Belangrijke feiten over hooikoorts
Een naderend voorjaar is voor velen een aangename afsluiting van een koude periode. Maar er is een categorie mensen die er niet zonder zorgen aan kan denken, want het voorjaar gaat voor hen gepaard met hoesten, proesten en niezen. En de soms bijkomende benauwdheid wegens een moeilijke ademhaling is nog heftiger. Belangrijke tips om je te wapenen tegen hooikoortsverschijnselen veroorzaakt door pollen.
Hooi en koorts
In het verleden dacht men dat hooi de oorzaak van het niezen was en daardoor is die naam ontstaan. De werkelijke boosdoeners zijn echter de pollen van grassen, bomen en bloemen. Die leiden trouwens niet tot koorts maar veroorzaken in de bovenste luchtwegen een ontsteking. Het gevolg is een prikkelend, branderig of jeukend gevoel achter in de keel en in de neus. En eveneens tranende ogen, niezen en een loopneus. De medische aanduiding voor de kwaal hooikoorts is allergische rhinoconjunctivitis.
Hooikoorts verdwijnt soms spontaan uit iemands leven. Sommige personen zijn er na een aantal jaren gewoon weer vanaf. Zelfs na 10-tallen jaren kan de kwaal alsnog vanzelf verdwijnen. Maar daarentegen kan het helaas ook vanuit het niets ontstaan, ondanks dat je er eerder nooit hinder van hebt ondervonden.
Seizoensgebonden
Hooikoorts beperkt zich niet alleen tot het voorjaar. Zodra de eerste bomen gaan bloeien, soms zelfs al in februari, dient het hooikoortsseizoen zich alweer aan. Vooral mei en juni is een beroerde periode voor degenen die allergisch zijn voor pollen uit grassen. En de derde groep boosdoeners zijn de pollen uit onkruid, want die zorgen van mei t/m september voor problemen, bij hen die daarvoor gevoelig zijn. Zelfs in oktober loop je nog kans op allergische reacties vanwege de Ambrosia een betrekkelijk nieuwe lastpost, want het is een plant die veel pollen heeft. Deze plant kun je plotseling in je tuin aantreffen. Als je er een ziet, gelijk weghalen.
Pollen zijn niet te vermijden
Het is vrijwel ondoenlijk om de irritatie veroorzakende pollen te ontlopen want ze bevinden zich nu eenmaal in de lucht. Door ervoor te zorgen zo min mogelijk met de pollen in aanraking te komen kun je de lachten beperken. Je kunt bijvoorbeeld beter in de ochtend naar buiten gaan, want aan het einde van de middag is de concentratie van de pollen hoger. Ook een regenbui vermindert de hoeveelheid pollen in de lucht. Al die druppels maken de lucht als het ware schoner. Gras in je tuin moet je kort houden, zodat het niet kan gaan bloeien. Wat betreft de hevigheid van de allergische reacties is er een groot verschil tussen de verschillende soorten bomen en planten. Welke gewassen je beter kunt mijden kun je lezen op hooikoorts.com, waar precies is vermeld wie de grootste veroorzakers zijn. Bedenk dat er aan zee aanzienlijk minder pollen in de lucht zitten dan op het land, dus het o.a het Noordzeestrand kan verlichting brengen, zeker bij wind vanaf zee.
Klimatologische invloeden
Lange droge klimatologische omstandigheden zijn gunstig. Dat komt omdat vooral de grassen dan dusdanig droog worden dat ze er niet meer in slagen om pollen te produceren. In ons land zijn er helaas niet vaak van die lange droge periodes. Daar staat tegenover dat wij weer vaker reinigende regenbuien kennen, die ook gunstig uitpakken voor de hooikoortspatiënt.
Alcohol en roken
Er is geen enkele wetenschappelijk bewijs dat alcoholconsumptie de symptomen verergert, afgezien misschien van een individueel geval. Uiteraard kan het evengoed geen kwaad hierop toch alert te zijn. Daarentegen verergert roken wel degelijk de vatbaarheid voor allergieën. Bovendien tast het roken de bronchiën en het slijmvlies aan. Dat negatieve gevolg geldt ook voor meeroken.
Bestrijding van de kwaal
Als het om milde klachten gaat kun je info opvragen bij een apotheek. Vaak wordt dan anti-histaminicum geadviseerd, een stof die allergische reacties onderdrukt. Gaan de klachten daarmee niet weg dan is bezoek aan de huisarts op z’n plaats. In ernstige situaties kunnen injecties helpen. Aanvankelijk wekelijks en vervolgens maandelijks worden allergeenextracten ingespoten. Een dergelijke behandeling kan zo’n 3 tot 5 jaar duren. Doeltreffend is de aanpak meestal wel, want ongeveer 80% van de patiënten heeft na afloop van de kuur aanzienlijk minder last en ook het medicijngebruik kan dalen.