Minder bekende oorzaken van bloedarmoede (anemie)
Bloedarmoede is een aandoening waarbij het hemoglobinegehalte in de erytrocyten of het aantal rode bloedcellen per mm³ verlaagd is. Ook kan een combinatie van beide factoren een rol spelen bij het ontstaan van anemie. Een betrouwbare graadmeter is bloedonderzoek, waarbij in het laboratorium het hemoglobinegehalte en het aantal erytrocyten bepaald wordt. De belangrijkste vormen van anemie zijn onder te verdelen in de ijzerdeficiënte en pernicieuze bloedarmoede, respectievelijk door bijvoorbeeld bloedverlies en ijzertekort en door een gebrek aan vitamine B12. Er zijn echter anemieën waarvan de oorzaak wat minder voor de hand ligt.Inhoud
- Twee belangrijke vormen van bloedarmoede
- Hypochrome anemie
- Hyperchrome anemie
- IJzertekort (ijzerdeficiënte anemie)
- Pernicieuze anemie (leverfactor-deficiënte anemie)
- Oorzaken van bloedarmoede
- Zes minder bekende oorzaken van bloedarmoede (anemie)
- 1 Verdringingsanemie
- 2 Septische anemie
- 3 Bloedarmoede door een tekort aan vitamine C
- 4 Anemie door een tekort aan eiwitten
- 5 Vergiftigingsanemie
- 6 Aplastische anemie
Twee belangrijke vormen van bloedarmoede
De twee belangrijkste kenmerken van anemie zijn een tekort aan rode bloedlichaampjes en/of een te laag hemoglobinegehalte. Beide factoren zijn van belang voor een adequaat zuurstof- en kooldioxidetransport in het bloed. Aan de hand hiervan zijn de anemieën grofweg onder te verdelen in twee vormen.Hypochrome anemie
Bij deze vorm is er sprake van minder hemoglobine in verhouding tot het aantal erytrocyten. Dit komt erop neer dat de erytrocyten relatief arm aan rode bloedkleurstof zijn en dus kleiner dan normaal. Dit wordt ook een hypochrome (kleurarme), mycrocytaire (kleine cellen) anemie genoemd.Hyperchrome anemie
Hyperchroom wil zeggen dat te weinig rode bloedcellen relatief veel hemoglobine bevatten, waardoor er sprake is van een hyperchrome ('kleurrijk'), macrocytaire (grote cellen) anemie. Bij de normochrome, normocytaire bloedarmoede is zowel het hemoglobinegehalte als het aantal erytrocyten verlaagd, maar de verhouding tussen beide waarden gelijk gebleven. Er zijn tal van mengvormen.IJzertekort (ijzerdeficiënte anemie)
De oorzaak van een groot aantal anemieën is ijzertekort, waarbij het lichaam te weinig voorraad heeft om het hemoglobinegehalte op peil te houden. De dragers van deze voorraden noemt men ijzerdepots, zoals de lever, milt en het (rode) beenmerg. Het spreekt vanzelf dat bij bloedverlies, of als de voeding ijzerarm is, deze depots snel zijn uitgeput.Serumijzer
Het lichaam heeft meer ijzer nodig in tal van fysiologische noodgevallen, zoals na de bevalling, na een bloedingstrauma, maar ook bij sluipend bloedverlies in de darmen door een tumor, bij aambeien of maagcarcinoom. Bij een ijzerdeficiënte anemie is doorgaans het hemoglobinegehalte verlaagd, maar het aantal erytrocyten normaal gebleven. Vaak wordt bij bloedonderzoek het ijzergehalte in het serum (serumijzer) geprikt om te bepalen of de ijzerdepots zijn uitgeput.
Pernicieuze anemie (leverfactor-deficiënte anemie)
Dit heeft te maken met een tekort aan vitamine B12, zoals bij levercirrose, voedingstekorten als gevolg van bijvoorbeeld chronisch alcoholmisbruik en drugsgebruik, maar bijvoorbeeld ook na maagoperaties. Door het ontbreken van de 'instrinsic factor' in de maag kan vitamine B12 dat zich in de voeding bevindt niet worden opgenomen. Er ontstaat dan pernicieuze anemie.Lever
De lever is een vitamine B12-depot, en het lichaam heeft zeer weinig van deze stof nodig. Ter illustratie: slechts 25 mg is noodzakelijk om deze vorm van bloedarmoede gedurende het hele leven te voorkomen. Daarbij moet echter worden aangetekend dat naast vitamine B12 ook foliumzuur en tal van andere stoffen belangrijk zijn voor de aanmaak van rode bloedcellen.
Oorzaken van bloedarmoede
Na het vaststellen van bloedarmoede is het uiteraard belangrijk om de oorzaak ervan op te sporen. De oorzaken van anemie zijn grofweg onder te verdelen in:- Acuut of chronisch bloedverlies.
- Gebrekkige aanmaak van hemoglobine en erytrocyten door een tekort aan onder andere ijzer en vitaminen (B-complex).
- Aangeboren inferieure vorming van erytrocyten, zoals het geval is bij sikkelcelanemie.
- Infecties, malaria, uremie, geneesmiddelen.
- Erfelijke of verworven hemolytische anemie.