De bevalling: enkele tips
Zwanger zijn, het is een hele klus. Hoe korter de bevalling komt, hoe meer je je gaat beseffen dat je mama. Maar hoe kun je nu zo een bevalling het best doorstaan? Hier volgen enkele tips.
Voor je gaat bevallen
Voor je gaat bevallen zorg je dat je goed voorbereid bent:
- Je kan als je dat wil een zwangerschapscursis volgen zodat je uitleg en tips krijgt hoe de bevalling in elkaar zit en hoe je je zelf kan voorbereiden op de eigenlijke bevalling en het leven na dat je je kindje geboren is.
- Informeer jezelf door boeken te lezen en sites af te gaan over informatie over zwangerschap. Als je vragen hebt kan je op allerlei forums wel een antwoord krijgen want kennis is macht.
- Natuurlijk kan je ook terecht bij je gyneocoloog of huisarts over vragen of klachten van allerlei
- Praat met je partner, je moeder of vriendinnen over je emoties en informeer je eventueel bij een van deze die misschien zelf al reeds bevallen zijn geweest.
- Als je bijna op het punt staat om te bevallen maak je je koffers al van te voren klaar zodat wanneer je naar het ziekenhuis zou moeten vertrekken je dadelijk klaar staat om te vertrekken
- Drink genoeg voor je op het punt staat om te bevallen want bevallen zal je vele krachten gaan kosten
Fases van een bevalling
Bevallen gebeurt eigenlijk in 3 belangrijke fases namelijk:
- De ontsluiting: de ontsluiting is het opengaan van de baarmoedermond, bij elke contractie wordt de baarmoedermond een beetje opgerekt totdat deze een diameter van ongeveer 10 centimeter heeft bereikt en de opening genoeg is om de eigenlijke bevalling te beginnen.
- De eigenlijke bevalling: In dit stadium wordt door grote samentrekkingen van de baarmoeder en actief meepersen door de moeder, de baby door het geboortekanaal geduwd. Deze persweeën lijken wel enigszins op de aandrang bij toiletbezoek, en zijn onweerstaanbaar sterk. De vrouw kan niet anders dan actief mee gaan persen. Als het hoofdje eenmaal geboren is, zal in de meeste gevallen nog slechts één perswee nodig zijn om het hele lijfje naar buiten te duwen.
- De nageboorte: Binnen ongeveer tien minuten tot een half uur na de geboorte van het kind wordt de placenta of moederkoek nog uitgestoten, dit wordt nageboorte genoemd. Pas dan is de bevalling afgelopen.
Tijdens je bevalling
- Probeer zoveel mogelijk te ontspannen
- Als het nacht is, probeer zo goed mogelijk tussen de weeën door te ontspannen en (indien mogelijk) te slapen.
- Span je spieren niet op en probeer je lichaam zo los mogelijk te houden
- Concentreer je op je ademhaling. Het beste is om gewoon rustig te blijven ademen, wel niet al te diep inademen. De manier van puffen doet er eigenlijk niet toe: de bedoeling is dat je je op iets anders concentreert, en zo meer ontspannen bent. Hoe meer ontspannen, hoe vlotter de ontsluiting
- Verzet je niet tegen de weeën en wees niet bang voor de pijn. De weeën heb je juist nodig.
- Je kan als je dat wilt pijnverstillende bevragen aan je arts zoals epidurale verdoving, dit verlicht een heel deel van de pijn
- Zorg voor iets te eten waardoor je wat meer energie krijgt zoals een banaan, druivensuiker maar vooral geen vette producten
- Je kan als je dat wil in een bad bevallen. Dit werkt pijnstillend en vergroot de onsluiting ook veel sneller
- Goed om weten: de meeste baby's zien er een beetje blauw uit als ze ter wereld komen en beginnen pas een minuut na de geboorte te huilen. Een derde komt ter wereld met de navelstreng rond de hals. Dus niet panikeren als dat bij jouw baby ook zo mocht zijn
Tips voor je partner
- Je aanwezigheid is heel belangrijk, zorg als het enigszins kan dat je haar naar de kraamkliniek kunt brengen.
- Steun haar zoveel mogelijk, vertel haar hoe goed ze het doet.
- Probeer zoveel mogelijk haar wensen in te willigen.
- Als ze snauwt neem het haar niet kwalijk, zij voelt de pijn nu eenmaal.
- Als ze je vraagt weg te gaan, verdwijn dan uit het zicht, maar blijf altijd in de buurt.
- Voel je niet nutteloos. Alleen al je aanwezigheid en steun helpen
Na de bevalling
Na de bevalling krijgt de moeder het kindje meteen bij zich. Dat mag een uur of langer duren, zolang moeder en kind er zich maar goed bij voelen. Als de moeder dat wil, kan ze de baby meteen na de geboorte al aanleggen. Het kind wordt binnen 24 uur door een kinderarts onderzocht, en nadien nog eens vlak voor het vertrek.
In de dagen na de bevalling leren de kersverse ouders hoe ze hun kindje moeten verzorgen, van het verschonen van de luier tot het geven van een badje.