Urineweginfecties: Wat zijn de risicofactoren?
Bij een urineweginfectie komen bacteriën in een deel van de urinewegen terecht. Deze pijnlijke ontsteking veroorzaakt een branderig gevoel bij plassen, waarbij de patiënt veel aandrang heeft maar in vergelijking weinig moet urineren. De urine stinkt en is donkerder dan normaal. Hiermee gaan koorts, koude rillingen en een algemeen ziek gevoel gepaard. Onbehandeld leidt deze pijnlijke aandoening tot ernstige complicaties die de blaas en nieren beschadigen. Sommige mensen lopen meer dan anderen risico op het ontwikkelen van een urineweginfectie. Dit geldt vooral voor vrouwen bij wie de plasbuis korter is, waardoor de bacteriën sneller in de opening van de plasbuis terechtkomen. Maar ook andere risicogroepen krijgen sneller te maken met een urineweginfectie.
Antibiotica resulteren sneller in een urineweginfectie /
Bron: Stevepb, Pixabay
Antibiotica
Antibiotica bestrijden bacteriën, maar deze
medicijnen elimineren eveneens vaak lactobacillen (beschermende bacteriën). Dit verhoogt een overgroei van de staafvormige bacterie
Escherichia coli in de vagina van een vrouw, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van een urineweginfectie.
Anticonceptie
Bepaalde soorten anticonceptiva vormen een risicofactor. Vooral vrouwen die een spiraaltje gebruiken, ontwikkelen vaker urineweginfecties. Een spiraaltje (diafragma, pessarium intra-uterinum) is een soort stift die de gynaecoloog in de
baarmoeder inbrengt om bevruchting te voorkomen. De veerrand van het spiraaltje vernietigt soms een gebied vlakbij de blaas, waardoor bacteriën sneller in de blaas terechtkomen. Zaaddodend schuim en zaaddodende gel en gecoate condooms verhogen tevens de gevoeligheid voor urineweginfecties. Meestal bevatten spermiciden (zaad dodende geneesmiddelen) nonoxynol-9, een chemische stof die geassocieerd is met een verhoogd risico op een urineweginfectie.
Diabetes
Diabetes mellitus (suikerziekte) is een aandoening waarbij het lichaam moeite heeft met het aanmaken of verwerken van insuline, hetgeen nodig is voor het regelen van de bloedsuikerspiegel. Diabetes maakt het lichaam eveneens gevoeliger voor infecties. De aandoening leidt zelfs tot sensorische problemen, waardoor sommige patiënten niet eens beseffen dat de blaas vol is en ze te lang rondlopen met een volle blaas, hetgeen een risicofactor is voor een urineweginfectie.
Katheter
Sommige patiënten ervaren urineproblemen. Wanneer ze zelf niet in staat zijn om te plassen, gebruiken ze een
katheter (speciaal buisje) dat ze in de blaas inbrengen. De urine komt vervolgens in een zak buiten het lichaam terecht. Dit gebeurt vaker bij
ziekenhuispatiënten, patiënten met neurologische problemen die geen plascontrole hebben,
verlamde patiënten en incontinente patiënten uit een verpleegtehuis.
Mannen
Aandoeningen
Prostatitis (
ontsteking van prostaat met
pijn en
plasproblemen) is ook geassocieerd met terugkerende urineweginfecties. Mannen die daarnaast een
hiv-infectie hebben of onbesneden zijn, lopen een hogere kans op het krijgen van een urineweginfectie.
Boven de vijftig jaar
Niet enkel vrouwen kampen sneller met een urineweginfectie, maar ook mannen boven de vijftig jaar vormen een potentiële risicofactor. Bij hen vergroot de prostaat (prostaathyperplasie) naarmate ze verouderen, waardoor druk komt te staan op de urethra (urinebuis). Dit leidt tot plasproblemen omdat de
prostaatvergroting de urinestroom belemmert. Vervolgens ontstaat een groei van bacteriën op de plek waar de urine zich verzamelt, waardoor een urineweginfectie tot stand komt. Het is voor oudere mannen daarom aanbevolen om steeds medisch advies in te winnen wanneer ze ’s nachts vaker moeten plassen of wanneer het urineren zelf lastiger is geworden.
Obstakels in de urinewegen
Andere risicofactoren voor urineweginfecties zijn obstakels die zich in de urinewegen bevinden, zoals de aanwezigheid van
nierstenen of een tumor.
Ouderen
De blaasspieren verzwakken met de leeftijd, waardoor het samentrekken van deze spieren niet meer zo efficiënt verloopt als voorheen. Achtergebleven urine in de blaas is dan een voedingsbodem voor bacteriën. Bij ouderen ontstaan overigens mentale veranderingen als gevolg van een urineweginfectie. Dit komt omdat het ammoniakgehalte in het lichaam verhoogt, waardoor de patiënt minder helder is en vreemde gedragingen vertoont.
Postmenopauzale vrouw
Minder gezonde bacteriën
Bij de groei van ongezonde bacteriën zoals
E. coli in de blaas, voorkomen normaal gezien de gezonde bacteriën (lactobacillen) dat deze ongezonde bacteriën leiden tot een urineweginfectie.
Oestrogeen bevordert een sterke mate de aanwezigheid van de lactobacillen. Wanneer echter na de
menopauze het oestrogeengehalte daalt, komen minder lactobacillen in de blaas terecht. De ongezonde bacteriën krijgen hierdoor de overhand waardoor postmenopauzale vrouwen sneller vatbaar zijn voor blaasproblemen zoals een urineweginfectie. Andere verouderinggerelateerde urineaandoeningen, zoals
urine-incontinentie, verhogen tot slot het risico op recidiverende (terugkerende) urineweginfecties.
Fysische veranderingen
Fysische veranderingen in de vaginawand zijn ook verantwoordelijk voor de verhoogde gevoeligheid voor urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen. Door een lager oestrogeengehalte na de menopauze, verdunt het slijmvlies van de vagina, waardoor het gemakkelijker is voor ongezonde bacteriën om zich te vermenigvuldigen. Het vaginavocht is minder zuur, wat ook een probleem vormt omdat zuur schadelijke bacteriën doodt, en ongezonde bacteriën in een alkalische omgeving gedijen.
Recente urologische behandeling
Een operatie of onderzoek aan de urinewegen met behulp van medische instrumenten verhoogt tevens het risico op het ontwikkelen van urineweginfecties.
Seksuele activiteit
Seksueel actieve vrouwen lijden meer aan urineweginfecties dan vrouwen die niet seksueel actief zijn. Bij jonge vrouwen is frequente of recente seksuele activiteit de belangrijkste risicofactor. Daarnaast verhoogt het hebben van een nieuwe seksuele partner ook het risico. Vrouwen die voor de eerste keer seks hebben of die intense en frequente seks na een periode van onthouding, lopen een gevaar op de aandoening. Ook de seksuele positie draagt mogelijk bij aan het risico. Bij mannen is anale seks een risicofactor.
Urinewegafwijkingen
Baby's die ter wereld komen met afwijkingen aan de urinewegen hebben mogelijk problemen met de urine, die het lichaam niet op een normale manier kan verlaten. Bij anderen blijft de urine achter in de urinebuis. Deze factoren leiden tot een hogere kans op het ontwikkelen van een urineweginfectie.
Zwangere dames hebben vaker een urineweginfectie /
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay
Zwangerschap
Hormonen veroorzaken bij zwangere vrouwen een verandering in de urinewegen waardoor vrouwen gevoeliger zijn voor infecties. Daarnaast groeit de uterus (baarmoeder) waardoor druk ontstaat op de blaas. Het volledig leegplassen van de blaas is daarom bemoeilijkt. De stagnerende urine die achterblijft in de blaas trekt bacteriën aan.
Zorg voor oudere volwassenen
In ziekenhuizen en verzorgingshuizen worden oudere volwassenen regelmatig behandeld met medicijnen zoals antibiotica en hebben ze vaak een katheter, wat hun risico op het ontwikkelen van urineweginfecties verhoogt. Dit kan zowel ontstaan door onjuiste kathetertechnieken als door de frequentie van gebruik.
Aangeboren afwijkingen
Kinderen met een aangeboren afwijking aan de urinewegen hebben een groter risico op urineweginfecties. Deze afwijkingen kunnen de normale doorstroom van urine verstoren, waardoor de urine in de blaas blijft en bacteriën de kans krijgen om zich te vermenigvuldigen.
Verhoogde pH-waarde
Een verhoogde pH-waarde in de urine kan ook bijdragen aan het risico op urineweginfecties. Normaal gesproken is urine licht zuur, wat een ongunstige omgeving vormt voor bacteriën. Wanneer de pH-waarde stijgt en de urine meer alkalisch wordt, kunnen bacteriën gemakkelijker overleven en zich vermenigvuldigen.
Epidemiologie
Urineweginfecties komen wereldwijd veel voor en zijn een van de meest voorkomende redenen voor een bezoek aan de huisarts. Ze treffen zowel mannen als vrouwen, maar vrouwen hebben een aanzienlijk hoger risico. Ongeveer 50-60% van de vrouwen zal ten minste één urineweginfectie in hun leven ervaren. Bij mannen komt de aandoening minder frequent voor en vaak wordt het geassocieerd met andere medische problemen zoals prostaatvergroting of urologische afwijkingen.
Oorzaken
Urineweginfecties worden voornamelijk veroorzaakt door bacteriën die de urinewegen binnendringen. De meest voorkomende veroorzaker is
Escherichia coli, een bacterie die normaal gesproken in de darmen voorkomt. Deze bacteriën kunnen de blaas binnenkomen via de urethra en zich vermenigvuldigen, wat leidt tot een infectie. Andere bacteriën zoals
Klebsiella,
Proteus, en
Enterococcus kunnen ook urineweginfecties veroorzaken, vooral bij mensen met een verzwakt immuunsysteem of andere medische aandoeningen.
Risicofactoren
Bij urineweginfecties spelen verschillende risicofactoren een rol:
- Bij vrouwen is de kortere plasbuis een belangrijke risicofactor, waardoor bacteriën gemakkelijker de blaas kunnen bereiken.
- Gebruik van bepaalde anticonceptiva, zoals een spiraaltje, kan de kans op urineweginfecties verhogen.
- Diabetes mellitus maakt het lichaam gevoeliger voor infecties en kan leiden tot sensorische problemen waardoor patiënten niet altijd het gevoel hebben van een volle blaas.
- Het gebruik van een katheter bij patiënten die niet in staat zijn om zelfstandig te plassen verhoogt het risico op infecties.
- Prostatitis bij mannen en prostaathyperplasie bij oudere mannen kunnen leiden tot plasproblemen en een verhoogd risico op urineweginfecties.
- Obstructies in de urinewegen, zoals nierstenen of tumoren, kunnen ook bijdragen aan het ontstaan van infecties.
- Ouderen hebben door verzwakte blaasspieren en een verhoogd ammoniakgehalte een verhoogd risico op infecties.
- Postmenopauzale vrouwen hebben door een verminderd aantal lactobacillen in de vagina een verhoogd risico op urineweginfecties.
- Recente urologische behandelingen of operaties verhogen ook het risico op infecties.
- Seksuele activiteit, vooral bij vrouwen, kan het risico op urineweginfecties verhogen, met name bij een nieuwe seksuele partner of frequente seksuele activiteit.
- Afwijkingen aan de urinewegen bij baby’s kunnen leiden tot een verhoogd risico op infecties.
- Zwangerschap verhoogt het risico door hormonale veranderingen en druk op de blaas.
- Andere aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, beroerte, nieraandoeningen, een verzwakt immuunsysteem, multiple sclerose, ruggenmergletsels en sikkelcelanemie verhogen ook het risico op urineweginfecties.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen bij een urineweginfectie kunnen wijzen op ernstige complicaties en omvatten:
- Hoge koorts
- Aanwezigheid van bloed in de urine (hematurie)
- Ernstige pijn in de onderbuik of rug
- Pijn bij het plassen die niet verlicht wordt door behandeling
- Verlies van eetlust en gewichtsverlies
- Veranderingen in mentale toestand, zoals verwarring of verward gedrag bij ouderen
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van een urineweginfectie wordt meestal gesteld op basis van symptomen en laboratoriumonderzoek. Onderzoeken omvatten:
- Urineonderzoek (urinecultuur) om de aanwezigheid van bacteriën en hun type te bevestigen
- Urineanalyse om tekenen van ontsteking, zoals witte bloedcellen en bacteriën, te identificeren
- Bloedonderzoek indien complicaties of een systemische infectie worden vermoed
- Beeldvorming zoals echografie of een CT-scan kan nodig zijn om structurele afwijkingen of obstructies in de urinewegen te identificeren
- Cystoscopie kan worden uitgevoerd om de binnenkant van de blaas te bekijken en eventuele afwijkingen te onderzoeken
Behandeling
De behandeling van urineweginfecties omvat meestal:
- Antibiotica om de bacteriën te bestrijden. Het type antibiotica kan worden aangepast op basis van de resultaten van de urinecultuur
- Pijnstillers en anti-inflammatoire medicijnen om symptomen zoals pijn en ontsteking te verlichten
- Voldoende hydratatie om de urinewegen te spoelen en de bacteriën uit het lichaam te verwijderen
- Voor ernstige gevallen kan ziekenhuisopname en intraveneuze antibiotica noodzakelijk zijn
- Aanpassing van medicatie of behandeling voor onderliggende aandoeningen die bijdragen aan de urineweginfectie
Prognose
De prognose voor urineweginfecties is doorgaans goed bij tijdige en juiste behandeling. De meeste infecties reageren goed op antibiotica en symptomen verdwijnen binnen enkele dagen. Bij terugkerende infecties kan het nodig zijn om verdere onderzoeken te doen en de behandeling aan te passen. Langdurige complicaties kunnen optreden bij onbehandelde infecties of bij mensen met ernstige medische aandoeningen.
Complicaties
Onbehandelde urineweginfecties kunnen leiden tot ernstige complicaties zoals:
- Nierinfecties (pyelonefritis) die kunnen leiden tot blijvende nierschade of nierfalen
- Sepsis, een ernstige, levensbedreigende reactie op een infectie die het hele lichaam kan beïnvloeden
- Chronische urineweginfecties die vaker terugkomen en moeilijk te behandelen zijn
- Blasbeschadiging of -ontsteking door langdurige infecties
- Verhoogd risico op zwangerschapscomplicaties bij zwangere vrouwen
Preventie
Preventieve maatregelen om urineweginfecties te voorkomen omvatten:
- Voldoende hydratatie en regelmatig urineren om bacteriën uit de urinewegen te verwijderen
- Goede hygiëne, met speciale aandacht voor de reiniging van de genitaliën voor en na seksueel contact
- Gebruik van een andere anticonceptiemethode indien een spiraaltje of andere risicovolle middelen worden gebruikt
- Regelmatige controle en management van onderliggende aandoeningen zoals diabetes of prostaatproblemen
- Bij terugkerende infecties kan langdurige lage dosis antibiotica overwogen worden
- Educatie over symptoomherkenning en wanneer medische hulp in te roepen
Lees verder