Jongeren en depressiviteit
Relatief veel jongeren zijn depressief en het aantal stijgt, wereldwijd is het zelfs de grootste veroorzaker van school- of werkverzuim. Geen goede ontwikkeling dus en zaak hier meer aandacht voor te vragen. Aandacht die hopelijk zal leiden tot meer begrip, herkenning en handeling indien nodig. Temeer een depressie ook kan leiden tot een slechte lichamelijke toestand - minder weerstand -, angststoornissen en zelfs zelfdoding.
Volwassen worden
Volwassen worden gaat met horten en stoten en daar kunnen de meeste volwassenen over meepraten. Dit impliceert ook dat in deze periode relatief heftig gereageerd kan worden op die veranderingen. Jongeren kunnen zich, ogenschijnlijk vanuit het niets, neerslachtig en verdrietig voelen. Op zich is daar nog niets mis mee, dat hoort bij het opgroeien en iedere jongere maakt vaker dit soort “dipjes” mee (stemmingswisselingen). Zolang het van tijdelijke aard is (denk aan maximaal zo’n twee weken), is er nog niet zoveel aan de hand.
Depressieve klachten c.q. stoornis
Anders wordt het als het gaat om aanhoudende neerslachtigheid. De grootste groep jongeren zit rond de 14 a 15 jaar als het zich de kop opsteekt, maar er zijn al kinderen van zo’n 10 jaar die er last van kunnen hebben. Zo’n 7% van de jongeren heeft een depressieve stoornis. Echter, zeker het dubbele percentage heeft in deze periode een echte depressie. Bij meer dan de helft keert een depressieve periode enig moment weer terug en is er inmiddels aangetoond dat het bij ca. 35% in de directe familielijn zijn.
Bij meisjes komt het beduidend meer voor dan bij jongens. Dit wordt gerelateerd aan het feit dat de hormonale schommelingen groter zijn en meer meisjes dan jongens een negatief zelfbeeld hebben. Bovendien is de onderlinge relatie met leeftijdsgenoten bij meisjes wezenlijk anders, intenser, dan bij jongens. Dit zou mogelijk ook een rol kunnen spelen.
Wat niet wetenschappelijk aangetoond is, maar waar men wel vanuit gaat is dat het meer voorkomt bij allochtonen jongeren dan bij autochtone jongeren.
Hoe te herkennen?
Enkele van de veel voorkomende aspecten waar depressie aan te herkennen is:
- Aanhoudende prikkelbaarheid.
- Droevig/treurig om niet te benoemen redenen.
- Humeurig of zelfs boos gedrag.
- Antisociaal gedrag, seksueel losbandig, nooit thuis willen zijn.
- Teruglopende schoolprestatie of zelfs helemaal wegblijven van school.
- Aanhoudende onrust in het lijf.
- Niet te herleiden hoofd- en buikklachten eventueel gecombineerd met slecht slapen.
- Onzekerheid over de meest kleine en uiteenlopende zaken.
Waardoor wordt het veroorzaakt?
De oorzaak kan nagenoeg altijd gezond worden in een combinatie van sociale, biologische en psychiatrische aspecten. De puberteit is immers een enorm heftige periode op al deze vlakken.
Sociale aspecten
De relatie met ouders/opvoeders is van groot belang. Jongeren die geen goede band hebben, hebben vaker last van depressiviteit. Hun zelfwaardering ligt op een lager niveau en probleemgedrag ligt op de loer. Dit wordt over en weer vervolgens weer aangewakkerd. Communicatie en ondersteuning zijn belangrijk en de jongere moet een “veilige thuishaven” ervaren.
Verder kunnen huwelijksproblemen van ouders/opvoeders van grote invloed zijn, evenals de dood van een ouder/opvoeder. Aanhoudende stress, wat in deze gevallen vaak een rol speelt (denk maar eens aan nieuwe samenstelling van eerder gebroken gezinnen), is een belangrijke bron voor depressieve klachten.
Psychische aspecten
- Schuldgevoelens; kan over van alles gaan.
- Faalangst.
- Negatief zelfbeeld.
- Psychische aandoeningen.
Biologische aspecten
Als het in de genen zit, heb je als jongere nu eenmaal meer kans op depressiviteit. Meestal gaat het wel samen met de rol tussen ouders/opvoeders en de jongere.
Serotonine is een stof die de overdracht van signalen (tussen hersenen en zenuwcellen) regelt. Er kan een te laag gehalte aanwezig zijn. Antidepressiva zorgen bijvoorbeeld voor een “aanvulling”. Dit impliceert dus ook dat het belangrijk is te weten waar de oorzaak ligt. Lang niet altijd is een antidepressivum een oplossing.
Wat kan er aan gedaan worden?
Bij de oorzaken staan eigenlijk ook meteen de oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan de rol van ouders/opvoeders versus hun kind. Een liefdevolle relatie, een thuishaven en vooral niet oordelend of veroordelend. Geduld tonen wil ook nog wel eens helpen bij jongeren.
Als de jongere zich veilig voelt zal hij of zij eerder in beeld komen voor hulp. Een veilige omgeving creëert een groter stuk openheid van de jongere en is eigenlijk een must om het probleem aan te pakken.
Vervolgens kan je aan de slag met verschillende professionals, maar ook je rol als ouder/opvoeder kan mogelijk onder de loep gelegd worden. Je kunt denken aan psychotherapie, maar ook gezinstherapie en of ouder/opvoeder-begeleiding.
Als de thuissituatie niet anders wordt, kan er een meer drastische beslissing nodig zijn. De jongere moet dan mogelijk tegen zichzelf beschermd worden. Hier worden uiteraard altijd professionals bij betrokken en is een uiterste middel.
Tot slot
Komt dit alles nogal zwaar over en twijfel je of er slechts een “dipje” is of er echt sprake is van een depressie, er zijn op internet wat testen te doen die je jongere mogelijk op weg helpt in dit proces.