Heterochromie: verschillende oogkleuren bij een mens
Heterochromie is een aandoening waarbij iemand verschillende kleuren in één oog heeft of twee verschillende oogkleuren heeft. Twee verschillende oogkleuren komt zelden voor maar verschillende kleuren in één oog komt vaker voor. Wanneer het oog plots van kleur verandert, kan het wijzen op een onderliggende lichamelijke oorzaak. Het is daarom altijd verstandig om deze verkleuring door een oogarts te laten controleren. Is er niets aan de hand, zo veel te beter. Meer mensen lopen met verschillende kleuren in hun ogen rond zonder dat hun gezichtsscherpte eronder lijdt of dat ze er enige nadeel van onder vinden.
Wat is heterochromie?
Heterochromie is een medische term die duidt op kleurverschil in de iris van het linker- en/of rechteroog. Het kan ook gebeuren dat één iris verschillende kleuren heeft. Heterochromie komt in verschillende vormen voor namelijk:
- Heterochromie iridis: dit is een vorm waarbij een persoon twee verschillend gekleurde ogen heeft. Dit verschijnsel is heel zeldzaam en heeft een prevalentie van 1 op 250.000.
- Eenvoudige heterochromie: dit is een vorm waarbij twee verschillende kleuren van ogen te zien zijn en waarbij geen andere symptomen aanwezig zijn. Deze vorm komt niet vaak voor maar als het voorkomt, is het een erfelijke aandoening. Eén oog kleurt na verloop van tijd altijd lichter. De oorzaak ligt dan in de pigmentvorming. Hiervoor is er geen duidelijke aanleiding.
- Heterochromie iridium: dit is een vorm waarbij een persoon een kleurverschil heeft in één oog. Dit komt vaker voor.
Oorzaak
Heterochromie ontstaat altijd door een teveel of gebrek aan het organische pigment melanine. De kleur van de iris bepaalt het kleur van de ogen. De iris bepaalt de kleur van de ogen zoals wij die zien. Bruine of blauwe ogen zijn in feite bruine of blauwe irissen. Een oog met veel pigmentatie is bruin, een oog met weinig pigmentatie is blauw. De kleur van de iris is een polygene eigenschap. Dit zijn eigenschappen die alleen tot stand komen als er twee genen voor dezelfde eigenschappen samenkomen. Ze moeten allebei recessief of dominant zijn maar niet heterozygoot. Daarnaast wordt ook bepaald door het aantal type van pigmenten. Drie elementen dragen bij tot de uiteindelijke kleur:
- de hoeveelheid melanine in de pigmentepitheel
- de hoeveelheid melanine in de stroma
- de dichtheid van de onderliggende epitheliumpigment
Mensen kunnen veel fenotypische of uiterlijk waarneembare variaties hebben in de kleur van de ogen. De genetica van de oogkleur is een ingewikkelde materie waarvan het onderzoek steeds in ontwikkeling is, maar voor de kleur van de ogen spelen meerdere genen een rol. Tot op heden hebben genetici reeds vijftien verschillende genen gevonden die een rol spelen bij de overerving van de oogkleur. Het grootste deel van de kleurvariatie in het menselijk oog lijkt bepaalt te worden door de OCA2 en HERC2-genen op chromosoom 15.
Baby's worden meestal geboren met blauwe ogen
In principe hebben alle baby's donkerblauwe ogen bij de geboorte. De pigmentatie komt pas later in gang. De iris heeft twee pigmentlagen. Bij een baby bevat de achterste laag al pigment maar de voorste laag nog niet. Het aantal kleurstofcellen is bij iedereen gelijk maar de hoeveelheid kleurstof die de cellen aanmaken niet. Als de kleurstofcellen weinig melanine aanmaken blijven de ogen blauw, maken ze veel melanine aan dan worden ze bruin, daartussen worden ze groen. De kleurverandering van de ogen zou ook sneller gebeuren bij meisjes dan bij jongens. De reden hiervoor is niet éénduidig. De kleur van de iris van de ogen is erfelijk bepaald. De oogkleuren stabiliseren bij een zuigeling meestal rond de zesde maand en neemt meestal voor het derde levensjaar een definitieve kleur aan.
Erfelijke oorzaken van heterochromie
- Het Syndroom van Waardenburg: de oogarts Waardenburg ontdekte dat mensen met twee verschillend gekleurde ogen ook vaak unilateraal of bilateraal slechthorend of zelfs doof waren. Daarnaast vertoonden deze mensen andere kenmerken zoals een brede neusrug, een witte haarlok en werden ze vroegtijdig grijs. Dit gebeurde vaak bij verschillende generaties in één familie.
- Het Syndroom van Horner: dit is een neurologische syndroom dat veroorzaakt wordt door uitval van de sympatische innervatie van één oog. Het zenuwstelsel kan al beschadigd geraken na een geboortetrauma na een moeilijke bevalling.
- Genetisch mozaïsme: hierbij zijn niet alle cellen binnen één individu genetisch identiek.
- Ziekte van Bourneville-Pringle: dit is een heel zeldzame ziekte
- De irisaandoening rubeosis iridis
Niet-erfelijke oorzaken
- Vitiligo: dit is een ongevaarlijke ziekte. Het is een auto-immuunziekte waarbij pigmentcellen afgebroken worden. Meestal tast vitiligo de pigmentcellen van de huid en het haar aan maar het kan ook gebeuren dat het pigment in de ogen is aangetast. Hierdoor krijgen zij lichte vlekken in de ogen.
Soms wordt de pigmentatie door een moeilijke bevalling verstoord. Het zenuwstelsel kan beschadigd raken en dan kunnen er ook kleurverschillen optreden bijvoorbeeld:
- door een neuroblastoom
- een embryonale tumor
- geboortetrauma al dan niet geassocieerd met Syndroom van Horner
Naast kleurverschil hebben deze kinderen dan ook een verschil in pupilgrootte.
- Heterochromie van Fuchs: dit is een milde vorm van ontsteking op één oog waarbij dit oog dan lichter wordt. Deze aandoening is onlangs nog in verband gebracht met de rode hond.
- Bloedingen in het oog
- Ontsteking of beschadiging van het oog door een ongeluk
- Langdurig gebruik van oogdruppels bij glaucoom. Deze kunnen de pigmenten aanzetten waardoor het oog donkerder kleurt.
- Tumor in het hoofd, heel vaak zijn er tegelijkertijd andere klachten.
- Door te veel zonlicht kunnen er bruine vlekjes in het oog of de ogen ontstaan
Bij plotse afwijkingen in het oogkleur is het altijd beter om dit toch te laten onderzoeken door een oogarts.