Galstenen en voedingsupplementen
Verschillende factoren zoals voeding en overgewicht kunnen de aanmaak van galstenen bevorderen. Een aangepaste voeding en extra voedingsstoffen zoals magnesium, lecithine en vitamine C kunnen helpen bij het voorkomen van cholesterolgalstenen.
Welke fysiologische mechanismen spelen een rol bij de vorming van galstenen?
- oververzadiging (supersaturatie) van de gal met cholesterol (onvoldoende gecompenseerd door galzuren en fosfolipiden),
- een snellere cholesterolkristallisatie (mede door slijmvorming, oxidatieve stress en (sub)acute ontsteking),
- onvoldoende galstroom en lediging van de galblaas (galstase) en eventueel
- toegenomen enterohepatische kringloop van (secundaire) galzuren.
Voeding, voedingsstoffen en kruiden die de lipidenstofwisseling en de galsamenstelling gunstig beïnvloeden, de galsecretie bevorderen (cholereticum) en een antioxidatieve en/of ontstekingsremmende werking hebben, zijn dus nuttig om galstenen te voorkomen.
Magnesium
Een magnesiumtekort draagt mogelijk bij aan het ontstaan van galstenen. Een magnesiumtekort is ongunstig voor de vetstofwisseling en bevordert stijging van de triglyceriden- en LDL-cholesterolspiegel en daling van de HDL-cholesterolspiegel door verminderde activiteit van het (magnesiumafhankelijke) enzym lecithinecholesterol-acyltransferase (LCAT). Een lage magnesiumserumspiegel is sterk geassocieerd met metabool syndroom, een belangrijke risicofactor voor galstenen. Een hoge dosis magnesiumsulfaat zorgt voor een krachtige samentrekking van de galblaas. In een experiment namen vijf gezonde proefpersonen 25 gram magnesiumsulfaat in. Dit leidde na 20 minuten tot sterk significante stijging van de cholecystokininespiegel (dit hormoon zorgt voor galblaascontractie) en ontspanning van de sfincter van Oddi. Het gevolg was dat de galblaas 50 minuten na inname van magnesiumsulfaat nog maar een derde van het oorspronkelijke volume had. Bij honden is eveneens waargenomen dat suppletie met magnesiumsulfaat (500 mg) zorgt voor significante contractie van de galblaas.
Fosfatidylcholine / Lecithine
In-vitro en in-vivo onderzoek heeft uitgewezen dat suppletie met fosfatidylcholine (lecithine) cholesterol in gal beter in oplossing houdt, cholesterolkristallisatie tegengaat, de galsecretie stimuleert en galstase tegengaat. In een dierexperiment met muizen met erfelijke aanleg voor cholelithiasis werd het effect onderzocht van fosfatidylcholine als aanvulling op een galsteenbevorderend (lithogeen) dieet. De dieren kregen geen galstenen als ze een standaarddieet kregen; op een lithogeen dieet echter had 47% van de dieren na vier weken, en 89% van de dieren na acht weken galstenen (controlegroep). Dieren die een lithogeen dieet met 2% fosfatidylcholine kregen, hadden een sterk afgenomen kans op galstenen (22% van hen had na vier weken galstenen, 44% na acht weken) vergeleken met de controlegroep. De groep dieren die een lithogeen dieet met 6% fosfatidylcholine kregen, ontwikkelden geen galstenen in de onderzoeksperiode (wel had 10% van deze dieren na viier weken voorstadia van galstenen); de cholesterolsaturatie-index in gal daalde significant.
Vitamine C
Verschillende risicofactoren voor cholesterolgalstenen bij de mens (overgewicht, veroudering, oestrogeensuppletie, zwangerschap, diabetes, een hoge triglyceriden- en LDL-cholesterolspiegel, een lage HDL-spiegel) zijn geassocieerd met een lagere plasmaspiegel van vitamine C. In een experimentele studie gebruikten 16 patiënten met galstenen een supplement met vitamine C (2 gram per dag) gedurende veertien dagen voorafgaande aan een galblaasoperatie. In die korte periode steeg de vitamine C-plasmaspiegel met 42%, veranderde de galsamenstelling (meer fosfolipiden, betere samenstelling galzuren) en nam de nucleatietijd (in-vitro snelheid van cholesterolkristallisatie in gal) toe van twee naar zeven dagen.
Andere voedingsstoffen, supplementen en kruiden die de vorming van galstenen kunnen afremmen zijn o.a. taurine, paardenbloem, artisjok en mariadistel.