nieuws uitgelichtDepressie: nieuwe behandelmethodes en benaderingen
Depressie. Een op de vijf mensen krijgt er in haar of zijn leven mee te maken. Jarenlang was cognitieve gedragstherapie de grote favoriet bij behandeling. Nu wordt de focus deels verlegd. Ten eerste naar het mogelijk voorkomen van depressie. Daarnaast ook naar alternatieve methoden en therapievormen. De Leidse promoverend psycholoog Kruijt gaf deze twee nieuwe trends een plek in haar onderzoek. Ten eerste onderzocht zij de mogelijkheden van ABM, een methode gericht op het veranderen van de (grijze) blik op de wereld. Ten tweede testte zij een in Leiden ontwikkelde vragenlijst die bedoeld is om te helpen depressie te voorspellen. Hier haar bevindingen, in het bredere kader van trends inzake behandeling van depressie.
Depressie is een veel voorkomende psychische aandoening. 20% van ons zal een of meerdere keren in haar of zijn leven te maken krijgen met depressie. Vanouds ligt de focus van de aandacht op het proberen depressie te genezen. Daarbij is cognitieve therapie de gedoodverfde favoriet, ondanks het feit dat cognitieve therapie wisselend succes kent. Dit komt wellicht omdat cognitieve therapie tenminste weleens gunstig afsteekt tegen andere benaderingen. Maar intussen verschuift de focus. Ten eerste is er meer aandacht voor de vraag, hoe depressie eventueel valt te voorkomen. Uit promotieonderzoek van de Leidse psychologe Anne-Wil Kruijt komen aanwijzingen voort dat depressie weleens te voorspellen valt. Ten tweede komen er ook andere methodes in beeld. Een van deze methodes is ABM.
Depressie als gevolg van kijk op het leven
In de medische wetenschap is het idee gemeengoed dat de kijk die iemand heeft op het leven, zichzelf en de wereld, verband heeft met iemands neiging een depressie te krijgen. Het is de beroemde Amerikaanse psychiater Aaron Beck die het model ontwikkelde waarop anno nu nog altijd het merendeel van benaderingen gebaseerd is: het cognitieve model. Dit model is nog niet zo lang geleden ontwikkeld: aan het eind van de zestiger jaren van de twintigste eeuw, volgde dit cognitieve model de zogenaamde eerste-generatietherapie op en wel door te focussen op cognities, dus aannames en interpretaties van de realiteit. Volgens Beck leiden stresserende en ingrijpende gebeurtenissen tot mogelijke negatieve gedachten over het individu zelf, de wereld en het leven nu en later. Zo'n gedachte is bijvoorbeeld dat men nergens voor deugt, dat het leven een kleurloze massa is gebleken en dat er geen kansen bestaan om de toekomst er beter uit te laten zien. De crux zit 'm in de vicieuze cirkel die hier kan ontstaan vanwege onze hersenmechanismes. U kent wellicht het gezegde 'dat waar je je aandacht op richt, dat groeit.' Volgens bepaalde inzichten in de wetenschap, klopt dat in grote lijnen. Vanuit negatieve gedachten en visies filteren de hersens positieve feiten en gegevens weg, zodat de kans dat het leven er beter uit gaat zien weer kleiner wordt. De ontwikkeling van een depressie wordt een realistische mogelijkheid.
Kunnen we onze aandacht verleggen?
Het is inmiddels de klassieker in de therapie: cognitieve gedragstherapie. De basis ervan is een geesteskind van eerdergenoemde Beck. De therapie is bedoeld om de genoemde vicieuze cirkel van negatieve gedachten terug te buigen naar realistische gedachten. Dit bijvoorbeeld door gedachten te cultiveren als 'Een enkele tegenslag betekent nog niet dat ik voortaan niet zal slagen.' Of: 'Als ik op mijn leven terugkijk, zijn er volop dingen de moeite waard.' Door de gedachten te veranderen, kan de focus op de wereld mee veranderen. Een recentere alternatieve invalshoek berust op de vraag, of je die negatieve focus zelf misschien kunt beïnvloeden.
ABM: Aandachts Bias Modificatie
De gekleurde manier waarop we tegen de wereld aankijken heet de aandachtsbias. Zou je deze persoonlijke 'filter' voor informatie kunnen aanpassen, dan zou je eventueel kunnen voorkomen dat een depressie ontstaat. Aandachts Bias Modificatie (ABM) is niet per se een zelfstandige therapievorm, maar wel een optie voor op de 'menukaart' bij behandeling. Zoals we vaker merken bij nieuwe therapievormen (denk aan ACT) is het een vrij eenvoudige methode. In Kruijts onderzoek kregen mensen via de computer taken opgedragen en leerden daarbij spelenderwijs de focus op positieve informatie te leggen. Het was officieel geen training, maar het effect was dat wel.
"Aandachtsbias niet consistent veranderd"
Promovenda Anne-Wil Kruijt zet vraagtekens bij Aandachts Bias Modificatie. Zij vertelt dat de experimenten uitwezen dat de aandachtsbias via ABM-training niet consistent veranderde. Als dat wel zo was, bleek de mogelijke oorzaak dat mensen "onbewust toch wisten dat ze een training hadden ondergaan." Dat is van belang omdat eerder onderzoek uitwees dat ABM met name effect heeft als proefpersonen niet wisten dat zij een training ondergingen. Kruijt concludeert dat er voor ABM op basis van haar promotieonderzoek nog geen betrouwbare methodiek tot stand te brengen is. Zo'n methodiek moet je wel hebben om ABM als therapievorm te kunnen inzetten.
Hoe effectief is cognitieve therapie?
De effecten van cognitieve therapie zijn in onderzoek wisselend, al wordt als vuistregel weleens een slaagkans van 40-50% aangehouden. Dit is geen cijfer om de vlag voor uit te hangen, maar het percentage steekt toch positief af bij bepaalde andere onderzochte therapievormen. Echter, er zijn kanttekeningen. Het blijkt dat psychologen en psychiaters bewust of onbewust een voorkeur hebben voor cognitieve therapievormen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld acceptatiegerichte vormen of kunstzinnige werkvormen. Dat zo'n bias ook onder onderzoekers kan meespelen, is denkbaar. Bovendien kijken onderzoeken vaak naar het effect op korte termijn. Zo'n onderzoek wees bijvoorbeeld uit dat bij milde tot ernstige depressie, na acht weken bij 50% van de proefpersonen medicatie was aangeslagen, bij 43% cognitieve therapie en bij 25% een placebo ofwel nepmedicijn.
Is depressie te voorspellen?
Naast dit zuinige oordeel over de nieuwe benadering ABM als mogelijk alternatief voor behandeling van depressie, deed Kruijt ook een meer hoopgevende ontdekking inzake voorkomen van depressie. Zij maakte daarbij gebruik van een nieuwe vragenlijst die in Leiden is ontwikkeld. Het bleek dat via deze vragenlijst voor een groep mensen die aan het begin van het onderzoek nog nooit een depressie hadden gehad, te voorspellen viel of er binnen de navolgende twee jaar een depressie zou optreden. Hopelijk kan dit een spoor opleveren dat kan leiden naar mogelijk voorspellen en eventueel zelfs voorkomen van depressies. Zoals geldt voor veel onderzoek, gaat het dan om toekomstmuziek. Kruijt vertrekt naar 'onderzoekerswalhalla' Oxford en gaat daar verder werken aan deze veelbelovende ontdekking.