Een gebroken hand (fractuur): Symptomen en behandeling

Een fractuur (breuk) van de hand komt vrij veel voor. Het betekent dat een of meer van de handwortelbeentjes of middenhandsbeentjes gebroken is. De behandeling word opgesteld op basis van de plaats en soort fractuur die men ontdekt.

Anatomie

Een hand kan, vanaf de pols gezien, opgedeeld worden in drie verschillende groepen:

• De handwortelbeentjes
• De middenhandsbeentjes
• De vingerkootjes

In dit artikel worden de fracturen van de eerste twee groepen besproken. Gebroken vingerkootjes vergen meestal een andere aanpak.

Oorzaken

De oorzaak van een fractuur van de handbotjes is meestal het gevolg van een trauma. Een ongeval of vechtpartij zijn hiervan voorbeelden.

Symptomen

Symptomen die bij een handfractuur kunnen voorkomen zijn:

• Zwelling van de hand
• Vinger(s) moeilijk of niet kunnen bewegen
• Pijn of gevoeligheid van de hand
• Vervorming van de hand op de plaats van de breuk
• Verkorte vinger
• Vingers staan afwijkend tegenover elkaar
• Ingedrukte knokkel

Diagnose

Na een standaard anamnese en lichamelijk onderzoek zal de arts bij vermoeden van een gebroken handbeentje röntgenfoto's laten maken. Met deze foto's kan men de locatie en de soort breuk diagnosteren.

Complicaties

Complicaties die kunnen voorkomen wanneer er geen medische hulp wordt gezocht of de behandeling niet voldoende aanslaat:

• Stijfheid van de hand en vingers
• Permanente misvorming van de vingers
• Schade aan de pezen en weke delen van de hand en/of vinger
• Bewegingsproblemen van de hand en/of vingers

Behandeling

Afhankelijk van welke soort breuk en de graad van ernst zijn er verschillende behandelingsmogelijkheden beschikbaar:

Gipsverband, spalk of brace

Een van deze wordt gebruikt om de de breuk te fixeren en de beentjes stil te houden. Wanneer mogelijk moeten de vingers zo snel mogelijk weer regelmatig bewogen worden (op doktersadvies), omdat de spieren en pezen anders te stram en wtijf worden. Dit kan permanante schade aan de bewegelijkheid van de vingers opleveren. De meeste gipsverbanden blijven om te starten een week of drie-vier ter plaatse. Daarna wordt de breuk hergeëvalueerd.

Operatie

Als de breuk(en) te ernstig of onstabiel zijn kan er een operatie plaatsvinden. In deze operatie worden de botjes doormiddel van pinnen en schroeven weer op de juiste plaats aan elkaar gehecht. Soms word het materiaal er na de genezeing weer uit gehaald via een kleine operatie. Na de operatie wordt een gipsverband aangelegd en een controle röntgen gemaakt en te zien als de operatie volledig geslaagd is.

In beide gevallen is een bijkomende behandeling bij de handfysiotherpeut aan te raden om complicaties te voorkomen.