Tradities rond bevalling en kraamtijd
Nieuw leven, kinderen krijgen en opvoeden, voor de meesten van ons een geweldige ervaring. Vroeger was dat niet anders, geboorte en kraamtijd waren een hele gebeurtenis, ook niet geheel ongevaarlijk. Veel kinderen stierven op zeer jong leeftijd en ook voor de kraamvrouw was de bevalling een risico. De kindertjes werden gebracht door de ooievaar, beschuit met muisjes werd een traditie, geboortekaartjes ontstonden en kraamkloppers gingen.
Inhoud
Waar komen de kindertjes vandaan?
Seksualiteit was eeuwenlang een groot taboe, over bevallen praten overigens ook. Maar vruchtbaarheid was wel belangrijk. Vanaf de kansels werd gepredikt dat voortplanting een belangrijke deugd was, er over praten niet. Kinderen verzekerden je van een verzorgde oude dag en waren naast extra monden om te voeden, ook extra handen die mee konden werken. Rondom de conceptie groeide het bijgeloof welig. Drinken van verse melk net voor de geslachtsdaad zou een zwangerschap bevorderen, het drinken van hazenbloed ook maar waarschijnlijk kozen onze voorouders voor het eerste. Waar kwamen de kinderen tenslotte vandaan? Kinderen kwamen uit de rode kool, hingen ergens aan een boom, kwamen uit een put , werden aan wal gezet door een boot of werden gebracht door de ooievaar of een zwaan. Ooievaars waren al jarenlang de brengers van geluk. Het daadwerkelijk plaatsen van een ooievaar werd pas veel later een gebruik bij de kraamtijd.
Eenmaal zwanger begon een zeer onzekere tijd. Een zwangerschap was gevaarlijk voor zowel moeder als kind. Geen wonder dat de tijd rijk was bedeeld met symbolische tekens en natuurlijk (baker)praatjes.
De zwangerschap en bakerpraatjes
Zwangerschap was een zaak van vrouwen, mannen speelden geen enkele rol. Hoe vrouwen vroeger een zwangerschap beleefden is niet helemaal duidelijk. Maar onzekerheid moet een rol hebben gespeeld. En dan had je nog allerlei magische gebruiken die je zeker in acht moest nemen. Wanneer je veel blauwe kleding droeg, kreeg je vrijwel zeker een jongen. Zag je een haas wegspringen, snel de andere kant opkijken want het kind zou een hazenlip krijgen. Het lezen van veel (stichtelijke) literatuur zou een slim kind opleveren. (iets wat ook nog voorbehouden was aan de elite) De wieg bleef buiten de deur tot na de bevalling en veel azijn drinken zou een kleiner kind opleveren en dus een makkelijke bevalling. Ga niet tegen de wensen in van een zwangere vrouw want dan krijgt het kind moedervlekken, overigens ook door te veel aardbeien eten van de moeder. Wanneer de moeder veel melk had gedronken tijdens de zwangerschap kreeg ze een zeer blank kindje en trapt de baby vooral rechts dan is het een meisje. De laatste, kijken naar lelijke dingen geeft een lelijke baby, naar mooie dingen kijken een pracht van een kind.
De bevalling
Was de zwangerschap een risico, de bevalling was het nog meer. In 1890 stierf een kwart van de pasgeborenen nog tijdens, of vrij snel na de geboorte. Voor de vrouwen lag het gevaar van kraamvrouwenkoorts voortdurend op de loer. Ook de bevalling was een vrouwenzaak, mannen waren niet aanwezig. De meeste vrouwen bevielen thuis met hulp van buurvrouwen, een vroedvrouw of een baker. In het ziekenhuis bevallen was ook een risico in verband met de kraamvrouwenkoorts. Vrouwen bevielen zittend. Er waren wel baarstoelen maar in de bedstede kon je ook bevallen of desnoods bij een andere vrouw op schoot.
Bron: Frankbeckerde, Pixabay Van geboorteklopper tot geboortekaartje
Heel, heel vroeger werd de stadsomroeper of dorpsomroeper de straat opgestuurd om het gelukkige nieuws door te vertellen: er is een baby geboren. Aan de deur werd een ‘klopper’ gehangen, een kanten handwerkje met een klein papiertje erin, wanneer een meisje was geboren, zonder papier was het een jongen. In sommige delen van Nederland was de klopper een plankje bekleed met zijde, zat daarop een wit papiertje dan was de boreling een meisje. Pas een eeuw geleden werd het plaatsen van een ooievaar gebruikelijk. De traditie is rond die tijd komen ‘overvliegen’ uit Duitsland. Pas echt populair werd het na de geboorte van prinses Juliana in 1909. Het versturen van geboortebrieven is dan al een goede gewoonte. Deze geboortebrieven worden, door vooral de elite, in het begin van de 20e eeuw omgetoverd tot echte ‘geboortekaartjes’. Het zijn kaartjes met afbeeldingen van, hoe kan het anders, kolen en ooievaars. Rond 1950 gaat ook het ‘gewone volk’ de kaarten versturen.
Dopen
De doop moest zo snel mogelijk omdat de zuigelingensterfte hoog was en het kind in ieder geval voor het overlijden moest zijn gedoopt. In bijzondere gevallen mocht zelfs de vroedvrouw een doop uitvoeren en zelden (maar het gebeurde wel) werd een kind in de baarmoeder gedoopt. Zielen van ongedoopte baby’s zouden nooit rust kunnen vinden was de reden en bleven vast aan de aarde. Aan het eind van de middeleeuwen moest een kind in ieder gaval binnen acht dagen worden gedoopt. Het kind kreeg peetouders bij de doop, vaak familieleden. Peetouders gaven een ‘pillengift’, een cadeau dat werd beloofd bij de doop maar enkele maanden later pas daadwerkelijk werd gegeven. Het moest eerst duidelijk zijn dat het kind het eerste moeilijke jaar zou overleven.
Kraamvisite
Het kraambezoek werd getrakteerd op kandeel, warme wijn met kaneel . Het kan witte wijn met diverse kruiden zijn maar ook brandewijn met suiker en eieren. De vader moest de kandeel uitdelen aan de visite terwijl hij er met een pijp kaneel in roerde en een kraamheermuts droeg. Het is een ritueel waarmee hij de kwade geesten bij zijn vrouw en kind kon verdrijven. Daarbij eten ze…nee nog geen beschuit met muisjes. Boterhammen met suiker of (de rijken) beschuit met suiker. Zo rond de 19e eeuw gaat men beschuit met muisjes geven, roze bij een meisje, blauwe bij een jongen. Anijszaadjes met een gekleurd suikerlaagje. Niemand weet goed waarom het ‘muisjes’ worden genoemd, zeer waarschijnlijk een combinatie van vorm en muizen waren zeer talrijk, dus een symbool van vruchtbaarheid. Anijs was daarnaast bijzonder goed voor de kraamvrouw omdat anijs de melkproductie bevordert.
In België deelt men suikerbonen uit. Suiker met een kern van amandelen of chocolade. Suikerbonen werden betaald door de peetouders en kwamen meestal na de doop uit de (ja hoor, een tweede) luier. Ze worden daarom ook wel kakkebonen genoemd. De bonen stonden voor het nieuwe leven en voor vruchtbaarheid.
En de naam is..
Het geven van een voornaam was serieus. In de middeleeuwen kregen kinderen vaak namen van heiligen. Daarna werden kinderen vaak vernoemd naar familieleden. De oudst geboren zoon naar de opa van vaders kant, de tweede naar de opa van moeders kant , dan kwamen meestal broers of ooms. Vernoemen naar een peter of meter was ook vrij gebruikelijk. De naam werd niet genoemd voor de doop van het kind, een boze geest zou zich dan meester kunnen maken van de naam en ook van het kind.
De baker
De baker zorgde voor moeder en kind in de kraamtijd. Meestal een vrouw met veel ervaring en kinderen. Pas een eeuw geleden kwamen de eerste opleidingen voor de vrouwen. De baker, ‘bakerde’ het kind en gaf de kraamvrouw tips en begeleiding bij de verzorging van de baby. Inbakeren was een belangrijke taak van de vrouw. Kinderen werden stijf in doeken gewikkeld om zo scheefgroei te voorkomen en om eventueel letstel veroorzaakt door de bevalling te laten genezen. Na drie maanden werden de armen vrijgelaten en nog eens drie maanden later was het kind uitgebakerd. Aan het einde van de 18e eeuw verdween het gebruik. In Oost-Europese landen worden kinderen nog steeds ingebakerd, in Nederland wordt ook weer vaker gebakerd.
Bron: Jackmac34, Pixabay En (nogmaals) de bakerpraatjes
- blijft er niets van je figuur over tijdens de zwangerschap, dan krijg je een meisje
- lijkt je buik op een voetbal dan krijg je een jongen
- kijk je tijdens de zwangerschap een zwarte kat in de ogen, dan wordt het kind geboren met een flinke bos haar
- heb je dun en erg futloos haar dan wordt het een meisje
- heb je alleen maar zin in augurken en zure haring dan wordt het een jongen
- wanneer je slaapt met je hoofd naar het zuiden krijg je een meisje (beslist niet waar)
- ben je de hele zwangerschap vrolijk, dan krijg je een jongen
- wil je beslist een jongen dan moet de vrouw tijdens geslachtsgemeenschap haar linkerheup optillen zodat het zaad naar rechts gaat
- voor een snelle bevalling moet je alle deuren en ramen open zetten
- wanneer je de hele zwangerschap misselijk bent, dan krijg je een meisje
- heb je last van koude voeten tijdens de zwangerschap dan is het een jongen
- tijdens het geven van borstvoeding kun je niet zwanger raken (beslist onwaar!)
- heb je veel last van pukkels op je gezicht dan ben je zwanger van een meisje
- wanneer je veel met je benen over elkaar zit, dan krijgt je kind een punthoofd
Lees verder