Nieuwe orale anticoagulantia (NOACs)
Coumarinederivaten, zoals warfarine en acenocoumarol, zijn de bloedverdunners van keuze voor het voorkomen en behandelen van aandoeningen waarbij zich bloedproppen kunnen vormen in de aders en/of slagaders (thrombo-embolie). Met de ontwikkeling van NOACs (nieuwe orale anticoagulantia) lijkt er in 2015 een nieuw tijdperk aangekomen te zijn voor het voorkomen en behandelen van thrombo-embolische complicaties.
Wat is een bloedverdunner?
Een bloedverdunner, of wel anticoagulantia, is een medicijn gericht tegen de bloedstolling. Grofweg gezegd duurt het dus langer voordat het bloed kan gaan stollen. Het woord bloedverdunner is dus eigenlijk dus niet correct, omdat het bloed niet wordt verdund.
Wat zijn NOACs en waarvoor worden ze gebruikt?
Anticoagulantia zoals acenocoumarol (Sintrom Mitis®) of warfarine spelen onder andere een belangrijke rol in het voorkomen van CVA's of TIA's bij patiënten met boezemfibrilleren. Ze zijn erg effectief, maar bloedtesten en zorgvuldige monitoring door de de trombosedienst is nodig om bloedingen te voorkomen. Afgelopen jaren zijn er naast de coumarinederivaten nieuwe middelen op de markt gekomen om de bloedstolling te beïnvloeden en die geen strenge controle meer nodig hebben. Dit worden de NOACs genoemd.
Vooralsnog kunnen NOACs alleen worden gebruikt bij patiënten met nonvalvulair boezemfibrilleren, wat betekent dat het boezemfibrilleren niet is veroorzaakt door klepgebreken van het hart. Verder kan ook gebruikt worden voor de behandeling van longembolieën of een trombosebeen.
Welke verschillende soorten NOACs zijn er?
Er zijn verschillende fabrikanten betrokken geweest bij de ontwikkeling van NOACs. De belangrijkste middelen in Nederland zijn rivaroxaban (Xarelto ®), dabigatran (Pradaxa ®) en apixaban (Eliquis ®). Ze worden het meest voorgeschreven voor het voorkomen van herseninfarcten bij patiënten met boezemfibrilleren.
Hoe werken ze?
NOACs remmen een deel van het complexe systeem dat betrokken is bij de vorming van bloedstolsels of bloedproppen in het lichaam. Hierdoor duurt het langer voordat een bloedprop wordt gevormd en wordt het risico op bijvoorbeeld een herseninfarct bij patiënten met boezemfibrilleren verminderd. Het belangrijkste verschil met de huidige antistolling zoals acenocoumarol is dat NOACs minder worden beïnvloed door dieet en dat controle door de trombosedienst niet meer noodzakelijk is.
Moet elke patiënt met boezemfibrilleren veranderen naar een NOAC?
Nee, uit onderzoeken is gebleken dat acenocoumarol (indien goed gecontroleerd door de trombosedienst) net zo effectief is als een NOAC ter voorkoming van herseninfarcten bij patiënten met boezemfibrilleren.
Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van een NOAC?
Dat verschilt per NOAC die op de markt is. Dabigatran kan bijvoorbeeld maag- en/of darmproblemen veroorzaken. En net als alle andere bloedverdunners is de meest gevreesde bijwerking een ernstige bloeding. Uit onderzoek is echter gebleken dat de kans op een bloeding bij een NOAC vergeleken met warfarine hetzelfde of zelfs lager is. Een nadeel is wel dat er voor een NOAC in 2015 nog geen antidotum op de markt is.
Wat gebeurd er als je een dosis vergeet in te nemen?
Voor een NOAC is het essentieel om elke dag de voorgeschreven dosering in te nemen. Dit komt omdat ze een stuk korter werken dan bijvoorbeeld acenocoumarol. Mocht je een dosis vergeten zijn is het belangrijk om met de arts of apotheker die het middel heeft voorgeschreven te overleggen wat te doen. Meestal kun je de vergeten dosis alsnog innemen.
Kosten
Het grootste obstakel is dat NOACs veel duurder zijn dan bijvoorbeeld acenocoumarol. Verder zijn het nieuwe middelen en artsen zijn nog niet zo bekend met de middelen en bijwerkingen. De komende jaren zullen de NOACs wel goedkoper worden naarmate ze meer worden voorgeschreven.
Lees verder