Autisme: algemene kenmerken
Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis waarbij waarbij sociale beperkingen, afwijkingen in de communicatie en stereotype, beperkte en herhaalde gedragingen en interesses centraal staan. Om de diagnose autisme te krijgen moet men aan bepaalde criteria voldoen zoals in de DSM-IV beschreven staan. Er zijn enkele algemene kenmerken die typerend voor autisme zijn.
Autisme is een van de vijf
pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Autisme treedt doorgaans tussen het tweede en vijfde levensjaar op in de vorm van een
achterstand in de ontwikkeling. Deze ontwikkelinsgachterstand uit zich doorgaans in het niet bereiken van zogenaamde
mijlpalen in de ontwikkeling, waaronder lopen en spraak. Men kan echter op jongere leeftijd vaak reeds karakteristieke verschijnselen van autisme zien, zoals bepaalde motorische uitingen. De symptomen van autisme zijn in de vroege kindertijd doorgaans het meest ernstig. Ongeveer de helft van de kinderen met autisme boekt vooruitgang op het gebied van communicatie, redeneren en gedrag, hoewel zij de rest van hun leven beperkingen zullen blijven houden. De andere helft van de kinderen boekt geen of slechts weinig vooruitgang op deze gebieden.
Diagnose autisme
Autisme is een diagnose die in de DSM-IV voorkomt. De DSM-IV is een classificatiesysteem van psychische stoornissen. Drie hoofdcriteria behoren bij autisme:
- Sociale beperkingen: een gebrek aan sociale wederkerigheid, verminderd oogcontact, gebrek aan empathie, affectie en gedeeld plezier, beperkingen in het aangaan en onderhouden van vriendschappen, verlegenheid, achterdochtigheid, vreemd gedrag en moeite om anderen te vertrouwen
- Afwijkingen in de communicatie: vertraagde of afwezige spraakverwerving, afwijkingen op het gebied van de nonverbale communicatie en verbale expressie
- Stereotype, beperkte en herhaalde gedragingen en interesses
Om de
diagnose autisme te krijgen moet men minstens twee beperkingen op het sociale gebied hebben, minstens één beperking op communicatief gebied en minstens één stereotype, beperkte en herhaalde gedraging of interesse hebben. Daarnaast dient er sprake te zijn van vertraagd of abnormaal functioneren op minstens één van de volgende gebieden voor het derde levensjaar: sociale interactie, taal en symbolisch of fantasiespel. Tot slot moet uitgesloten worden dat de verschijnselen door een andere aandoening veroorzaakt worden.
Typerend voor autisme
Naast bovenstaande hoofdcriteria zijn er nog andere verschijnselen die kenmerkend voor autisme zijn:
- Beperkte cognitieve vaardigheden (ongeveer 75% van de mensen met autisme functioneert op een zwakbegaafd niveau)
- 'Theory of mind' is dikwijls onvoldoende ontwikkeld
- Er kan sprake zijn van opvallend goede prestaties op bijvoorbeeld het gebied van geheugen of tekenen
- Bij velen is er sprake van problemen op het gebied van spierspanning
- Bij mensen met een ernstigere vorm van autisme kunnen epileptische aanvallen voorkomen
- Men heeft moeite met veranderingen (vakanties kunnen een grote onrust veroorzaken)
- Men heeft vaak een hoger performaal dan verbaal IQ