Bloedingen na de overgang, ga naar de huisarts
Als er een vaginale bloeding optreedt na de menopauze, dan is het verstandig om naar de huisarts te stappen voor onderzoek. De reden van het bloedverlies moet onderzocht worden. Vaginaal bloedverlies kan een onschuldige oorzaak hebben, maar het kan ook wijzen op poliepen aan de baarmoederhals of op baarmoederhalskanker of kanker van de baarmoeder. De huisarts zal een uitstrijkje maken en je doorsturen naar het ziekenhuis voor het maken van en inwendige echo. Soms wordt er geen oorzaak gevonden. Treedt er nogmaals een bloeding op of wordt er een afwijking gevonden, dan wordt er verder onderzoek gedaan.
Vaginale bloeding na de overgang
De overgang
De
overgang is een fase in het leven van de vrouw waarbij de menstruatie stopt en je onvruchtbaar wordt. De overgang kan tot wel tien jaar lang duren en kan gepaard gaan met lichamelijke en geestelijke klachten. De menstruatie wordt eerst onregelmatig en zal op den duur helemaal stoppen. Als de menstruatie een jaar lang is uitgebleven dan zit je definitief in de overgang. De laatste menstruatie wordt
menopauze genoemd.
Bloeding na de overgang
Bloedverlies dat een jaar na de menopauze optreedt is in principe abnormaal en moet worden onderzocht. Het slijmvlies van de vagina wordt tijdens de overgang wat dunner en droger en wordt daardoor kwetsbaarder. Na het vrijen zou wat (onschuldig) bloedverlies kunnen optreden. Er kunnen echter ook andere oorzaken voor het bloedverlies zijn, zoals
poliepen bij de baarmoedermond,
baarmoederhalskanker of
baarmoederkanker. Het is zaak dat dit redelijk snel wordt uitgezocht en zo nodig behandeld wordt.
Naar de huisarts
De huisarts wil weten om hoeveel bloedverlies het gaat en of er een duidelijk aanwijsbare reden is voor het bloedverlies (zoals een vrijpartij vlak voor de bloeding). Voor vrouwen met bloedverlies langer dan een jaar na de menopauze is een standaard protocol dat gevolgd wordt:
- Inwendig onderzoek
- Uitstrijkje
- Inwendige echo
Vrouwen die hormoonmedicijnen slikken (tamoxifen) worden direct doorgestuurd naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.
Onderzoeken nader belicht
Inwendig onderzoek en anamnese
De huisarts zal willen weten hoeveel bloedverlies er heeft plaatsgevonden en of dit vaker is gebeurd. Ook de datum van de laatste menstruatie is van belang. Er wordt een inwendig onderzoek gedaan, waarbij de baarmoedermond geïnspecteerd wordt en er wordt gekeken of er eventueel andere afwijkingen zichtbaar of voelbaar zijn.
Het uitstrijkje
Het uitstrijkje wordt gemaakt door de huisarts en dit wordt opgestuurd naar een laboratorium voor verder onderzoek. Er wordt gekeken of er sprake is van kanker. Voor dit onderzoek moet je plaatsnemen op een onderzoeksbank met opgetrokken benen. Er wordt een speculum ingebracht, waarmee de vagina geopend wordt. Met een steriel borsteltje worden wat cellen weg geschraapt van de baarmoederhals. Het weefsel wordt opgestuurd naar een laboratorium waar de cellen beoordeeld worden, de uitslag wordt uiteindelijk in een PAP-klasse uitgedrukt
Inwendige echo
Met dit onderzoek wordt het slijmvlies van de baarmoeder bekeken en wordt de dikte ervan worden gemeten. Bij dit onderzoek wordt de kop van een echo-apparaat in de vagina ingebracht, terwijl je op een onderzoeksbank of in een gynaecologische stoel ligt. De eileiders en de baarmoeder kunnen zo goed in beeld worden gebracht. Het is zaak om voor dit onderzoek de blaas te legen. Er wordt gemeten hoe dik het slijmvlies van de baarmoeder is. Een dikte van 4 mm of minder is in principe goed. Bij twijfel kan er worden besloten nog een waterecho te maken, dit wordt niet standaard bij iedereen gedaan. Een afwijking van het slijmvlies kan duiden op poliepen of op kanker van de baarmoeder of de baarmoedermond en zal verder onderzocht en wellicht behandeld moeten worden.
Waterecho
Met een waterecho kunnen eventuele afwijkingen in de baarmoeder beter zichtbaar worden gemaakt. Voor het onderzoek moet je plaatsnemen in een gynaecologische stoel met je benen in steunen. Er wordt een speculum ingebracht zodat de vagina gespreid kan worden. Na het ontsmetten van de baarmoedermond wordt een dunne steriele katheter in de baarmoeder ingebracht, waardoor steriel water in de baarmoeder kan worden ingebracht. Tegelijkertijd wordt er een inwendige echo gemaakt. Tijdens het onderzoek en na afloop kan er nog wat bloederig water uit de vagina komen, wat kan worden opgevangen door een maandverband in je onderbroek te dragen.
De uitslagen
Inwendig onderzoek
Als de huisarts bij het inwendig onderzoek direct afwijkingen constateert, dan word je doorverwezen naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.
Het uitstrijkje
Het uitstrijkje wordt door de huisarts opgestuurd naar een laboratorium, de uitslag is ongeveer vier weken later bekend bij de huisarts.
Inwendige echo, eventueel gevolgd door een waterecho
De uitslag van de echo en/of waterecho is direct bekend. Als het slijmvlies van de baarmoeder te dik is (meer dan 4 mm dik) of als er mogelijke andere afwijkingen te zien zijn, dan zal je worden doorgestuurd naar de gynaecoloog voor verder onderzoek, om baarmoederhalskanker of poliepen uit te sluiten.
De uitslag van het uitstrijkje in PAP-klassen
De uitslag van het uitstrijkje wordt aangeduid met
PAP-klassen
- PAP 0 is een niet te beoordelen uitstrijkje doordat er bijvoorbeeld bloed is bijgemengd of er sprake is van een ontsteking. Het uitstrijkje moet zes weken later worden herhaald.
- PAP 1 wil zeggen dat er geen afwijkingen in de cellen te zien zijn.
- PAP 2 wil zeggen dat er kleine afwijkingen te zien zijn in de cellen. Het uitstrijkje moet na zes maanden herhaald worden. Vaak zijn er dan geen afwijkingen meer waar te nemen. Is de afwijking nog hetzelfde dan word je naar de gynaecoloog doorverwezen voor verder onderzoek.
- PAP 3a geeft aan dat er zodanige afwijkingen te zien zijn dat doorverwijzing naar de gynaecoloog noodzakelijk is. Deze zal d.m.v. een colposcopie de baarmoederhals met een sterk vergrotende kijker beoordelen.
- PAP 3b wil zeggen dat er ernstige cel-afwijkingen te zien zijn. Er moet een colposcopie worden gedaan.
- PAP 4 wijst op een carcinoma in situ, oftewel een voorstadium van een carcinoom. De kwaadaardige cellen die zichtbaar zijn, zijn nog niet uitgezaaid en in het omliggende weefsel ingegroeid. Colposcopisch onderzoek is noodzakelijk.
- PAP 5 wil zeggen dat er kankercellen zijn aangetroffen en dit wijst op de aanwezigheid van kanker in de baarmoeder, baarmoedermond of de eileider.
De totale uitslag
Als er afwijkingen gevonden zijn zal verder onderzoek en eventuele behandeling moeten plaatsvinden.
Mogelijke oorzaken van vaginaal bloedverlies kunnen zijn:
- Poliepen. Dit zijn (meestal) goedaardige bobbeltjes die bij de baarmoederhals of in de baarmoeder aanwezig kunnen zijn. Poliepen kunnen gemakkelijk gaan bloeden en worden verwijderd om te voorkomen dat ze ooit kwaadaardig worden.
- Baarmoederhalskanker of baarmoederkanker. Bij ongeveer 1 op de 10 vrouwen wordt kanker geconstateerd. Verder onderzoek en behandeling zal noodzakelijk zijn.
Vaak wordt er geen oorzaak voor het bloedverlies gevonden. Neem weer contact op met de huisarts als er weer een keer bloedverlies optreedt of als bloedverlies na het onderzoek niet stopt. De huisarts zal samen met jou bepalen of de onderzoeken herhaald worden of dat er een verwijzing naar de gynaecoloog zal plaatsvinden.