Oogkleur: Ontwikkeling van kleur van ogen
Dankzij onze ogen zijn we in staat om te kijken. Het eerste wat mensen zien als ze andere mensen aankijken, zijn de ogen, meer bepaald de kleur van de ogen. Veel verschillende kleurtinten bestaan voor de ogen: zwart, donkerbruin, hazelnootbruin, lichtbruin, grijs en blauw. De oogkleur komt tot stand wanneer de iris (regenboogvlies) gepigmenteerd (gekleurd) wordt door melanocyten. Melanocyten zijn bruine tot zwarte korreltjes die het pigment vormen waaraan onder andere de ogen hun kleur ontlenen. De oogkleur is een vaak fascinerende eigenschap voor toekomstige ouders. De oogkleur van een baby hangt af van het genetisch materiaal dat elke ouder bijdraagt aan het kind. De overerving van de oogkleur is echter een complex gegeven omdat meerdere genen betrokken zijn. Diverse factoren dragen ook bij aan de ontwikkeling van de oogkleur.
Iris, het gekleurde deel van het oog
Ondanks de vele kleurvariaties van de ogen die mensen waarnemen, zijn er maar twee verschillende pigmenten in de ogen, met name bruin en rood. Het gekleurde gebied aan de voorkant van het oog heet de iris. Het is ongeveer 12 millimeter in diameter groot. In het midden bevindt zich een opening; hierin bevindt zich de pupil. De iris is gemaakt van bindweefsel en bevat een dunne spier die het toelaat om de iris te openen en sluiten in reactie op licht. De individuele
oogkleur bestaat uit verschillende hoeveelheden pigment en bindweefsel die deel uitmaken van de iris.
Pigment maakt de ogen donker
In de iris bevinden zich melanocyten, cellen die pigment aanmaken. Melanocyten zijn eveneens verantwoordelijk voor de kleur van het haar en de huid. Melanocyten zijn in staat om twee verschillende soorten pigmenten te produceren met name ‘eumelanine’ (bruin-zwart) en ‘feomelanine’ (geel-rood). Donkere ogen hebben het meeste pigment, met name bruin-zwarte eumelanine. Lichtblauwe ogen hebben daarentegen de minste hoeveelheid pigment. Een lichte oogkleur is het meest voorkomend bij mensen van Europese afkomst. Blauw pigment in de ogen bestaat bijgevolg niet. De ogen van deze menen zijn blauw door de witte collageenvezels in het bindweefsel in de iris. Deze vezels verspreiden licht en maken de iris blauw. Oogkleuren die tussen de uitersten van donkerbruin en lichtblauw vallen, hebben verschillende hoeveelheden pigmenten en oppervlakken zonder pigment. Dit leidt tot de unieke kleuren die mensen waarnemen als bijvoorbeeld groen, hazelnootbruin en grijs.
Patroon van het oog
Daarnaast speelt het fysieke patroon van de iris een grote rol, want elk oog is weer anders. Dit valt het makkelijkst te zien door bijvoorbeeld te kijken naar de pupil. Hierrond bevindt zich een gepigmenteerde ring die voor iedereen anders is. Gebieden waar de collageenvezels minder dun zijn, lijken op inzinkingen of kuiltjes en zijn gekend als Fuchs’ crypten. Ook zijn hierin witte vlekken (Wolfflin nodules, veroorzaakt door collageenvezels) of donkere vlekken (nevi, veroorzaakt door een cluster melanocyten) aanwezig. Op deze manier ontstaat een individueel oogpatroon.
Veel genen maken één oogkleur
De oogkleur wordt bepaald door variaties in de genen van een persoon. De meeste genen die met de oogkleur worden geassocieerd, zijn betrokken bij de productie, het transport of de opslag van het pigment melanine. De oogkleur is direct gerelateerd aan de hoeveelheid en kwaliteit van melanine in de voorste lagen van de iris. Mensen met bruine ogen hebben een grote hoeveelheid melanine in de iris, terwijl bij mensen met blauwe ogen veel minder van dit pigment aanwezig is.
Abnormale oogkleuren
Soms is de kleur van de ogen niet normaal, en dan vooral wanneer sprake is van de oogaandoeningen heterochromie en oculair albinisme of wanneer de patiënt bepaalde medicijnen neemt.
Heterochromie
Bij
heterochromie hebben de ogen bijvoorbeeld verschillende kleuren, of anders heeft een deel van een oog een andere kleur. Dit is het gevolg van een genetische afwijking of problemen die optreden tijdens de ontwikkeling van het oog. Soms echter komt heterochromie pas later in het leven tot uiting, bijvoorbeeld bij een letsel of ziekte.
Oculair albinisme
Oculair
albinisme is een aandoening waarbij het oog een zeer lichte kleur heeft als gevolg van weinig pigmentatie in de iris. Deze
oogziekte is het gevolg van een genetische mutatie (verandering). Vaak gaat dit gepaard met ernstige problemen met het gezichtsvermogen. Oculocutaan albinisme is een soortgelijke aandoening, alleen heeft dit eveneens betrekking op de haar- en huidskleur.
Medicijnen
Verder veroorzaken sommige
medicijnen andere oogkleuren. Bepaalde
oogdruppels voor de behandeling van glaucoom (oogziekte waarbij de oogdruk te hoog is en mogelijk schade wordt aangericht aan de oogzenuw), veroorzaken mogelijk een verduistering van lichte irissen. Daarnaast worden de
wimpers ook langer en donkerder.
Lees verder