De vier verschillende vormen van dyscalculie
Dyscalculie geeft aan dat er een enorme moeite is met het leren van rekenen en het ruimtelijke inzicht. Het is niet alleen moeilijk om dit toe te passen, maar ook kleine onderdelen, zoals het goed kunnen uitspreken van getallen, vormen een probleem. Er zijn verschillende soorten dyscalculie. Er kan sprake zijn van één enkele vorm. Daarnaast is het ook mogelijk dat er een combinatie van verschillende varianten is. Dyslexie is nauw verwant met dyscalculie. Net zoals letters woorden vormen bij taal, vormen symbolen getallen. Daarom komen deze twee leerstoornissen vaak samen voor. Het is heel belangrijk om te weten dat mensen met dyscalculie niet dom zijn. Ze zijn vaak net zo intelligent als anderen.
Semantische geheugendyscalculie
Wanneer het voor iemand moeilijk is om de kennis over rekenen die eerder is aangeleerd op te roepen vanuit het langetermijngeheugen, wordt er gesproken van semantische geheugendyscalculie. Om dit duidelijker te maken is het makkelijk om hier een voorbeeld bij te hebben. Iemand die deze vorm van dyscalculie niet heeft, weet na oefenen bijvoorbeeld dat 5x3=15. Iemand met semantische geheugendyscalculie zal hier veel langer over na moeten denken en zelfs moeten terugvallen naar uitrekenen. Het kan ook zijn dat de verkeerde link gelegd wordt. Deze mensen denken bijvoorbeeld dat het antwoord 21 is, omdat dit antwoord ook in de tafel van drie voorkomt. Bij het terughalen van de rekeninformatie wordt er gebruik gemaakt van dezelfde systemen als voor het ontcijferen van woorden. Bij deze vorm komt daarom vaak ook
dyslexie voor.
Procedurele dyscalculie
Een andere vorm van dyscalculie is de procedurele variant. Hierbij ontstaan de problemen juist bij het kortetermijngeheugen. Wanneer rekenen of wiskunde complexere vraagstukken bevat, wordt dit geheugen overbelast. Hierdoor worden de uitkomsten van kleine stapjes in het rekenen vergeten of worden deze stappen overgeslagen. Deze vorm is goed te herkennen doordat deze mensen gebruik blijven maken van methoden die meer geschikt zijn voor een beginnende rekenaar. Denk bijvoorbeeld aan het tellen op de vingers om een som op te lossen. Hoe deze vorm ontstaat, wordt nog onderzocht. Wel weet men dat het iets te maken heeft met het frontale deel van de linkerhersenhelft. Als de procedurele dyscalculie vroeg wordt ontdekt, is dit erg fijn. Door goede begeleiding op de basisschool kan een groot deel van de rekenachterstand namelijk worden teruggedrongen.
Visueel-ruimtelijke dyscalculie
Kinderen met de visueel-ruimtelijke dyscalculie vinden het lastig om hoeveelheden op een goede manier te begrijpen. Ze weergeven getallen bijvoorbeeld verkeerd om (23 wordt 32) of spreken ze andersom uit. Daarmee in verband staat dat ze het moeilijk vinden om getallen in te delen in eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen etc. Vooral als ze het in een kolom moeten zetten vormt dit problemen. Als kinderen met deze vorm van dyscalculie later aan de slag gaan met wiskunde, vormen onderdelen waarbij het ruimtelijke inzicht een rol speelt, een probleem.
Getalkennisdyscalculie
Deze vorm wordt minder vaak beschreven in de literatuur, maar is daardoor niet minder belangrijk. Wanneer er sprake is van getalkennisdyscalculie, is er gebrek aan basaal inzicht in getallen. De inhoud van een bepaald getal is voor deze kinderen onduidelijk (het symbool 2, betekent bijvoorbeeld 2 voorwerpen). Hierdoor hebben ze moeite met onderdelen zoals een dictee met getallen, het weten welke hoeveelheid bij een aantal voorwerpen past en meetkunde. Ook het vergelijken of ordenen van getallen wordt hierdoor een uitdaging. Daarnaast hebben ze, net als bij de visueel-ruimtelijke dyscalculie, moeite met het indelen van een getal in eenheden, tientallen, honderdtallen etc.