Dwangstoornis bij kinderen: dwangmatig denken en handelen
Bij een dwangstoornis heeft iemand last van terugkerende opdringerige gedachten waarbij soms ook dwangmatige rituelen moeten worden uitgevoerd. Dit doet het kind om een bepaalde angst te vermijden. Het wordt ook wel een compulsieve-dwangstoornis genoemd en het kan bij zowel volwassenen als kinderen voorkomen. Hoewel deze aandoening op veel punten overeenkomt bij volwassenen en kinderen, zijn er ook veel verschillen tussen hen bij een dwangstoornis. Ouders spelen hierbij een belangrijke rol.
Wat een dwangstoornis is
Bij een dwangstoornis heeft iemand last van steeds terugkerende overheersende dwangmatige gedachten waarbij er ook vaak sprake is van dwanghandelingen uitvoeren. Dit doet iemand om een bepaalde angst te vermijden. Door de dwang uit te voeren zal de angst verminderen of verdwijnen. Doordat iemand steeds vlucht in dit vermijdingsgedrag, zal de angst alleen maar toenemen, waardoor ook de dwang. Over het algemeen is een dwangstoornis goed te behandelen, maar het is wel beter om dit in een zo’n vroeg mogelijk stadium te doen.
Dwang bij kinderen
Een dwangstoornis kan op leeftijden voorkomen, dus ook bij kinderen. Op sommige punten zijn er verschillen tussen kinderen en volwassenen. Net zoals bij volwassen komt bij kinderen dwangmatig wassen, ordenen en controleren voor. Kinderen zoeken in dat geval steeds hun ouders op om geruststelling te zoeken. Vooral jonge kinderen kunnen hun gedachten en gevoelens nog niet goed uiten. Een kind ziet niet in dat het dwanggedrag niet reëel is, een volwassene ziet dit wel in. Bij een kind kan het leiden tot problemen op school.
Vermijdingsgedrag
Het kind doet er alles aan om de angst te vermijden, waardoor de dwangneigingen worden opgeroepen. Een kind kan dit gemakkelijker doen dan een volwassene. Een volwassene heeft meer verplichtingen en kan daardoor niet altijd aan de dwang toegeven. Een kind ziet het anders dan een volwassene omdat het niet inziet dat de dwang onredelijk is. Het kind denkt dat als de angst weg is, dat het probleem dan ook opgelost is. De oorzaak van dwang ligt bij kinderen iets anders dan bij volwassenen.
Angst
Ieder kind heeft wel eens angst, dat is normaal. Een kind is in de eerste paar jaar van het leven vaak bang voor harde geluiden en vreemde mensen. Op hun derde en vierde levensjaar zijn ze vaak bang dat ze gescheiden worden van hun vader en moeder. Tot het vijfde jaar zijn ze vaak bang in het donker of om alleen te zijn. Daarnaast kunnen kinderen nog angstig zijn als het om de dood of het bovennatuurlijke gaat. Het hoort nu eenmaal bij de ontwikkeling van een kind. Normaal gesproken leert het kind er mee om te gaan. Bij een dwangstoornis is de kern angst. Er is sprake van ongewone angst en het belemmert de ontwikkeling van het kind. Bij een kind dat als gevolg van angst dwangmatig gedrag vertoont, is duidelijk sprake van abnormale angst.
Diagnose
Het is bij een kind lastiger om de diagnose dwangstoornis vast te stellen dan bij een volwassene. Als een kind zich vreemd gedraagt, wordt dat vaak als normaal beschouwd. Dwanggedrag kan hierdoor soms niet opgemerkt worden. Bovendien kan een kind soms moeilijk zijn angst verwoorden. Zo zal een kind het misschien omschrijven als een stemmetje in het hoofd. Een kind ervaart het leven heel anders dan een volwassene, waardoor dwang andere gevolgen heeft. Het is belangrijk in de gaten te houden of de ontwikkeling van je kind gaat zoals bij andere kinderen en of het goed gaat op school.
Behandeling
Een dwangstoornis is bij kinderen over het algemeen goed te behandelen. Het is belangrijk om het te laten behandelen, omdat het kind er niet zelf overheen zal groeien. Een latere behandeling wordt alleen maar moeilijker. Behandeling zal meestal bestaan uit cognitieve gedragstherapie, angstbeheersing waarbij soms aanvullend wordt gekozen voor medicijnen. De cognitieve gedragstherapie bij kinderen zal iets anders verlopen dan bij volwassenen. Zo zal de nadruk niet liggen op het voeren van gesprekken, maar op speltherapie, rollenspellen, tekeningen maken en verhalen vertellen.
Medicijnen
Vanaf de leeftijd van vier jaar mag een kind medicijnen krijgen. Indien het wordt voorgeschreven, gaat het om dezelfde medicijnen die volwassenen krijgen, maar dan wel in een lagere dosering. Ouders kunnen er moeite mee hebben, maar zonder medicijnen is het kind waarschijnlijk veel slechter af. Het is in die gevallen beter om zo min mogelijk schade op te lopen in de ontwikkeling.
De rol van de ouders
Ouders spelen een belangrijke rol. Zij moeten leren hoe ze het best om kunnen gaan met de dwang van hun kind. Zij moeten een goed voorbeeld geven om met angst om te gaan en laten zien dat je angst niet uit de weg moet gaan. Als het kind iets wel goed doet, moet je het daarvoor complimenteren. Stimuleer het kind in het juiste gedrag en beloon dat. Ook ouders moeten helpen bij de oefeningen.
Lees verder