Wat is agorafobie?
Agorafobie, ook wel pleinvrees of straatvrees genoemd, is een vorm van een angststoornis waarbij iemand bang is in een vreemde situatie te komen. De angst bestaat vooral voor open ruimtes waarin veel andere mensen zijn, waarbij de persoon iets verkeerds zou kunnen doen en daarmee voor gek zou staan.
Paniekstoornis met agorafobie
De aandoening agorafobie wordt vaak gezien als onderdeel van een paniekstoornis. Iemand met een paniekstoornis heeft regelmatig onverwachte aanvallen van paniek, gepaard gaande met angst en onrust. Deze aanvallen lijken zo erg voor deze persoon, dat het idee ontstaat dat een hartaanval zal worden, dat controle totaal zal worden verloren en dat er geen hulp meer mogelijk is. De persoon zal deze situaties proberen te vermijden. Wanneer iemand agorafobie heeft, is de angst vooral dat dit zal gebeuren in open ruimtes, waardoor het dus wordt vermeden om hier in terecht te komen. Vaak leidt dit er dan toe dat iemand vooral alleen maar thuis zit.
Criteria volgens DSM-IV bij paniekaanvallen zijn:
- Angst voor situatie waarin paniekaanval kan optreden
- Vermijding van deze situaties
- Geen gevolg van andere psychische aandoening
De diagnose paniekstoornis wordt in zo'n 1,5% tot 3,5% gesteld in de populatie, voor volwassenen tot 65 jaar. Degenen die dan ook agorafobie daarbij hebben, zijn over het algemeen vrouwen, namelijk drie tot vier keer zo vaak.
Pleinvrees
Agorafobie betekende in het Grieks angst voor marktplaatsen, ofwel pleinen.
Agora betekent namelijk markt, en
phobos angst. Het kan hier gaan om een lichte tot heel ernstige vorm. Van licht naar erger:
- Onrust, maar wel in openbare ruimten
- Verslechtering van sociale contacten
- Terugtrekking in eigen veilige huis
- Sociaal isolement
Er is niet altijd sprake van paniekaanvallen bij agorafobie, maar wanneer dit wel het geval is, is er vaak sprake van een anticipatieangst: iemand is bang voor de angst. Er is dus een angst voor de angst (bang dat je in paniek zult raken). In deze gevallen worden dus de situaties vermeden waar de paniek wordt verwacht.
Agorafobie kan echter ook als een losse stoornis voorkomen. Er mag dan geen paniekaanval hierbij optreden.
Diagnose van agorafobie
Volgens de DSM-IV:
- Aanwezigheid van agorafobie in relatie met de angst om paniekachtige symptomen te ontwikkelen (bijvoorbeeld diarree of duizeligheid)
- Geen paniekstoornis aanwezig
- Geen gevolg van medicatie of drugs, of als gevolg van een somatische aandoening
- Bij een somatische aandoening: angst bij het punt 1 is sterker dan normaal is bij de somatische aandoening
Fysieke symptomen:
- Versnelde hartslag
- Hyperventilatie
- Maag is van streek, soms diarree
- Moeite met slikken
- Zweten
- Misselijkheid
- Trillen en duizeligheid
- Licht in het hoofd (flauw)
- Gonzen in oren
- Warm aanvoelen
Dit zijn veelal symptomen die typisch zijn voor gevoelens van angst. Het is dan ook een soort angst, maar dan een stoornis omdat het in principe irrationeel is.
Psychologische symptomen:
- Angst om voor gek te staan
- Angst voor hartaanval bij een paniekaanval
- Angst om gek te worden/door te slaan
Dit kan resulteren in een laag zelfvertrouwen, gevoel van controleverlies, depressie, algemeen gevoel van angst, angst om alleen te zijn of worden gelaten, erg afhankelijk zijn van anderen omdat wordt geloofd dat dit de enige kans is om te overleven.
Behandeling van agorafobie
Agorafobie wordt vaak behandeld met een combinatie van medicatie en therapie. Als medicatie worden SSRI's gebruikt, wat antidepressiva zijn, maar ook tricyclische antidepressiva, of benzodiazepines (kalmering, vaak gebruikt bij angst).
Psychotherapeutische hulp gebeurt vaak met een cognitieve gedragstherapie, waarbij iemand stapje voor stapje wordt blootgesteld aan angstige situaties om te leren dat er niet per se iets hoeft te gebeuren, en tevens wordt gewerkt aan de catastrofale gedachten.