Metachromatische leukodystrofie: Fysieke & mentale symptomen
Metachromatische leukodystrofie (MLD) is een zeldzame genetische aandoening waarbij de zenuwen, de spieren en andere organen zijn aangetast. Naast allerlei fysieke problemen, heeft de patiënt ook gedragsafwijkingen en andere neurocognitieve afwijkingen. Deze progressieve ziekte bestaat in drie verschillende vormen waarbij de symptomen telkens op een andere leeftijd optreden, met name de laat infantiele vorm, de juveniele vorm of de volwassen vorm. De behandeling van deze ernstige ziekte verloopt ondersteunend en symptomatisch waarbij tal van specialisten en andere zorgverleners samenwerken. De vooruitzichten zijn niet goed, maar de snelheid van de progressie is variabel en afhankelijk van de vorm van MLD.
Metachromatische leukodystrofie is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- ARSA-deficiëntie
- arylsulfatase A deficiëntie
- cerebrale sclerose, diffuus, metachromatische vorm
- cerebroside sulfatase deficiëntie ziekte
- metachromatische leuko-encefalopathie
- MLD
- sulfatide lipidose
- sulfatidosis
- ziekte van Greenfield
Epidemiologie aandoening
De late infantiele vorm van metachromatische leukodystrofie komt voor bij ongeveer 1 op de 40.000-160.000 mensen wereldwijd. De prevalentie van de juveniele vorm bedraagt 1 op 150.000. De aandoening komt vaker voor bij bepaalde populaties zoals Arabieren in Israël of Joden die leven in Israël en geëmigreerd zijn uit Zuid-Arabië. De ziekte kent voorts geen seksuele voorliefde.
Oorzaken: Ophoping van sulfatiden in zenuwstelsel
MLD ontstaat doordat het belangrijke enzym arylsulfatase A (ARSA) ontbreekt. Hierdoor hopen sulfatiden (chemische stoffen: soort vetten) zich op in het lichaam. Deze accumulatie (
medische term: ophoping) treft vooral cellen in het zenuwstelsel die myeline produceren, een stof die de zenuwen isoleert en beschermt. Door de ophoping van sulfatiden, ontstaat een progressieve vernietiging van witte stof (leukodystrofie) van het zenuwstelsel waardoor zowel aan de
hersenen als aan de nieren, de galblaas en andere organen schade optreedt. De ziekte is erfelijk en de patiënt erft het gemuteerde (gewijzigde) ARSA- of PSAP-gen over via een autosomaal recessief overervingspatroon. Hij moet met andere woorden het defecte gen van beide ouders krijgen om MLD te ontwikkelen.
Soorten
MLD is onderverdeeld in drie types.
- Late infantiele MLD
- Juveniele MLD
- Volwassen MLD
Late infantiele MLD
De symptomen van late infantiele MLD ontwikkelen zich tussen de leeftijd van één en twee jaar. Dit is tevens de meest voorkomende vorm van metachromatische leukodystrofie die bij 50 tot 60% van de patiënten met MLD te vinden is. Hierbij treden slik- en spraakproblemen,
zwakte, verlies van het gezichtsvermogen en problemen met lopen vooral op in het beginstadium van de ziekte.
Stuiptrekkingen (oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in het bewustzijn) en
dementie treden later op.
Juveniele MLD
Bij de juveniele vorm, die optreedt bij circa 20 tot 30% van de patiënten met MLD, zijn de symptomen merkbaar tussen de leeftijd van vier en twaalf jaar en zijn gedragsveranderingen en slechte schoolprestaties beginnende tekenen van de ziekte. De progressie is langzamer dan bij de late infantiele vorm, maar de andere symptomen zijn wel vergelijkbaar.
Volwassen MLD
Een laat stadium van MLD is bekend als volwassen MLD en treft 15 tot 20% van de patiënten. Zoals de naam het reeds aangeeft, ontstaan de symptomen tussen veertien- en zestienjarige leeftijd, of anders pas in het vierde of vijfde decennium.
Drugsgebruik,
alcoholmisbruik, problemen op school of op het werk en andere gedragswijzigingen zijn meestal de eerste symptomen van de volwassen vorm. Ook wanen,
hallucinaties en dementie zijn typerend bij de volwassen vorm. Patiënten met de volwassen vorm hebben een prognose van twintig tot dertig jaar nadat de diagnose gesteld is.
Mentale en fysieke symptomen
De symptomen van MLD zijn zowel fysiek als mentaal gerelateerd:
Mentaal
Fysiek
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bemerkt onder andere een abnormale houding en verminderde of geen diepe peesreflexen bij een patiënt met MLD. De oogarts voert tevens een grondig
oogonderzoek uit en bemerkt zo dat de oogzenuw afsterft (opticusatrofie) en dat de patiënt abnormale oogbewegingen maakt.
Diagnostisch onderzoek
De ziekte valt met een aantal onderzoeken te diagnosticeren:
Differentiële diagnose
Volgende aandoeningen vormen de differentiële diagnose voor MLD. De arts verwart met andere woorden de symptomenreeks van metachromatische leukodystrofie wel eens met deze aandoeningen.
Behandeling
MLD is niet te genezen, maar een ondersteunende en symptomatische behandeling is wel mogelijk zodat de patiënt een goede kwaliteit van leven behoudt. Een neuroloog, oogarts, kinderarts, orthopedist, psycholoog en/of andere zorgverleners werken hierbij samen. Een navelstrengbloedtransplantatie of
beenmergtransplantatie vertraagt de progressie van de neurocognitieve problemen bij patiënten met de late infantiele of juveniele vorm van metachromatische leukodystrofie. Fysiotherapie, logopedie en ergotherapie vormen eveneens een belangrijke steunpilaar in de behandeling van de patiënt met MLD.
Prognose MLD is slecht
De morbiditeit en mortaliteit zijn afhankelijk van de vorm van de ziekte en de start van de symptomen. Het ziekteverloop van metachromatische leukodystrofie bedraagt gemiddeld 3-20 jaar. Patiënten met deze aandoening hebben een kortere levensverwachting. Over het algemeen hebben jonge patiënten een slechtere prognose omdat de ziekte hierbij sneller progressief verloopt. Patiënten met een volwassen vorm van de ziekte ervaren een eerder chronische en verraderlijke progressie van de aandoening. MLD is een ernstige, progressieve ziekte. Uiteindelijk verliezen patiënten alle spierkracht en de geestelijke functie.