Nierstenen: wat houdt het in en hoe wordt het behandeld?
Nierstenen zijn kristallen die in de urine ontstaan en kunnen samenklonteren tot een steentje. Dit steentje kan ergens vast komen te zetten, wat tot heftige pijnklachten kan leiden. De pijn ontstaat meestal aan de zijkant van de buik dat doortrekt naar de lies, bovenbeen of geslachtsorganen. Nierstenen leiden niet altijd tot klachten, soms worden ze via de urine weer uitgeplast. Het ligt aan de klachten, grootte van de nierstenen, plaats waar ze zitten en de samenstelling van de steen welke behandeling er nodig is. Een behandeling is niet altijd nodig. Indien het wel behandeld moet worden, zijn er verschillende mogelijkheden.
Wat nierstenen zijn
Nierstenen zijn kristallen die worden gevormd in de urine. Urine zorgt ervoor dat afvalstoffen het lichaam kunnen verlaten, zoals eindproducten van de stofwisseling, overtollige zouten of andere afvalproducten. Wanneer er neerslag ontstaat in de urine of de zouten worden slecht opgelost, kunnen er kristallen ontstaan. Uit deze kristallen kunnen er nierstenen ontwikkelen. Meestal ontstaat de niersteen in de nierkelk, omdat de urine zich hier verzamelt voordat het via de urineleider naar de blaas gaat. De samenstelling van de niersteen kan verschillen. De meest voorkomende soorten zijn:
- Calciumoxalaat- en calciumfosfaatstenen (bevatten vooral kalk)
- Struvietstenen (zijn vaak het gevolg van terugkerende urineweginfecties)
- Urinezuurstenen (komt vooral voor bij mensen met jicht)
- Cystinestenen (vaak is een aangeboren ziekte zoals “cystinurie” de oorzaak)
Hoe zijn nierstenen te herkennen?
Niet iedereen die nierstenen heeft, heeft klachten. Soms wordt het steentje uitgeplast via de urine. In sommige gevallen is het te voelen als het wordt uitgeplast, maar als het om een klein steentje gaat hoeft dat niet altijd het geval te zijn. Wanneer een steen klem komt te zitten, bijvoorbeeld in de urineleider of in de hals van de nierkelk kan er een heftige pijnaanval ontstaan. De urine kan niet (goed) worden afgevoerd waardoor er stuwing in de nier kan ontstaan. De pijn die ontstaat wordt geleidelijk heviger.
De klachten
Meestal ontstaat er pijn aan de zijkant van de buik, die door kan trekken naar de lies, het bovenbeen of geslachtsorganen. Deze pijn wordt ook wel koliekpijn genoemd. Tijdens een aanval kan iemand soms niets meer van de pijn, ligt in elkaar gedoken en kan er een bewegingsdrang ontstaan. Andere klachten die als gevolg hiervan kunnen ontstaan zijn: misselijkheid, overgeven, zweten, onrustig zijn, meer aandrang voelen om te plassen en er kan bloed in de urine zitten. Er kan koorts ontstaan als er een urineweginfectie ontstaat.
Risicofactoren
Vaak is de oorzaak niet altijd even duidelijk of vrij complex. Voeding een leefstijl hebben een effect op het ontstaan van nierstenen. Mensen die weinig urine produceren omdat ze te weinig drinken of te veel vocht eruit zweten, veel uitscheiding van zouten hebben, teveel eiwitten eten, een andere zuurgraad van de urine hebben of veel blaasontstekingen hebben gehad, lopen meer kans op het krijgen van nierstenen. Andere risicofactoren zijn:
- Jicht
- Te weinig lichaamsbeweging
- Chemotherapie
- Darmaandoeningen
- Te snel werkende bijschildklieren
- Medicijngebruik
- Aangeboren ziekten
Wat te doen?
Veel mensen komen bij de eerste hulp het ziekenhuis binnen als zij nierstenen hebben vanwege de heftige pijn. Medicijnen kunnen de pijn wegnemen en ook de spieren verslappen. Sommige nierstenen zijn te groot om vanzelf door de urineleider naar buiten te komen. In dat geval wordt er vaak gekozen voor een uitwendige niersteenvergruizer of een kijkoperatie. In geval van koorts wordt iemand vaak meteen opgenomen in het ziekenhuis. Er wordt antibiotica toegediend en soms wordt er een drain in de nier aangebracht. Er is niet altijd een behandeling nodig. Soms wordt er besloten om te wachten of iemand de niersteen uit kan plassen. Een enkele keer moeten nierstenen operatief onder volledige narcose worden verwijderd.
Voeding
Voeding kan een rol spelen bij het ontstaan van nierstenen. Het is belangrijk om tussen de twee tot drie liter vocht per dag te drinken. Beperk het eten van vlees vanwege de dierlijke eiwitten die de kans op het ontstaan van kristallen kan vergroten. Beperk het eten van groene bladgroente, chocolade, cacao, cola, thee en noten vanwege het oxalaat (bepaald soort zout) dat het kan bevatten. Gebruik niet te weinig, maar ook niet te veel zuivelproducten en gebruik niet meer dan 4 gram vitamine C per dag.