CVA-positionering in ruglig
Patiënten die leiden aan CVA of CerebroVasculair Accident kampen met een heleboel symptomen waarvan de meest voorname en beperkende de verlammingen zijn. Door deze verlammingen is het voor deze patiënt een hele opdracht om op een comfortabele manier te liggen en zitten. Ook wordt bijvoorbeeld het verplaatsen in bed onmogelijk. Voor de therapeut dus een hele verantwoordelijkheid om de patiënt te leren transfereren (zich verplaatsen) en op een goede manier te positioneren.
Waarom is het juist positioneren benodigd?
In revalidatiecentra wordt een CVA-patiënt gemiddeld slechts zo’n twee uur per dag behandeld. Deze twee uurtjes worden benut door oefensessies bij de ergotherapeut en fysiotherapeut. Afhankelijk van de beperkingen van de patiënt dienen nog bijkomende behandelingen aangeboden te worden zoals logopedie en dergelijke. Op een dag van 24 uur wordt de patiënt dus in principe slechts gedurende een zeer korte tijdspanne gerevalideerd. Een juiste positionering helpt een soort van revalidatie verderzetten of onderhouden buiten de consultatie-uurtjes.
Indeling van de kamer
Met de manier waarop de kamer is ingedeeld kan men al een heleboel revaliderende aspecten bereiken. Bij een hemiplegische patiënt (hemiplegie = verlamming van één zijde van het lichaam. Ook wordt deze lichaamshelft vaak genegeerd en vergeet men dat deze bestaat) kan men bijvoorbeeld het nachtkasje aan de hemiplegische zijde zetten. Op die manier wordt de patiënt verplicht zijn hemiplegische arm te gebruiken wat resulteert in een minimale vorm van training. Zo kan men ook op een slaapzaal alle patiënten met de hemiplegische zijde naar elkaar toe leggen, wat ervoor zorgt dat ze via de hemiplegische zijde dienen te communiceren.
Positioneren in ruglig
Bij het positioneren begint men steeds met het hoofd en zal men vervolgens meer en meer de regio’s richting voeten aanpakken.
Het hoofd
Het hoofd wordt op een hoofdkussen gepositioneerd op de lichaamsmiddellijn. Het hoofdkussen mag niet te dik zijn zodat de patiënt niet teveel met een gebogen nek wordt gepositioneerd.
De schouder aan de hemiplegische zijde
Er wordt een kussen onder het schouderblad geschoven.
De arm en hand aan de hemiplegische zijde
Het gehele bovenste lidmaat dient ondersteund te worden zodat deze op een zeker hoogte ligt. Dit komt de voorwaartse positie van het schouderblad ook ten goede. De hand wordt met de handpalm naar beneden gelegd. Dit is de meest natuurlijke positie van de hand in ruglig. Ook worden hierdoor de vingers gestrekt gehouden. Dit is zeker nodig aangezien één van de kenmerken van CVA een gedwongen vingerbuiging inhoudt. Tenslotte wordt de duim nog geïsoleerd van de andere vingers.
Het bekken aan de hemiplegische zijde
Er wordt een kussen onder het bekken geschoven zodat deze net zoals de schouder in voorwaartse stand terechtkomt (protractie).
Knieën
Mogelijks gaan gestrekte benen in ruglig gepaard met een overdreven geholde rug. Dit is niet functioneel en al helemaal niet comfortabel. Daarom wordt er tot slot vaak nog een kussen onder de knieën gelegd waardoor onderrug meer uitvlakt.