Gehoorschade en lawaaidoofheid bij teveel decibellen
Muziekspelers en telefoons kunnen gehoorschade veroorzaken als ze geluid met teveel decibellen leveren. Maar niet alleen muziekspelers en telefoons zijn potentiële veroorzakers van gehoorschade. Ook in fabrieken en in de bouw bestaat dat gevaar. Het geluidsniveau in discotheken, waar de bezoekers vaak in elkaars oren moeten schreeuwen om verstaanbaar te zijn, is eveneens dikwijls te hoog. Een vorm van gehoorschade die dan kan ontstaan is lawaaidoofheid waarbij bepaalde frequenties of frequentiegebieden niet meer worden gehoord. Eenmaal opgelopen lawaaidoofheid kan niet meer herstellen. In werksituaties biedt de Arbowetgeving bescherming.
Slechter horen en pieptonen of fluittonen
Gehoorschade uit zich meestal door slechter te kunnen horen, maar er zijn ook andere effecten mogelijk. Na gehoorschade kunnen namelijk ook pieptonen of fluittonen optreden welke zeer hinderlijk langdurig aanwezig blijven.
Geluidsniveaus onder en boven 85 decibel
Muziekspelers mogen sinds januari 2013 wettelijk niet harder dan 85 decibel leveren wat vergelijkbaar is met straatgeluid in druk stadsverkeer. Maar niet alle apparatuur voldoet aan de wet en met name de goedkopere apparaten bereiken soms teveel decibellen. Geluidsniveau onder 80 decibel levert volgens de NVWA (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit) minder gevaar op indien het gehoor daar maximaal acht uur per dag aan wordt blootgesteld. Bij geluid boven 100 decibel kan plotselinge doofheid optreden.
Percentage met gehoorschade door muziekspelers
Het gehoor is zeer gevoelig voor langdurige blootstelling aan te hard geluid. In Nederland wordt gedacht dat wel 25 procent van de gebruikers van muziekspelers gehoorschade heeft opgelopen. Onderzoekers van de Europese Unie komen tot een aanzienlijk lager aantal en houden het op 5 tot 10 procent.
Lawaaidoofheid na langdurige blootstelling
Een veel voorkomende vorm van gehoorschade is de zogenaamde lawaaidoofheid. Dit verschijnsel treedt op na langdurig blootgesteld te zijn aan lawaai. Onder lawaai wordt dan verstaan: harde onaangename geluiden. Voor lawaai bestaat geen exacte grens van decibellen maar een algemeen aangenomen norm is dat boven 80 decibellen tot lawaai gerekend mag worden.
Moeilijk om mensen te verstaan
Lawaaidoof wordt wel omschreven als een vorm van doofheid waarbij bepaalde frequenties of frequentiegebieden niet meer worden gehoord. Die gebieden omvatten vooral de spreekstem waardoor het verstaan van mensen moeilijk of zonder gehoorapparaat zelfs onmogelijk is. Ook klinkt in gezelschap alles als een brij. Eenmaal ontstane lawaaidoofheid zal niet meer verdwijnen. Als daar op latere leeftijd ouderdomsdoofheid bij komt zal het verstaan van andere mensen helemaal moeilijk worden.
Arbowetgeving ter bescherming
Tot de tachtiger jaren van de twintigste eeuw werd op veel werkplekken de veilige geluidsgrens overschreden en werd zonder voldoende bescherming gewerkt. Vanaf de tachtiger jaren zijn in de Arbowetgeving andere normen opgenomen. Momenteel is een werkgever verplicht om gehoorbeschermers aan de werknemers uit te reiken en is het eveneens verplicht er op toe te zien dat die gebruikt worden. Om schade tegen te gaan kunnen bijvoorbeeld oordopjes worden gebruikt waar tegenwoordig meer vraag naar is dan voorheen. Dat betekent dat meer mensen zich bewust worden van het mogelijk oplopen van schade.
Tijdelijke blootstelling aan teveel decibellen
Een tijdelijke blootstelling aan teveel decibellen kan schade veroorzaken die na enige tijd verdwijnt. Naarmate dit vaker voorkomt wordt het risico op blijvende schade echter groter. Een enkel bezoek aan een discotheek met teveel decibellen zal niet meteen tot gehoorschade leiden maar bij regelmatig bezoek zonder bescherming is dat risico wel degelijk aanwezig. Personeel van een discotheek, waar de geluidsapparatuur teveel decibellen produceert, is verplicht gehoorbescherming te gebruiken op grond van de Arbowet.
Afspraken en zorgen
De VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals) en de VVEM (Vereniging Van Evenementen Makers) en de Nationale Hoorstichting proberen door middel van afspraken het geluidsniveau van optredens te beperken maar kunnen met slechts afspraken geen navolging afdwingen. De Nationale Hoorstichting maakt zich daarom zorgen om het gehoor van vooral jongeren tussen 12 en 25 jaar die reeds gehoorschade hebben opgelopen en veel jongeren tussen 18 en 35 jaar hebben na het stappen last van piepgeluid of oorsuizen.