Dwangstoornis: het vaststellen van de diagnose
Iemand die lijdt aan een dwangstoornis heeft dwanggedachten waarbij vaak ook sprake is van dwangmatig handelen. Dit doet iemand om een bepaalde angst te vermijden. In de psychologie is een dwangstoornis een angststoornis. Hoe meer de angst wordt vermeden door dwang, hoe moeilijker het wordt om met de dwanggedachten te stoppen. Dwang kan grote problemen geven in het dagelijkse leven. Wanneer iemand besluit om hulp te zoeken, zal er eerst een juiste diagnose gesteld moeten worden.Wat een dwangstoornis is
Bij een dwangstoornis heeft iemand last van dwangmatig denken (obsessies) waarbij vaak ook sprake is van dwangmatig handelen (compulsies). Het is een angststoornis waarbij dwang wordt gebruikt om angst te verminderen. Iemand doet al het mogelijke om angst te vermijden. Iemand voelt zich gedwongen om aan bepaalde dingen te denken of bepaalde rituelen uit te voeren. Een voorbeeld van een dwangstoornis is smetvrees. Een dwangstoornis wordt ook wel een obsessief-compulsieve stoornis (OCS) genoemd. Hoe hard iemand ook probeert om de dwanggedachten los te laten, het zal niet lukken.Een diagnose stellen
De dokter zal uitzoeken wat er precies aan de hand is. Dit is belangrijk omdat er voor een juiste behandeling gekozen moet worden. Een dwangstoornis is over het algemeen goed te behandelen. Daarom is het beter om in een vroeg stadium in te grijpen, omdat de dwang anders steeds groter wordt. Het stellen van een diagnose kan moeilijk zijn, omdat de klachten bij verschillende psychische aandoeningen kunnen horen. Om een diagnose te kunnen stellen, worden er vier hoofdvragen gesteld:[OLIST]Gaat het inderdaad om een dwangstoornis?
Hoe gaat iemand om met dwang?
Wat zijn de gevolgen van de dwang?
Zijn er andere bijkomende aandoeningen? [/OLIST]
Cognitief gedragstherapeut
Meestal ga je als eerste naar de huisarts met je probleem. Vaak zal hij je doorverwijzen naar een cognitief gedragstherapeut. Er vinden meestal meerdere gesprekken plaats voordat er een goede diagnose wordt gesteld. Samen met deze therapeut worden de klachten besproken. Soms wordt er gebruik gemaakt van een speciale vragenlijsten. De klachten hoeven niet altijd te betekenen dat er ook werkelijk een dwangstoornis is. Hulpverleners maken gebruik van een bepaalde indeling van psychische aandoeningen, de "DSM-IV". Hierin wordt dwang omschreven volgens bepaalde kenmerken.DSM-IV
Dit is opgesteld door Amerikaanse organisaties van psychiaters. DSM betekent: Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders. Het is een handboek voor het stellen van diagnoses bij psychische aandoeningen. Het Romeinse cijfer IV (vier) staat voor de vierde en nieuwste uitgave van deze indeling. Hierin staan ook dwangstoornissen omschreven, waartoe de dwangstoornis behoort.De omschrijving van een dwangstoornis volgens de DSM-IV is als volgt:
- Je hebt last van obsessies en compulsies
- Je begrijpt dat zowel je obsessies als compulsies onredelijk zijn
- Je hebt er veel hinder en verdriet van, ze kosten tijd en energie en je hebt er last van bij het dagelijks functioneren
De omschrijving van obsessies zijn in de DSM-IV als volgt omschreven:
- Er zijn gedachten, beelden en impulsen die steeds terugkomen
- De gedachten dringen zich aan je op
- De gedachten en impulsen passen niet bij je
- Ze hebben niets te maken met een normale bezorgdheid over alledaagse problemen
- Je probeert het te onderdrukken door andere gedachten op te roepen of handelingen uit te voeren
- Je beseft dat het je eigen gedachten zijn en dat ze voortkomen uit je eigen geest
Compulsies zijn in de DSM-IV als volgt beschreven:
- Het gedrag herhaalt zich, bijvoorbeeld steeds handen wassen of controleren
- Je voelt je gedwongen om dit te doen
- Deze handelingen verminderen de angst of laten het verdwijnen