Diarree bij kinderen
We spreken pas van diarree als de ontlasting waterig en dun is en vaker per dag komt dan dat u gewend bent bij uw kind. Bij baby's komt diarree wat vaker voor.
Hoe ontstaat diarree
Meestal ontstaat diarree door een infectie in de darmen. Zo'n infectie wordt meestal door virussen en bacteriën veroorzaakt die via de mond het lichaam inkomen. Via de maag gaat het naar het darmstelsel en veroorzaken daar een ontsteking van de darmwand. Doordat de darmwand ontstoken is, kan het minder vocht opnemen, daardoor blijft er teveel vocht in de darmen en wordt de ontlasting dunner.
Deze infecties zijn op anderen overdraagbaar via speeksel of ontlasting. Zorg dus voor een goede hygiëne van handen, wc en keukengerei. Zorg ook dat luiers regelmatig verschoond worden
Een infectie kan ook ontstaan door bedorven voedsel of besmet water. Er zijn ook bepaalde vruchtsappen die diarree veroorzaken. Bekend hierin zijn appelsap en frisdranken. Ook de (light) frisdranken kunnen diarree veroorzaken, dit zie je vaak bij peuters.
Wat zijn de verschijnselen
De diarree gaat vaak gepaard met buikkrampen, waarbij de ontlasting er plotseling uit kan spuiten. Bij kinderen gaat diarree vaak gepaard overgeven, en soms is er ook nog koorts bij.
Kinderen die last hebben van diarree verliezen veel vocht. Helemaal als ze ook nog moeten braken en koorts hebben.
Daarom is het belangrijk dat kinderen goed blijven drinken, omdat anders de kans bestaat dat ze uitdrogen. Vooral kinderen die jonger dan twee jaar zijn, kan dit uitdrogen snel gaan.
Kans op uitdroging
Binnen 24 uur kunnen kinderen jonger dan twee jaar uitdrogen, bij kinderen die al iets ouder zijn kan het twee tot drie dagen duren voor ze uitgedroogd raken.
Het uitdrogingsgevaar is voornamelijk bij:
- als de diarree waterdun is en meerdere malen per dag komt
- het kind diarree heeft en meer dan 39 gradem koorts heeft
- als het kind diarree heeft en ook nog braken moet en slecht drinkt.
Tekenen van uitdroging
Bij de volgende verschijnselen moet u rekening houden dat het kind aan het uitdrogen is.
- Als het kind niet of weinig plast en de urine er donker uit ziet.
- Als het kind veel dorst heeft.
- Als het kind lusteloos of suf is
- Als het kind een droge mond heeft, of diepliggende ogen heeft.
- Als een huidplooitje blijft staan. Deze kunt u tussen twee vingers optillen en loslaten
- Als het kind huilt zonder tranen
Zolang kinderen ondanks de diarree goed drinken en regelmatig plast of natte luiers heeft is de kans op uitdrogen nog niet zo groot. Hetzelfde geld als het kind nog kwijlt of met dikke tranen huilt of nog lekker aan het spelen is.
Adviezen
Adviezen om uitdroging te voorkomen
- zorg dat het kind veel drinkt, soms moet er een beetje gedwongen worden. Op deze manier wordt het vochtverlies weer aangevuld.
- Normale borst of flesvoeding gewoon voortzetten
- Geeft elke keer nadat het kind diarree heeft gehad iets te drinken dat hij/zij lekker vindt, het zal dan meer drinken als iets dat hij/zij niet lekker vind.
- Ook bij braken elke keer een paar slokjes drinken aanbieden. Ook als het na een paar slokjes toch weer braken moet, blijft er een deel van het gedronken slokje binnen. Vocht wordt namelijk snel opgenomen door het lichaam.
- Eventueel tussendoor een waterijsje geven, dit is ook vocht.
- Meestal hebben kinderen minder eetlust wanneer ze last hebben van diarree, dit is niet erg.
- Heeft het kind wel eetlust, geeft het dan wat meerdere kleine porties per dag ipv drie grotere maaltijden.
Medicijnen
Om het uitsdrogen tegen te gaan is er een speciaal drankje op de markt gebracht, ORS. ORS is de afkorting van 'oral rehydration salts. In dit drankje zitten suikers en zouten die in het lichaam het vocht vasthouden. ORS is zonder recept bij de apotheek verkrijgbaar.
Het is niet verstandig om bij kinderen andere middelen te gebruiken die de diarree remmen.Deze middelen hebben soms ernstige bijwerkingen.
Meestal is de diarree na een paar dagen weer over. Als u twijfelt over de mate waarin uw kind ziek is, tekenen van uitdroging heeft, de diarree te lang aanhoudt of als u zich zorgen maakt over de situatie moet u altijd contact opnemen met uw huisarts.