Dwangstoornis: hulp vragen als eerste stap
Iemand die lijdt aan een dwangstoornis, heeft last van dwangmatig denken en soms van dwangmatig handelen. Dit is een psychische aandoening waarbij iemand een bepaalde angst zoveel mogelijk probeert te ontwijken. Het wordt ook wel een obsessief-compulsieve stoornis genoemd en door steeds aan de dwang toe te geven, wordt de angst steeds groter. Veel mensen die hieraan lijden schamen zich en zoeken geen hulp. Ze zijn bang dat ze toch niet geholpen kunnen worden, terwijl een dwangstoornis vrij goed te behandelen is.
Wat het is
Bij een dwangstoornis heeft iemand last van obsessies, waarbij vaak ook sprake is van dwangmatige handelingen uitvoeren. Een bekend voorbeeld is smetvrees. In de psychiatrie valt dit onder een angststoornis waarbij iemand alles doet om zijn angst te ontwijken. Dit doen ze door dwangmatig te denken en er naar te handelen. Bij deze obsessief-compulsieve stoornis zal iemand dwang uitoefenen om angstgevoelens te onderdrukken. Door toe te geven aan de dwang, wordt de angst meestal alleen maar groter. Iemand is zich bewust dat de dwanggedachten niet normaal zijn, toch kan er niet mee gestopt worden.
Hulp zoeken
Er zijn veel mensen die lijden aan dwang, maar er geen hulp voor zoeken, ook al lopen ze er al tijden mee rond. Dwang is over het algemeen vrij goed te behandelen, dus is het zonde om er onnodig lang mee door te lopen. Angst voor het onbekende of schaamte zijn vaak redenen waarom iemand geen hulp zoekt. Of ze denken dat het wel meevalt met de dwang of dat behandeling toch niet zal helpen. Wanneer je hulp zoekt en iets aan de dwang doet, zal het leven een stuk fijner zijn.
Geen hulp zoeken
Door hulp te zoeken kan iemand meestal weer een redelijk normaal leven leiden. Kennelijk is de stap om hulp te vragen voor sommigen heel groot. Mensen hebben verschillende redenen om geen hulp te zoeken; ze vinden het wel meevallen en er is geen professionele hulp nodig. Het is lastig, maar er valt mee te leven. Vaak denkt iemand met een dwangstoornis dat ze de enige zijn die het hebben, zijn ze bang dat anderen vinden dat ze zich aanstellen en dat het hun eigen schuld is. Ze proberen het zoveel mogelijk geheim te houden en willen liever dit geheim niet blootgeven aan een huisarts.
Dwang wordt steeds groter
Door toe te geven aan de dwang, wordt de angst meestal steeds groter. Dit versterkt vervolgens het obsessief denken en het dwangmatig handelen. Dit krijgt steeds meer grip op je leven en het kan ook het leven van je naasten beïnvloeden. Hoe eerder je hulp zoekt, hoe groter de kans is op een succesvolle behandeling. Je denkt misschien wel dat je het onder controle hebt, maar de dwang is geen keuze. Door bepaalde gebeurtenissen, zoals een verhuizing, verlies van een dierbare, het krijgen van een kind of ontslag, kunnen dwanggedachten erger worden.
Het kost energie
Veel mensen verbergen hun dwang en dat kost energie. Ze moeten er telkens op bedacht zijn dat ze niets laten merken en zijn steeds op hun hoede. Nooit kunnen ze iets doen zonder er over na te denken en ze kunnen niet hun hart luchten. Sommige mensen met dwang voelen zich schuldig, omdat ze niet eerlijk kunnen zijn tegen hun dierbaren. Het dragen van zulke geheimen kunnen veel energie kosten. Toch is de kans groot dat anderen door hebben dat er iets aan de hand is, want een dwangstoornis is moeilijk om verborgen te houden.
Je bent beter af als de dwang uitkomt
Sommige mensen met dwang hebben obsessies met een seksuele, godslasterlijke of agressieve inhoud. Zij schamen zich ervoor en denken dat ze slecht zijn. Dit maakt het extra moeilijk om hulp te vragen. Het kan erg pijnlijk zijn om je grote geheim aan een dokter of dierbare te vertellen. Mensen kunnen er boos of geschrokt op reageren, maar toch is het uiteindelijk beter dat ze het weten en zullen ze begrip tonen. Anders is niet mogelijk dat je wordt geholpen.
Je bent niet wat je denkt
Mensen met dwang hebben soms de vreselijkste gedachten. Ze zijn bang om iemand iets aan te doen, maar in de praktijk zullen ze dit niet gauw doen. Denken is iets anders dan doen. Iedereen heeft wel een verschrikkelijke gedachten en beelden in het hoofd. Het verschil met iemand die een dwangstoornis heeft, is dat bij een obsessie de gedachten zich aan iemand opdringen en ze zijn niet te stoppen.
De eerste stap
Wanneer je hebt besloten wat aan je dwang te doen, maak je een afspraak bij de huisarts. Daar leg je uit wat er precies aan de hand is en vraag je om professionele hulp. Vaak word je doorverwezen naar een cognitief gedragstherapeut. In sommige gevallen zal de huisarts zelf een behandeling geven. Verder kun je contact zoeken met lotgenoten en zelfhulpgroepen.
Lees verder