Hartinfarct, hartritmestoornissen, hartkramp, hartfalen
Zolang het goed gaat merk je weinig van je hart. Maar circa een miljoen Nederlanders hebben een hart- of vaatziekte, waarvan vijftigduizend mensen per jaar overlijden. Een acuut hartinfarct gaat gepaard met heftige verschijnselen: Pijnlijke druk op de borst, kortademigheid, uitputting en onwel zijn. Hartritmestoornissen gaan hand in hand met een hartinfarct: Het hart slaat op hol met duizelingen en benauwdheid als gevolg. Wie een hartkwaal heeft is fysiek beperkt en leeft altijd in onzekerheid.
Het pompend hart
Het hart is de motor van het lichaam: Een spier die werkt als een pomp. Het zorgt ervoor dat het bloed voortdurend door het lichaam stroomt, waarbij stoffen worden aan- en afgevoerd. Dit heet de
bloedsomloop. Het hart is eigenlijk een dubbele pomp, want er bestaan een grote en kleine bloedsomloop. Bij de kleine bloedsomloop gaat het bloed van het hart naar de longen om er zuurstof te halen en koolzuurgas af te geven. In de grote bloedsomloop stroomt het bloed naar alle andere organen om daar voedingsstoffen en afvalstoffen op te halen en af te geven. Gemiddeld maakt het hart in rust zeventig pompslagen per minuut, goed voor vier tot vijf liter bloeddoorstroming per minuut. Maar het hart heeft zelf ook zuurstof nodig om te functioneren, en die krijgt het uit de
kransslagaders. Dit zijn slagaders die als een krans om het hart liggen. De binnenwanden van deze aders zijn normaal gesproken mooi glad. En dit is gunstig bij grote inspanning zoals tijdens werk of sport. Het hart krijgt dan altijd voldoende zuurstofrijk bloed.
Slagaderverkalking
Hoe kan het mis gaan? Als de slechts enkele millimeters dikke kransslagaders van binnen dichtslibben en daardoor de bloeddoorstroming gedeeltelijk of zelfs totaal wordt geblokkeerd. Dit proces heet slagaderverkalking of
atherosclerose. Het begint al op jonge leeftijd maar geeft dan nog geen enkel verschijnsel. Kleine beschadigingen of scheurtjes kunnen op een gegeven moment leiden tot het klonteren van vetten, bloedplaatjes, cholesterol en kalk. Zo'n opeenhoping van bloedstolsels heet een
plaque (plak). De slagaders worden nauwer en kunnen verstopt raken. Het uiteindelijke gevolg van deze verkalking is dat het hart minder zuurstof krijgt dan het op een zeker moment nodig heeft. Voortekenen dat een hartinfarct op de loer ligt zijn oververmoeidheid en bij inspanning pijn op de borst (angina pectoris).
Symptomen hartinfarct
Een hartinfarct wordt ook wel een
hartaanval genoemd. Wanneer een deel van de hartspier geen zuurstof uit de kransslagaders krijgt, trekt het niet meer samen en valt het uit. In de meeste gevallen ontstaat dit door slagaderverkalking. Het hartinfarct vindt dan plaats als de doorgang in de slagader volledig wordt afgesloten. De symptomen van een hartinfarct of naderend hartinfarct zijn:
- drukkende, beklemmende of benauwende pijn op de borst
- kortademigheid
- ongewone moeheid
- misselijkheid
- een 'onwel' gevoel
- zweten
- slecht slapen
- zware pijn in de bovenrug
- bleekheid
Daarbij ontstaat vaak onrust en angst. De pijn op de borstkas zit in het midden maar kan ook iets naar links worden gevoeld. Het kan uitstralen naar de armen of onderkaak. Kenmerkend is dat de pijn in rust langer dan vijf minuten aanhoudt. Scherpe steken in de borst of tussen de ribben wijzen zelden op een infarct. Een hartinfarct hoeft overigens niet altijd met duidelijke symptomen samen te gaan. Soms heeft iemand een
stil hartinfarct, waarbij de patiënt soms ziek is, maar de duidelijke verschijnselen van een hartaanval ontbreken. Dit komt vaker voor bij ouderen en diabetespatiënten en betreft maar liefst 1 op de 3 infarcten.
Eerste hulp hartinfarct
Bij symptomen die wijzen op een hartinfarct belt u direct met het alarmnummer 112. De arts of de ambulanceverpleegkundige maakt dan zo snel mogelijk een
ECG (electrocardiogram), ook wel hartfilmpje genoemd, om het infarct aan te tonen. Bij dit onderzoek wordt tijdelijk de elektrische activiteit van het hart geregistreerd (het hartritme). De meting gebeurt met plakkers of zuignappen op het bovenlichaam, armen en benen. Daarnaast zal het bloed worden onderzocht op
hartenzymen. Dit zijn bepaalde afvalstoffen die duiden op het afsterven van een stukje hartspier. Ook wordt er een röntgenfoto van hart en longen gemaakt (thoraxfoto). Na enkele uren volgen de uitslagen en zijn de afwijkingen bekend. Omdat er de eerste uren na een acuut hartinfarct meestal stoornissen in het hartritme ontstaan komt de patiënt op de afdeling
hartbewaking te liggen. Hier wordt het hart via monitoren bewaakt. Zo probeert men een hartstilstand te voorkomen. In dat geval slaat het hart op hol en pompt het geen bloed meer uit.
Behandeling hartinfarct
Op de plaats van het hartinfarct ontstaat een
litteken van bindweefsel. Het hart pompt door, maar dit gedeelte is uitgevallen. De ernst hangt af van de exacte plek en de grootte van het aangetaste deel. Door snel ingrijpen wordt de schade zo veel mogelijk beperkt. Het gaat er dus om het verstopte bloedvat weer open te krijgen om het verder afsterven van hartspiercellen tegen te gaan. Diverse medicijnen, eerst per infuus, zorgen ervoor dat stolsels oplossen en de aderen worden verwijd. Soms komt het voor dat de patiënt een dotterbehandeling krijgt. Dit gebeurt in een hartcatheterisatiekamer met behulp van röntgen. Met een dotterbehandeling (ballondilatatie) wordt de vernauwde plek in de kransslagader met een ballonnetje verwijd waardoor de doorbloeding van de hartspier wordt verbeterd.
De kritische grens na een hartinfarct ligt na een paar uren. Er zijn een aantal factoren die de kans op vernauwde kransslagaders (en een hartinfarct) vergroten. Deze zijn roken, overgewicht (vooral buikvet), hoge bloeddruk, een eerder doorgemaakt hartinfarct, ouderdom, gebrek aan lichaamsbeweging, te hoog cholesterolgehalte, eten van teveel verzadigde vetten, familieleden die ook aan aderverkalking lijden, suikerziekte, depressies en stress. Bij mannen komen hartinfarcten vaker voor dan bij vrouwen.
Angina pectoris of hartkramp
Als de hartspier te weinig zuurstof en voeding krijgt door een vernauwing van een kransslagader, ontstaat er een aanval van pijn in de borst. Deze pijn heet angina pectoris en lijkt op een hartinfarct, maar dan minder ernstig. Ook hierbij kan de pijn uitstralen naar schouders, armen, polsen, rug of kaken. Het verschil met een echt hartinfarct is de
duur van de aanval. Een aanval van angina pectoris duurt meestal vijf tot vijftien minuten en gaat over door rust te nemen. De pijn vermindert sneller door het innemen van nitraten, zoals nitrospray onder de tong of een nitrobaattabletje (nitroglycerine) onder de tong. Angina pectoris kan worden uitgelokt door inspanning, stress, emoties, na een zware maaltijd of bij overgang van warmte naar kou, maar kan ook spontaan optreden. Behalve het noodmiddel nitroglycerine worden er bij hartkramp meestal ook onderhoudsmedicijnen (middelen bij hart- en vaatziekten) gegeven die de frequentie van aanvallen verminderen. Angina pectoris moet worden gezien als een waarschuwing.
Hartritmestoornissen
Voor en na een hartinfarct komen hartritmestoornissen (aritmie) vaak voor. Dit is het geval wanneer het hartritme onder normale omstandigheden van het gewone patroon afwijkt. Als de hartslag steeds boven de 100 per minuut ligt heet dit
tachycardie. Een hartslag die onder de 50 ligt, heet
brachycardie. Combinaties komen ook voor: Beurtelings te snel of te traag. Voorbeelden van hartritmestoornissen door een te snel ritme zijn boezemfibrilleren waarbij de prikkeloverdracht chaotisch plaatsheeft en boezemfladderen waarbij het hart maar liefst tot driehonderd keer per minuut samentrekt.
Symptomen hartritmestoornissen
Sommigen ervaren geen klachten, maar die ze wel hebben krijgen meestal een van de volgende verschijnselen:
- hartkloppingen, een bonzend hart of hartoverslagen
- drukkende pijn op de borst
- benauwd gevoel
- transpiratie
- misselijkheid
- kortademigheid
- duizeligheid en licht gevoel in het hoofd
- angsten en hyperventilatie
- onwel gevoel
- bleek zien
- 'zwart' voor de ogen.
De klachten ontstaan doordat het bloed feitelijk te weinig stroomt. De tijd tussen twee hartslagen is bij ritmestoornissen te kort om de holten van het hart voldoende met bloed te vullen, waardoor minder bloed wordt weggepompt. Het lichaam krijgt hierdoor niet genoeg zuurstof. Een tekort in hart en longen geeft kortademigheid en pijn in de borst, een tekort in de hersenen geeft duizelingen. Heel snelle hartritmes kunnen levensbedreigend zijn.
Behandeling hartritmestoornissen
Meestal wordt gekozen voor
medicijnen tegen hart- en vaatziekten. Er bestaan onder andere medicijnen die de pompfunctie van het hart versterken (digoxine), medicijnen die het hart rustiger maken, maar ook antistollingsmiddelen en bloedverdunners. De voornaamste werking is dat ze het hartritme direct of indirect vertragen of de prikkelvorming verminderen, waardoor de aanvallen van hartritmestoornissen verminderen of draaglijker worden. Het gebruik van deze medicijnen vereist grote zorgvuldigheid. Andere mogelijkheden, afhankelijk van de oorzaak, zijn onder andere een pacemaker (bij een langzame hartactie), medicijnen tegen een te snelle schildklier, defibrillator (elektrische impuls ter herstel van het ritme), hartkatheterisatie (een cathether gaat via de lies naar het hart en schakelt de oorsprong van de ritmestoornis uit), kijkoperaties en hartoperaties.
Hartfalen of hartzwakte
Na een hartinfarct ontstaat vaak hartfalen. Hartfalen, ook wel hartzwakte genoemd, houdt in dat het hart door onherstelbare schade niet goed meer kan pompen. Bij een pomp die slecht werkt hoopt zich vocht op voor de pomp en komt er te weinig uit, en dit is ook bij het hart zo. Bij
verminderde pompfunctie aan de linkerkant van het hart raken de bloedvaten van de kleine bloedsomloop (op en neer naar de longen) overvol, waardoor de volgende klachten ontstaan:
- kortademigheid (vooral bij platliggen)
- kriebelhoest
Als de rechterkant van het hart minder goed pompt komt er
vochtophoping in de grote bloedsomloop, met als gevolg:
- dikke buik
- opgezette benen en voeten (vooral de enkels)
- snelle kortademigheid.
Combinaties van links en rechts hartfalen komen vaak voor. Andere, algemene verschijnselen zijn benauwdheid bij voorover buigen en bukken, 's nachts vaker plassen (met soms weinig urine overdag), koude handen en voeten (door slechte bloedcirculatie), verstopping, verminderde eetlust, duizeligheid, slapeloosheid of onrustige slaap, vermoeidheid en zwaarder worden. Oorzaken voor hartfalen zijn behalve het hartinfarct ook ritmestoornissen, niet goed functionerende hartkleppen, nierziekten, ziekte van de hartspier en hoge bloeddruk.
Medisch vooruitzicht
Wie een hartinfarct heeft gehad, heeft een grotere kans dan anderen om opnieuw een hartinfarct te krijgen. Behalve dit is ook de kans op een minder ernstige pijn in de borst (angina pectoris) groter dan normaal, evenals de kans op hartritmestoornissen en hartfalen. Andersom komt ook voor: Hartritmestoornissen en angina pectoris kunnen op een dag ontaarden in een hartinfarct. Logischerwijs is onzekerheid en angst een gevolg. Vanaf het moment dat je hoort dat er een probleem met het hart is, ben je officieel "hartpatiënt" en dat voelt onprettig. Om de kans op een volgend hartinfarct te verkleinen zijn er een aantal
leefregels:
- voldoende bewegen (minimaal een half uur per dag)
- niet roken
- weinig verzadigd vet eten, en weinig zout eten
- gezond gewicht op peil houden
- medicijnen trouw volgens voorschrift innemen
- regelmatig bloeddruk en cholesterolgehalte laten checken
- altijd de noodmedicijnen meenemen
- contact opnemen met de arts bij terugkerende klachten.
“If I ever die of a heart attack, I hope it will be from playing my stereo too loud.” ~ Ed Sheeran
Lees verder