Epileptische aanval - of toch niet? - PPEA nader verklaard

De Psychogene Pseudo-Epileptische Aanval (PPEA)
Het woord Pseudo in deze afkorting zegt het al. Pseudo betekent 'niet echt', 'nep'. Het ziet eruit als een epileptische aanval, maar is het niet. Alleen wanneer je tijdens de aanval een EEG maakt.kun je zien of er sprake is van een PPEA. Bij epilepsie vertoont het EEG namelijk specifieke afwijkingen, terwijl dit bij de PPEA niet het geval is.Toch is er wel degelijk iets aan de hand. De aanval wordt namelijk veroorzaakt door spanningen. Soms wordt het daarom ook wel een spanningsaanval genoemd. Het woord psychogeen geeft aan dat er een psychische oorzaak is. Lang opgebouwde spanning, die niet anders geuit kan worden, vindt op deze manier een uitweg naar buiten. Veel mensen met pseudo-epileptische aanvallen (PPEA) hebben moeite met het uiten van hun emoties. Soms zie je dit bij mensen die verstandelijk beperkt zijn en geen woorden kunnen geven aan wat ze voelen.
Het stellen van de diagnose PPEA
De diagnose PPEA wordt gesteld met behulp van videobeelden in combinatie met een EEG. Men wacht daarbij op een aanval of wekt hem zelf op. Wanneer het EEG er tijdens de aanval normaal uitziet, kun je er (bijna) zeker van zijn, dat je met een PPEA te maken hebt. Wat het stellen van de diagnose soms moeilijk maakt, is dat PPEA ook voorkomt bij mensen die epilepsie hebben. Soms kan een aanval van PPEA overgaan in epilepsie, waardoor het moeilijk is, het onderscheid te maken.PPEA is zeker geen 'aanstellerij', maar eerder een signaal. Mensen die het hebben, kunnen de aanvallen niet plannen. Zo'n aanval overkomt hen en is een uiting van psychische spanning. Je ziet ze vaak bij jongeren, die veel hebben meegemaakt, zoals seksueel misbruik. Ook zie je het veel in combinatie met angststoornissen en depressies. Mensen die last van PPEA hebben, vinden het bovendien moeilijk hun emoties te uiten. Wat ze voelen, houden ze binnen. Een aanval van PPEA is in die zin functioneel dat het de omgeving laat zien dat er iets niet goed is en dat het slachtoffer hulp nodig heeft.
Je ziet aanvallen van PPEA vaak in psychiatrische ziekenhuizen. Daarbij zijn twee varianten te onderscheiden:
[OLIST]De eerste groep, die in het Engels 'abreaction' genoemd wordt
een tweede groep, waar men in het Engels de naam 'swooning' aan geeft.
[/OLIST]
1. Abreaction
Dit zijn aanvallen met heftige emotionele uitingen en bewegingsonrust, waarbij geluiden worden geproduceerd en wilde schokkende bewegingen gemaakt.
2. Swooning
Deze aanvallen worden gekenmerkt door een bewustzijnsdaling, waarbij niets anders gebeurt dan dat de betrokkene het bewustzijn verliest. Soms zie je iemand glijdend onderuitzakken als een 'stervende zwaan'. Daar komt de term 'swooning' dus vandaan.
Behandeling
Wanneer 'echte' epilepsie is uitgesloten en PPEA overblijft, is het zaak de aandoening niet af te doen als 'aanstellerij', maar op zoek te gaan naar de psychische oorzaak ervan. Pas wanneer je deze behandelt, ontstaat er een kans dat de aanvallen afnemen of zelfs ophouden. Omdat PPEA geen epilepsie is, reageren de aanvallen ook niet op anti-epileptica en is dus een andere behandeling noodzakelijk. Mensen die PPEA hebben krijgen eerst een uitgebreid psychologisch onderzoek. Vaak blijkt dat ze overbelast zijn zonder het te weten. In therapie kan er dan vervolgens gewerkt worden aan de volgende zaken:- Het leren herkennen van negatieve gevoelens en die te uiten
- Leren omgaan met allerlei emoties
- Wordt iemand overvraagd: Zo ja, hoe kun je dit voorkomen?
- Stelt iemand te hoge eisen aan zichzelf?
- Heeft iemand belastende dingen meegemaakt? Zijn er weggestopte trauma's waarover niet gepraat kan worden?
- Een veilig klimaat bieden waarin de patiënt zijn gevoelens van onmacht en frustratie vrijelijk kan uiten.
- Ruimte bieden voor een stukje ontspanning - ontspanningsoefeningen aanleren.
Het is daarbij belangrijk de patiënt uit te leggen dat hij aan PPEA lijdt en waardoor het kan worden veroorzaakt. Soms moet ook de onderliggende angststoornis of depressie behandeld worden. Handig is het om een aanvalsdagboek bij te houden. Door dit een aantal dagen of weken bij te houden, kun je erachter komen op welke momenten de aanvallen optreden. Zo kan ontdekt worden wat de directie aanleiding is voor de aanvallen.
Therapie helpt vaak in de zin, dat mensen minder aanvallen krijgen, doordat ze de onderliggende oorzaak aanpakken. Toch blijven mensen met PPEA kwetsbaar, in de zin dat ze bij nieuwe spanningen, makkelijk een terugval kunnen krijgen of terugvallen op hun eerdere neiging spanningen op te kroppen en hun emoties niet te uiten, met nieuwe aanvallen tot gevolg. Ook blijven mensen met PPEA vaak gevoelig voor periodes van somberheid en depressie.