Hollenhorst-syndroom: Oogproblemen na een operatie
Een orthopedische of neurochirurgische operatie ondergaan brengt altijd een zeker risico op systemische complicaties met zich mee voor de patiënt. Minder bekend is dat er tevens ooggerelateerde complicaties mogelijk zijn door de anesthesie wanneer de patiënt op de buik ligt of zit. Op het oog van de patiënt ontstaat onbedoeld druk van de hoofdsteun doordat zijn hoofd onjuist gepositioneerd is tijdens een operatie. De ontstane oogproblemen zijn bekend als het "Hollenhorst-syndroom" of het "Choroïdoretinaal Infarct Syndroom". Blindheid aan het aangetaste oog is een mogelijk gevolg van deze complicatie. Het syndroom werd voor het eerst beschreven in 1963 door Robert W. Hollenhorst en Kearns.
Epidemiologie Hollenhorst-syndroom
Het Hollenhorst-syndroom presenteert zich voornamelijk bij patiënten tussen 50 en 80 jaar. Mannen zijn dubbel zo vaak getroffen dan vrouwen. Ook zien artsen het syndroom vaker bij patiënten met
arteriële hypertensie,
diabetes mellitus (suikerziekte), hemodialyse, hart- en vaataandoeningen en een vasculaire
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen). Informatie over de prevalentie en andere geografische kenmerken zijn niet beschikbaar in de medische literatuur. De wetenschappelijke publicaties rond dit syndroom zijn eerder beperkt en veelal reeds (sterk) verouderd.
Oorzaken aandoening
Het Hollenhorst-syndroom is een zeldzame complicatie van een orthopedische of neurochirurgische operatie waarbij de patiënt
anesthesie heeft gekregen en is gepositioneerd in een zit- of buikligging. De patiënt krijgt onbedoeld een verhoogde oogkasdruk, een minder goed werkende netvliesslagader en een slechtere collaterale arteriële doorbloeding, wat resulteert in
ischemie (tekort aan zuurstof en voedingsstoffen in bloedvat) van de oog- en oogkasstructuren. Meerdere factoren verhogen de kans op een
oogkasinfarct. Bijzonder kwetsbare patiënten zijn patiënten met een
subarachnoïdale bloeding (bloeding tussen hersenvliezen met
hoofdpijn,
stijve nek en oogproblemen), verhoogde intracraniële druk (
medische term voor verhoogde druk in de schedel), abnormale arteriële of veneuze circulatie, of een verminderde orbitale veneuze uitstroom.
Symptomen: Oogproblemen na een operatie
De oogarts diagnosticeert diverse oogproblemen zoals: een kersrode vlek in de macula,
ecchymose (verkleuring van huid door gescheurd bloedvat) van het ooglid, lichte
proptosis, netvliesoedeem (netvlieszwelling),
oftalmoplegie (dit is de
medische term voor "oogspierverlamming"), ooglidoedeem,
oogzenuwatrofie, pigmentaire
retinopathie (
netvliesaandoening), sereuze
netvliesloslating, verwijde pupillen, verzwakte retinale slagaders en een wazig hoornvlies. Veelal treden de symptomen aan één oog op (unilateraal), maar in 20% van de gevallen presenteert het syndroom zich aan beide ogen (bilateraal).
Diagnose en onderzoeken
De patiënt klaagt vaak dat hij niet meer ziet met één of beide ogen. De oogarts diagnosticeert dit via een
uitgebreid oogonderzoek met
fundoscopie. Meestal gebeurt de ontdekking van de oogproblemen binnen enkele uren tot zelfs binnen een week na de operatie. Soms vindt er echter een misdiagnose plaats, waarbij de arts het verwart met een
delirium (acute verwardheid met wijzigingen in hersenfunctie) of verwarring door de narcose, of is de patiënt juist
verward door de visusproblemen. Een vroege diagnose is van groot belang, aangezien de prognose varieert. Bij een embolische oorsprong moet de arts naar de bron zoeken (zoals bijvoorbeeld de halsslagader).
Behandeling
Diverse behandelingsmethoden zijn reeds uitgetest, gaande van onder andere retrobulbaire
steroïde injecties,
laserfotocoagulatie en
antistollingsmiddelen, maar geen enkele behandeling blijkt consequent succesvol te zijn. De oogarts volgt de patiënt het beste nauwgezet op om de mogelijke verbetering van de oogsymptomen te monitoren.
Prognose
Meestal verbeteren de oftalmoplegie en de mogelijke
gezichtsverlamming, maar het gezichtsverlies is in de meeste gevallen permanent bij het aangetaste oog. Nochtans zijn er ook patiënten gerapporteerd die een spontane remissie vertoonden.
Complicaties Hollenhorst-syndroom
Complicaties van het Hollenhorst-syndroom kunnen ernstig zijn en omvatten:
- Blindheid aan het aangetaste oog: Door de hoge druk en verminderde bloedtoevoer kunnen blijvende schade en verlies van gezichtsvermogen optreden.
- Oogspierverlamming: Dit kan leiden tot problemen met het bewegen van de ogen.
- Netvliesloslating: Verlies van het netvlies kan optreden, wat kan bijdragen aan een verdere verslechtering van het gezichtsvermogen.
- Oogzenuwatrofie: Beschadiging van de oogzenuw kan de visuele functie verminderen.
- Sereuze netvliesloslating: Ophoping van vocht onder het netvlies kan leiden tot een loslating en verdere visusproblemen.
Preventie aandoening
Wanneer veranderingen worden aangebracht aan het ontwerp van de hoofdsteun, kan het Hollenhorst-syndroom grotendeels of geheel worden voorkomen. Daarnaast is het uiteraard van belang om het hoofd goed te positioneren, zodat het oog geen aanhoudende druk tegen de hoofdsteun krijgt.