Otosclerose, afwijking van het binnenoor
Otosclerose is een afwijking van het binnenoor. Met name op de stijgbeugel vindt er kalkafzetting plaats. na enkele jaren is dit verhardt en zien we een botwoekering. De stijgbeugel kan soms volledig overwoekerd raken. Soms is ook het slakkenhuis aangedaan. Het gevolg is gehoorverlies. We onderscheiden geleidingsgehoorverlies en zenuwgehoorverlies. De symptomen zijn niet alleen een verminderd gehoor of zelfs doofheid, maar ook onder andere oorsuizen.
Wat is otosclerose?
Otosclerose wordt ook wel otospongiose genoemd. Het is een afwijking van het kapsel van het binnenoor. In het binnenoor bevinden zich de gehoorbeentjes. Dit zijn drie zeer kleine botjes en bevinden zich tussen het trommelvlies en het ovale venster. De gehoorbeentjes brengen de trillingen die via het trommelvlies binnenkomen over op het ovale venster. Dit gaat via de hamer, aambeeld en stijgbeugel. De botjes hebben deze benaming gekregen omdat ze er qua vorm sterk op lijken.
Bij otosclerose vindt er overmatig botgroei plaats in de vorm van kalkafzetting op de gehoorbeentjes. In een later stadium wordt deze kalk hard. Vaak vindt de botgroei plaat op de stijgbeugel en in enkele gevallen op het slakkenhuis. Wanneer de stijgbeugel verkalkt, komt deze steeds vaster te zitten. Het gevolg is dat geluidstrillingen niet meer goed kunnen worden overgebracht. Er treedt geleidingsgehoorverlies op. Wanneer otosclerose in het slakkenhuis ontstaat, treedt er zenuwgehoorverlies op.
Verschil tussen geleidingsgehoorverlies en zenuwgehoorverlies
Gehoorverlies is ernstig en voor veel mensen is er geen verschil tussen geleidings-of zenuwgehoorverlies. Toch zijn hier wel degelijk verschillen tussen. Otosclerose op de stijgbeugel zorgt voor geleidingsgehoorverlies doordat de stijgbeugel de trillingen niet meer over kan brengen. Het gehoorverlies kan oplopen tot een verlies van 60 decibel. Dit is een aanzienlijke achteruitgang in het gehoor. Alle geluiden klinken zachter.
Wanneer het slakkenhuis door otosclerose wordt aangetast treedt er zenuwgehoorverlies op. Geluid dat via de gehoorbeentjes wordt doorgegeven aan het slakkenhuis wordt daar omgezet in elektrische signalen. Deze signalen worden doorgegeven aan de hersenen. Wanneer het slakkenhuis niet goed meer werkt door otosclerose worden de signalen niet of slecht doorgegeven aan de hersenen. Mensen kunnen dan harder gaan praten of we kunnen de geluiden om ons heen versterken, ze komen evengoed niet goed aan bij de hersenen. Een combinatie van beiden gehoorverliezen is ook mogelijk.
Oorzaak
Otosclerose lijkt erfelijk bepaald. Ook komt het vaker voor bij vrouwen. Tijdens een zwangerschap kan aanwezige otosclerose sneller verergeren. Mensen van het blanke ras krijgen ook vaker otosclerose dan niet-blanken. Ook hier lijkt erfelijkheid een rol in te spelen. Andere oorzaken zijn onbekend. Het is niet altijd even duidelijk waarom iemand otosclerose krijgt. Wel ontstaat het vaak op een leeftijd tussen de 20 en 40 jaar oud. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 1.200 mensen te maken met otosclerose.
Symptomen
Het eerste kenmerk dat wijst op otosclerose is gehoorverlies. Dit gehoorverlies is in het begin nog licht maar zal verergeren wanneer er steeds meer overmatige botgroei plaatsvindt. Gehoorverlies alleen komt niet alleen bij otosclerose voor, daarom moet er nader onderzoek plaatsvinden en naar de oorzaak gezocht worden. Soms komt er oorsuizen voor. Ook duizeligheid en daarbij moeite houden met het evenwicht kan voorkomen. De meeste mensen krijgen otosclerose aan beiden oren, maar het kan ook aan slechts één oor ontstaan.
Behandeling
Met een gehoortest wordt de beweeglijkheid van het trommelvlies gemeten. Met een BER-onderzoek wordt het functioneren van het slakkenhuis en de gehoorzenuw getest. Hierbij wordt via een koptelefoon klikgeluidjes aangeboden, die via elektrodes wordt opgevangen. Er worden verschillende spraak-en toontesten uitgevoerd. Dit onderzoek kan in totaal een half uur tot een uur duren. Met een CT-scan kan bekeken worden of er sprake is van otosclerose. Bij beginnende otosclerose is er een witte kalkaanslag op de stijgbeugel te zien. Jaren later ziet de stijgbeugel eruit als een overwoekering van bot.
In minder ernstige gevallen kan de patiënt geholpen worden met een hoorapparaat. Soms komt otosclerose tot stilstand en zal er geen verdere achteruitgang van het gehoor plaatsvinden. Een hoorapparaat versterkt de geluiden zodat we beter kunnen horen. Wanneer het oor ernstig is aangetast en er doofheid optreedt, kan er gekozen worden voor een cochleair implantaat. Het implantaat neemt de functie van het slakkenhuis over en zet geluidstrillingen om in elektrische signalen. Deze worden vervolgens doorgegeven aan de gehoorzenuw.
Bij otosclerose van de stijgbeugel kan de stijgbeugel gedeeltelijk of geheel vervangen worden. Er wordt dan een kunststof prothese geplaatst die de functie van de stijgbeugel overneemt. De meeste mensen zijn daarna vrij van klachten en het gehoor functioneert weer, of is in ieder geval sterk verbeterd.