Ziekte van Krabbe: Neurodegeneratieve aandoening
De ziekte van Krabbe is een van de meest ernstige en dodelijke ziekten ter wereld. Bij deze neurodegeneratieve aandoening gaat de functie van het zenuwstelsel langzaam achteruit. Dit is het gevolg van een tekort van het enzym galactosylceramidase, waardoor myeline niet meer (voldoende) aanwezig is in de hersenen en het zenuwstelsel. Myeline is de beschermende laag rond bepaalde zenuwcellen die de snelle overdracht van zenuwimpulsen verzekert. De symptomen presenteren zich meestal in de babytijd. Af en toe ontwikkelen ook oudere kinderen of volwassenen de ziekte. Een ondersteunende en symptomatische behandeling is nodig voor deze erfelijke niet te genezen aandoening. De vooruitzichten zijn zeer variabel, maar meestal is de prognose slechter voor kinderen waarbij de ziekte op erg jonge leeftijd ontstaat. De ziekte werd voor het eerst beschreven door de Deense neuroloog Knud Haraldsen Krabbe in 1916.
Synoniemen ziekte van Krabbe
De ziekte van Krabbe (GCL, GLD) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- diffuse globoid Lichaamssclerose
- galactosylceramidase Deficiëntie Ziekte
- galactosylceramide lipidose
- galactosylcerebrosidase deficiëntie
- galactosylsphingosine lipidose
- GALC deficiëntie
- globoïd cel leukodystrofie
- psychosine lipidose
Epidemiologie neurodegeneratieve aandoening
De ziekte van Krabbe treft wereldwijd ongeveer 1 op 100.000 personen. Anno augustus 2024 blijven de cijfers stabiel, met hogere incidenties in bepaalde etnische groepen zoals mensen van Scandinavische en Druze-afkomst.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
Mutaties (wijzigingen) in het GALC-gen leiden tot de ziekte van Krabbe. Deze mutaties veroorzaken een tekort van het enzym galactosylceramidase. Hierdoor verliest de patiënt progressief myeline, een bedekkend omhulsel van veel zenuwen. Zenuwen in de
hersenen en andere delen van het lichaam werken niet goed wanneer myeline niet meer aanwezig is. Door het verlies van myeline komen allerlei symptomen van de ziekte van Krabbe tot uiting.
Overervingspatroon
De ziekte van Krabbe heeft een autosomaal recessief overervingspatroon. Om de ziekteverschijnselen tot uiting te laten komen, heeft de patiënt van elke ouder een gemuteerd gen nodig. Meestal vertonen de betrokken ouders van een patiënt met de ziekte van Krabbe geen ziektesymptomen.
Risicofactoren
Er zijn geen bekende omgevingsfactoren die bijdragen aan het risico op de ziekte van Krabbe. Het belangrijkste risicofactor is het hebben van een familiegeschiedenis van de aandoening, aangezien de ziekte genetisch wordt overgeërfd.
Symptomen van ontbreken van myeline
Baby's en erg jonge kinderen
De symptomen van de ziekte van Krabbe beginnen bij ongeveer 90-95% van de patiënten vóór de leeftijd van één jaar (de infantiele vorm). Extreme
prikkelbaarheid, een gevoeligheid voor harde geluiden, een daling in alertheid,
spierzwakte met als gevolg een verlies van controle over het hoofd, frequent
braken, voedingsproblemen, onverklaarbare huilbuien, episodes van
koorts zonder de aanwezigheid van een infectie, een stijve houding (
spasticiteit), en een vertraagde geestelijke en lichamelijke ontwikkeling zijn de eerste symptomen van de ziekte. Naarmate de ziekte vordert, verzwakken de spieren nog meer, waardoor de patiënt niet meer in staat is om te bewegen, te kauwen, te slikken en te ademen. Daarnaast verliezen de getroffen patiënten het gezichts- en gehoorvermogen en ervaren ze
epileptische aanvallen.
Oudere kinderen en volwassenen
Minder vaak ontwikkelen de symptomen zich pas in de adolescentie of volwassenheid. Hierbij vormen de visuele problemen, een verminderde handfunctie door afwijkingen aan de duim, spierzwakte, een daling van de denkfunctie en problemen bij het lopen (
ataxie) meestal de eerste symptomen. Niettemin zijn erg veel variaties mogelijk tussen de betrokken patiënten en vertoont ook niet elke patiënt met de ziekte van Krabbe dezelfde symptomen. Af en toe ervaren patiënten zelfs enkel spierzwakte en hebben ze geen andere noemenswaardige symptomen van de ziekte.
Alarmsymptomen
Bij de ziekte van Krabbe zijn ernstige prikkelbaarheid, een snelle achteruitgang van de neurologische functies, en verlies van gezichtsvermogen en gehoor alarmsymptomen. Deze signalen duiden vaak op een snelle progressie van de ziekte en vereisen onmiddellijk medisch ingrijpen.

Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Diagnose en onderzoeken
Een
bloedonderzoek is nodig waarbij de arts het aantal GALC-enzymen meet. Wanneer deze zeer laag of volledig afwezig zijn, duidt dit mogelijk op de ziekte van Krabbe. Beeldvormende onderzoeken zijn nodig om de omvang van het verlies van myeline te identificeren. Dit is mogelijk met een
MRI-scan of een
CT-scan. Daarnaast is een zenuwgeleidingsonderzoek aanbevolen, waaruit blijkt dat de zenuwgeleiding langzamer is bij patiënten met de ziekte van Krabbe. De ziekte van Krabbe is te bevestigen aan de hand van een genetisch onderzoek. Het specifieke type van de mutatie is belangrijk om het verloop van de ziekte in te schatten.
Behandeling via medicijnen en therapieën
De ziekte van Krabbe is niet te genezen. Maar medicijnen en therapieën verlichten de symptomen en verhogen de kwaliteit van leven. Zo zijn anticonvulsiva-geneesmiddelen beschikbaar om de epileptische aanvallen onder controle te krijgen. Andere
medicijnen verminderen de spasticiteit en prikkelbaarheid. Ook fysiotherapie is voorhanden voor het controleren van de spieren. Ergotherapie is nuttig om te helpen bij de activiteiten van het dagelijks leven (vooral bij oudere kinderen). Mogelijk plaatst de arts nog een maagsonde zodat het eten makkelijker verloopt. Oudere kinderen met milde symptomen of pasgeborenen zonder symptomen die wel met de ziekte zijn gediagnosticeerd, komen soms in aanmerking voor een
stamceltransplantatie. De ziekteprogressie is hierdoor minder snel, maar de patiënten vertonen nog wel steeds aanzienlijke symptomen.
Ondersteunende zorg en palliatie
Naast medicamenteuze behandeling is ondersteunende zorg cruciaal voor patiënten met de ziekte van Krabbe. Dit omvat voedingsondersteuning, ademhalingshulp en pijnbestrijding. In de latere stadia van de ziekte is palliatieve zorg essentieel om het lijden te verlichten en de kwaliteit van leven zo veel mogelijk te behouden.
Prognose van kinderen is slecht
Wanneer patiënten voor éénjarige leeftijd symptomen ontwikkelen, komen ze in de meeste gevallen voor tweejarige leeftijd te overlijden. Wanneer de symptomen pas tot uiting komen bij oudere kinderen en volwassen, zijn de vooruitzichten een beetje beter. Zij komen meestal tussen de twee en zeven jaar na de diagnose te overlijden.
Complicaties
Infecties en
ademhalingsproblemen ontwikkelen zich bij kinderen met een gevorderd stadium van de ziekte van Krabbe. In de latere stadia van de ziekte zijn kinderen gekluisterd aan het bed en bevinden ze zich uiteindelijk in een vegetatieve toestand. De meeste patiënten die de ziekte van Krabbe voor éénjarige leeftijd ontwikkelen, sterven voor de leeftijd van twee jaar als gevolg van ademhalingsproblemen of complicaties van immobiliteit en een sterk verminderde spierspanning.
Preventie van de ziekte van Krabbe
Er is momenteel geen manier om de ziekte van Krabbe te voorkomen. Genetische expertise wordt aanbevolen voor ouders met een familiegeschiedenis van de ziekte om het risico op overdracht aan toekomstige kinderen te beoordelen. Prenatale tests kunnen ook worden uitgevoerd om te bepalen of een foetus de ziekte van Krabbe heeft geërfd.
Praktische tips voor het omgaan met ziekte van Krabbe
De ziekte van Krabbe is een neurodegeneratieve aandoening die het centrale zenuwstelsel aantast. Het is belangrijk om symptomatische behandeling en ondersteuning te krijgen.
Symptomatische behandeling en pijnbeheer
Pijnbestrijding is vaak noodzakelijk, dus overleg met je arts over geschikte pijnmedicatie. Daarnaast kan fysiotherapie helpen bij het behouden van mobiliteit zolang dat mogelijk is.
Ondersteuning voor cognitieve en motorische achteruitgang
Er is geen genezing voor de ziekte van Krabbe, maar therapieën kunnen helpen om de motoriek en cognitieve functies zo lang mogelijk te behouden. Gespecialiseerde therapeuten kunnen begeleiding bieden voor communicatie en andere vaardigheden.
Familie- en emotionele ondersteuning
Gezien de impact van de ziekte, kan emotionele en psychologische ondersteuning voor zowel de patiënt als familieleden belangrijk zijn. Dit helpt om de stress te beheersen die voortkomt uit de progressieve aard van de ziekte.
Misvattingen rond de ziekte van Krabbe
De ziekte van Krabbe is een zeldzame, erfelijke aandoening die het zenuwstelsel aantast. Het is een vorm van leukodystrofie waarbij de beschermende myelineschede rond zenuwcellen progressief wordt afgebroken. Dit leidt tot ernstige neurologische problemen, vooral bij jonge kinderen. Ondanks de ernst van de aandoening bestaan er veel misvattingen over de oorzaken, symptomen en behandeling.
De ziekte van Krabbe treft alleen baby's
Hoewel de meest voorkomende vorm van de ziekte zich manifesteert in de eerste levensmaanden, kan de ziekte van Krabbe zich ook op latere leeftijd ontwikkelen. Er zijn infantiele, juveniele en volwassen vormen, die zich onderscheiden door het moment waarop de eerste symptomen optreden en de snelheid waarmee de aandoening voortschrijdt.
De ziekte wordt veroorzaakt door een infectie of omgevingsfactoren
De ziekte van Krabbe is een genetische aandoening en wordt niet veroorzaakt door een infectie of externe factor. Een defect in het GALC-gen leidt tot een tekort aan het enzym galactocerebrosidase, wat resulteert in de ophoping van schadelijke stoffen die de
hersenen en het zenuwstelsel beschadigen. Het is een autosomaal recessieve aandoening, wat betekent dat beide ouders drager moeten zijn van de mutatie om de ziekte door te geven.
Beeldvorming kan de ziekte gemakkelijk opsporen
Hoewel
beeldvormende onderzoeken zoals MRI kunnen helpen bij het detecteren van schade aan de witte stof in de hersenen, is de diagnose niet alleen op basis hiervan te stellen. Vaak zijn aanvullende genetische tests en enzymanalyses nodig om de ziekte van Krabbe definitief vast te stellen.
De ziekte tast alleen het zenuwstelsel aan
Naast ernstige neurologische achteruitgang heeft de ziekte van Krabbe invloed op verschillende lichamelijke functies. Patiënten kunnen last krijgen van spierstijfheid, problemen met
spieren, ademhalingsmoeilijkheden en voedingsproblemen. Naarmate de ziekte vordert, kunnen ook het gezichtsvermogen en gehoor verslechteren.
Beenmergtransplantatie kan de ziekte genezen
Een
bloedonderzoek kan aantonen of een patiënt in aanmerking komt voor een stamcel- of beenmergtransplantatie, die in sommige gevallen het ziekteverloop kan vertragen. Dit is echter alleen effectief als de behandeling vroeg in de ontwikkeling van de ziekte wordt gestart. Voor patiënten met vergevorderde symptomen kan een transplantatie de schade niet ongedaan maken.
Er is geen enkele ondersteuning voor patiënten
Hoewel er geen genezing is voor de ziekte van Krabbe, kunnen verschillende therapieën helpen om de levenskwaliteit te verbeteren. Pijnbestrijding, fysiotherapie en ondersteunende voedingszorg spelen een belangrijke rol. Bovendien is ondersteuning op het gebied van
mentale gezondheid essentieel voor zowel patiënten als hun families, gezien de emotionele impact van deze ziekte.