Verlamming: verschijnselen, van bell, middenrif
Verlamming of verlammingsverschijnsel: het is de benaming voor uitval van kracht aan de spieren. Verlamming kan optreden na een ongeval of door een ziekte of afwijking. Het middenrif kan ook verlamd raken.
Verlamming
Wanneer er gesproken wordt over een verlamming, is er krachtverlies in een of meerdere spieren. De verlamming wordt veroorzaakt door een afwijking zenuwstelsel of in het spierstelsel. Er zijn twee soorten verlammingen te onderscheiden, namelijk de
parese: dit is een gedeeltelijke verlamming waarbij men nog enige bewegingen kan uitvoeren. De andere verlamming is de
paralyse, dit is een totale verlamming waarbij er geen enkele beweging meer mogelijk is. Verlammingsverschijselen kunnen afnemen of toenemen binnen een bepaalde ziekte. Daarom kan een paralyse overgaan in een parese, of omgekeerd.
Dan is er nog sprake van
hemiplegie, dit is een verlamming aan één zijde van het lichaam, en
paraplegie is een verlamming aan beiden zijden van het lichaam dus bijvoorbeeld aan allebei de benen.
Een stijve verlamming of een spastische verlamming komt voor bij een afwijking waarvan de oorzaak ligt in de hersenen (hersenschors). Ook kan de oorzaak liggen in de piramidebaan. De piramidebaan is een deel van de hersenen dat de motorische bewegingen vanuit de hersenschors doorgeeft aan de spieren. Bij een stijve verlamming is de spierspanning van het verlamde lichaamsdeel verhoogd.
Soms ligt de afwijking, zoals bij kinderverlamming, in een voorhoorncel van het ruggenmerg. Of bij een zenuwontsteking ligt de afwijking in de perifere zenuw. De spierspanning is dan juist verlaagd en er is sprake van een slappe verlamming. Net als voorgaande verlamming, is het ook mogelijk dat een stijve verlamming overgaat in een slaap verlamming, of andersom.
Verlammingsverschijnsel
Verlammingsverschijnsel is het uitvallen van de kracht in een of meerdere spieren. Dit kan plotseling ontstaan, bijvoorbeeld na een ongeval, of langzaam gaan, bijvoorbeeld bij een ziekte. Vaak begint het met een tintelend gevoel in het lichaamsdeel, gevolgd door een doof gevoel. Daarna is er geen gevoel meer in het lichaamsdeel, ook valt de controle erover weg. Verlammingsverschijnselen kunnen in verschillende delen voorkomen: in het gezicht, in de armen, benen, heupen, alleen handen of voeten etc.
Verlamming van Bell
Bij de verlamming van Bell is er sprake van een aangezichtsverlamming. In de helft van de gevallen is er sprake van een aangezichtsverlamming. Typerend voor deze verlamming is het scheve gezicht. Meer informatie over de verlamming van Bell vindt u onderaan bij "lees verder".
Verlamming middenrif
Het middenrif kan ook verlamd raken, bijvoorbeeld door een ongeval, een operatie, een ziekte veroorzaakt door een virus of bacterie, een spierziekte of multiple sclerose. Het middenrif kan niet meer bewogen worden tijdens de ademhaling. In normale toestand duwt het middenrif bij iedere ademhaling mee, bij een verlamming is dit niet mogelijk. E is een eenzijdige of een tweezijdige verlamming van het middenrif. Bij een eenzijdige verlamming is er vrij weinig last, behalve een vervelend gevoel soms. Bij een tweezijdige verlamming kan er ademtekort ontstaan.
Behandeling verlamming
De oorzaak van de verlamming wordt aangepakt. Zo wordt er bij een infectie antibiotica voorgeschreven. Bij een bepaalde ziekte wordt de ziekte behandeld. Bij een tweezijdige middenrifverlamming kan men een soort pacemaker voor het middenrif aanbrengen. Maar het grootste gedeelte van de behandeling bij een verlamming, ligt hem in het omgaan met de verlamming. Hierbij speelt fysiotherapie een grote rol. Vaak zijn er wel hulpmiddelen voor de patiënt, zoals een rolstoel of andere hulpmiddelen.
Het belangrijkste is dat de patiënt zich aanleert om in het dagelijks leven redelijk tot goed te kunnen functioneren met de verlamde ledematen. De fysiotherapeut kan hierbij een grote rol spelen. Het is dan ook belangrijk dat men naar fysiotherapie blijft gaan, zolang als het nodig is.