken. Mensen met Q-koorts kunnen ook een kort lontje hebben: ze zijn snel boos.
Besmette geiten, schapen en runderen worden veelal afgezonderd bij Q-koorts. Dit houdt ij dat er een verbod geldt op het vervoeren van besmet vee. Het wordt ook afgeraden om besmette gebieden te betreden, en ook huisdieren weg te houden van besmette gebieden. Honden en katten kunnen immers de ziekte doorgeven aan de mens. Mens op mens-besmetting komt niet voor. Een persoon die besmet is, kan dus gewoon in contact komen met andere mensen.
Wat dit voor de toekomst betekent, is nog onduidelijk. Micro-organismen blijven zich continue aanpassen aan hun leefomgeving, met als doel zich voort te planten en te overleven. Wanneer het voor een micro-organisme als de Coxiella burnetii nodig blijkt om van de mens afhankelijk te zijn, kan het zomaar gebeuren dat de bacterie muteert en ook van mens op mens kan geraken.