Wiskott-Aldrich-syndroom: Problemen met bloedstolling & huid
Het Wiskott-Aldrich-syndroom is een aangeboren aandoening waarbij voornamelijk mannelijke patiënten problemen krijgen met het immuunsysteem en het bloed. Hierdoor komen infecties en bloedingen vaker voor. De ernstige ziekte vereist vaak een agressieve behandeling zoals een beenmergtransplantatie. Andere ondersteunende behandelingen zijn ook mogelijk. Ondanks verschillende therapieën blijft de levensverwachting voor patiënten met deze erfelijke ziekte verkort. Het syndroom werd voor het eerst in de medische literatuur vermeld in 1937 door Alfred Wiskott, een Duitse kinderarts. In 1954 werd het syndroom verder in detail beschreven door Robert Aldrich, een Amerikaanse kinderarts.
Synoniemen Wiskott-Aldrich-syndroom
De volgende synoniemen zijn bekend voor het Wiskott-Aldrich-syndroom:
- eczeem-trombocytopenie-immunodeficiëntie-syndroom
- immunodeficiëntie 2
- Wiskott-syndroom
“IMD 2” is een afkorting die in de medische literatuur wordt gebruikt voor de ziekte.
Epidemiologie van de aandoening
Het Wiskott-Aldrich-syndroom treft ongeveer 1 tot 4,1 op de 100.000 levendgeborenen. Vooral mannen lijden aan de aandoening; vrouwen worden nauwelijks getroffen.
Oorzaken van de ziekte
Genetische mutatie
Het Wiskott-Aldrich-syndroom is het gevolg van een abnormaal werkend WASP-eiwit. Een genetische mutatie in het WAS-gen is verantwoordelijk voor deze gestoorde eiwitfunctie. Door de genmutatie werken de bloedplaatjes niet goed en zijn ze abnormaal klein.
Overerving
De ziekte kent een X-gebonden overervingspatroon waarbij het foute gen op het X-chromosoom ligt. Mannen hebben slechts één X-chromosoom en daarom leidt een mutatie op dit chromosoom altijd tot de ziekte.
Symptomen: Problemen met bloedstolling en immuunsysteem
Bij deze aandoening komen vooral bij jongens problemen met het bloed en het immuunsysteem voor. Meisjes lijden soms ook aan de ziekte, maar zij ervaren doorgaans mildere symptomen. De ziekte is aangeboren en de eerste tekenen van de ziekte manifesteren zich kort na de geboorte, maar soms ook enkele weken tot maanden later.
Blauwe plekken komen sneller voor bij het syndroom /
Bron: Dezidor, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Bloed
Bloedingsgerelateerde symptomen treden op omdat patiënten met deze ziekte lijden aan microthrombocytopenie. Dit is de medische term voor een afname van het aantal en de grootte van bloedplaatjes die nodig zijn bij de stolling. Veelvoorkomende bloedstoornissen bij een mannelijke baby of peuter zijn onder andere:
Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt bij het Wiskott-Aldrich-syndroom niet goed door een verlaagd aantal witte bloedcellen. Hierdoor ontstaan sneller diverse immuun- en ontstekingsziekten. In de vroege kindertijd ontwikkelt de patiënt matige tot ernstige
atopische dermatitis (atopisch
eczeem: huidziekte met jeuk). Bij deze chronische
huidziekte ontstaan rode, geïrriteerde, droge en jeukende plekken op de huid. Door het verzwakte immuunsysteem komen ook sneller terugkerende infecties (virussen, bacteriën en schimmels) voor, vooral in de oren (
otitis media: middenoorontsteking), de sinussen (
sinusitis) en de longen (pneumonie:
longontsteking).
Een bloedonderzoek is nodig bij het Wiskott-Aldrich-syndroom /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Een
huidbiopsie is vereist bij patiënten met het Wiskott-Aldrich-syndroom. Daarnaast is een
bloedonderzoek nodig omdat de weefsels histologisch niet te onderscheiden zijn van atopische
dermatitis. Hierbij bemerkt de arts het
verlaagde aantal bloedplaatjes, die tevens kleiner zijn dan normaal.
Differentiële diagnose
De symptomen van het Wiskott-Aldrich-syndroom lijken soms op het klinisch beeld van andere ziekten, zoals:
- atopisch eczeem
- Bruton agammaglobulinemie
- het Di George-syndroom
- histiocytose (Langerhans celhistiocytose)
- hypogammaglobulinemie
- idiopathische trombocytopenische purpura (ITP)
- immunodeficiëntie
- neonatale allo trombocytopenie
- trombotische trombocytopenische purpura (TTP)
- X-gebonden ernstige gecombineerde immunodeficiëntie
- X-gebonden lymfoproliferatief syndroom
De definitieve diagnose van de
aangeboren aandoening gebeurt aan de hand van genetisch onderzoek.
Behandeling via transplantatie
Agressieve behandeling
Een snelle en agressieve behandeling is nodig om de overlevingskansen te verhogen. De arts kan besluiten om de milt te verwijderen (
splenectomie), wat de hoeveelheid bloedplaatjes verhoogt. In sommige gevallen is een
beenmergtransplantatie curatief. Een succesvolle beenmergtransplantatie verhoogt in veel gevallen de overlevingskansen aanzienlijk. Onbehandeld overleven deze patiënten de kindertijd meestal niet.
Ondersteunende behandeling
Ondersteunende behandelingen zijn nodig om zowel de bloed- als de immuunstoornissen onder controle te houden.
Bloed
Bij ernstige trombocytopenie is intraveneus (via een ader) immunoglobuline vereist. Voor ernstige bloedingsstoornissen kan een
bloedtransfusie nodig zijn. Verder moeten patiënten voorzorgsmaatregelen nemen om letsels te voorkomen die tot bloedingen kunnen leiden. Kinderen met een zeer laag aantal bloedplaatjes dragen bijvoorbeeld het best een helm om een bloeding in de
hersenen te voorkomen.
Diverse medicijnen bestrijden infecties /
Bron: Stevepb, Pixabay
Immuunsysteem
Corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers), verzachtende middelen en goede huidverzorging zijn nodig bij eczeem. Sommige patiënten krijgen soms preventief
antibiotica om infecties te voorkomen, maar deze medicijnen zijn uiteraard ook inzetbaar bij een infectie zelf.
Prognose en complicaties
Bijna driekwart van de getroffen patiënten hebben een auto-immuun- of ontstekingscomplicatie, waarbij
hemolytische anemie (voortijdige afbraak van rode bloedcellen) het vaakst optreedt. Patiënten hebben ook terugkerende infecties, wat de levenskwaliteit vermindert. Het syndroom is progressief en kent een verminderde levensverwachting. Zonder behandeling komt een patiënt meestal te overlijden in het tweede of derde decennium van het leven als gevolg van infecties zoals sepsis (
bloedvergiftiging) en
meningitis (ontsteking van de hersen- en ruggenmergvliezen), bloedingen of kanker.
Leukemie en een B-cel
lymfoom zijn de belangrijkste kankersoorten die bij ongeveer 10% van de patiënten voorkomen. Dankzij verfijnde transplantatietechnieken en vroegtijdige splenectomie zijn de overlevingskansen verbeterd, waardoor veel patiënten tegenwoordig een betere levensverwachting hebben.