Neusspraak of nasaal praten behandelen
Een neusspraak wordt ook wel nasale spraak genoemd. Het klinkt hierbij alsof iemand door de neus praat. Soms is een neusspraak tijdelijk door bijvoorbeeld een verkoudheid, maar kan ook blijvend van aard zijn door bijvoorbeeld een spleet in lip, kaak of gehemelte. Een operatie is in deze gevallen nodig. In andere gevallen kan logopedie zeer zinvol zijn.
Ontstaan van neusspraak
Er zijn twee vormen van neusspraak: de open en de gesloten neusspraak. Bij een open neusspraak stroomt er teveel lucht door de neus tijdens het praten. De open neusspraak ontstaat bij onder andere een gehemeltespleet. Het gehemelte bestaat uit het zachte gehemelte aan de achterzijde en het harde gehemelte aan de voorzijde. Bij een gehemeltespleet is het zachte of het harde gehemelte niet gesloten. Een gehemeltespleet wordt ook wel palatoschisis of geïsoleerde gehemeltespleet genoemd. Een gehemeltespleet ontstaat al vroeg in de zwangerschap, waarbij de spleet in het gehemelte zich niet normaal sluit.
Een submuceuze gehemeltespleet heeft vaak een open neusspraak als gevolg. De gehemeltespleet lijkt gesloten maar wanneer de arts verder onderzoekt wordt duidelijk dat de tussenlaag van het gehemelte zich niet heeft gesloten maar het slijmvlies wel. Het zachte gehemelte kan niet voldoende functioneren en heeft een open neusspraak als gevolg.
Een andere oorzaak voor een open neusspraak is een aangeboren lip-of kaakspleet, ook wel schisis genoemd. Een lipspleet wordt ook wel een hazenlip genoemd. Schisis komt bij één op de 500 baby's voor. Over het algemeen geven een spleet in de lip of de kaak minder problemen met de spraak van een gehemeltespleet. Een aangeboren te kort gehemelte veroorzaakt ook een open neusspraak. Deze wordt vaak behandeld middels logopedie. Een verminderde spierkracht van het zachte gehemelte kan ook een open neusspraak veroorzaken en kan ook met logopedie behandeld worden. De voorkeur voor de behandeling ligt zo vroeg mogelijk: in ieder geval vóór het 7e levensjaar moet gestart worden met de behandeling.
Bij een gesloten neusspraak stroomt er weinig tot geen lucht door de neus tijdens het spreken. Deze kan ontstaan door onder andere een scheef neustussenschot. Een scheef neustussenschot heeft verstopping, gesloten neusspraak en/ of een scheve neus tot gevolg. Andere oorzaken voor een gesloten neusspraak zijn een verkoudheid, neuspoliepen of een vergrote neusamandel.
Open gehemelte verhelpen
Een open gehemelte moet verholpen worden, omdat deze problemen geeft met de voeding, de spraak of het gehoor. Het zachte gehemelte kan gesloten worden op een leeftijd van zes tot negen maanden. Het harde gehemelte kan gesloten worden opeen leeftijd van vier jaar. Soms wordt het harde gehemelte eerder gesloten wanneer deze niet zo ernstig is. Het harde gehemelte wordt gesloten vanaf vier jaar zodat het de bovenkaak goed heeft kunnen groeien. In de spleet van het harde gehemelte wordt geen bot aangebracht, slechts de laag van het mondslijmvlies en het neusslijmvlies wordt gehecht. Dit gebeurt bij voorkeur in twee lagen. Over het algemeen heeft sluiting van alleen het slijmvlies geen nadelige gevolgen voor de functie van het harde gehemelte.
Na de operatie kan de wond wat bloeden. Soms blijft er een open wondje achter die na ongeveer één week vanzelf geneest. de hechtingen vallen er na ongeveer twee weken uit (oplosbare hechtingen). Voor jonge kinderen wordt het afgeraden om gebruik te maken van een speentje, duimzuigen of een rietje. Dit kan de wond open maken. Een zuigfles zal voorzien moeten worden van een grotere opening zodat de baby niet te hard hoeft te zuigen. Na iedere voeding moet de mond gespoeld worden met water om infectie te voorkomen.
Het zachte gehemelte heeft meer invloed op de spraak. Daarom wordt deze bij voorkeur vóór de leeftijd van twaalf maanden behandeld. Tijdens de spraak sluit het zachter gehemelte de neusholte af, waardoor er niet teveel lucht door de neus stroomt. Wanneer het zachte gehemelte niet goed kan functioneren, stroomt er teveel lucht door de neus met als gevolg een open neusspraak. Tijdens een operatie wordt de spier die het zachte gehemelte normaal gesproken optilt maar nu onderbroken is, weer aan elkaar gehecht. Vervolgens wordt het zachte gehemelte in drie lagen gehecht. Na de operatie kan er wat bloed uit de mond komen. De hechtingen lossen na ongeveer twee weken vanzelf op. Net als bij een operatie van het harde gehemelte, moet ook hier opgelet worden op beschadiging van de wond door een speentje, duimzuigen of een rietje.
Logopedie is nuttig bij nasaal praten
Neusspraak oftewel nasaal praten dat wordt veroorzaakt door een gespleten gehemelte, zal in eerste instantie verholpen moeten worden middels een operatie. Daarna kan logopedie zinvol zijn. Ook andere oorzaken zoals een verkoudheid, een vergrote amandel of andere oorzaken moeten eerst aangepakt worden. Daarna kan begonnen worden met logopedie.
Soms wordt een neusspraak veroorzaakt door verslapping van de spieren, verlamming of een aangewoonte. In deze gevallen is logopedie zeer nuttig. Middels oefeningen worden de spieren versterkt en er wordt geleerd om de spieren op een juiste methode te gebruiken. Bij kinderen is het van belang om zo vroeg mogelijk met logopedie te starten. Kinderen tussen de drie en vijf jaar zijn veel sneller en makkelijker in staat om dingen aan-en af te leren. ook na de leeftijd van vijf jaar kan dit, maar beer is om zo vroeg mogelijk met logopedie te starten. Scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven zijn er tegenwoordig goed op ingesteld om problematiek met betrekking tot de spraak vroegtijdig te ontdekken en de ouders door te verwijzen naar een logopedist. Logopedie voor kinderen tot 18 jaar wordt vergoed vanuit de basisverzekering. In België wordt logopedie vergoedt vanuit de verplichte ziekteverzekering .
Nasaal praten bij verkoudheid
Wanneer de neus door een flinke verkoudheid afgesloten wordt, kan er geen lucht door de neus stromen, Het gevolg is nasaal praten. Hiervoor is geen behandeling nodig. In de meeste gevallen verdwijnt de verkoudheid vanzelf en daarmee ook de neusspraak. Wanneer de verkoudheid lang aan blijft houden en niet verminderd, kan er sprake zijn van een bijholteontsteking. In die gevallen is het raadzaam een arts e raadplegen.