Last van hartfalen: klachten, oorzaken en behandelingen
Hartfalen is een vervelende aandoening waarbij de pompfunctie van het hart verminderd is. We kennen twee soorten hartfalen, namelijk systolisch hartfalen en diastolisch hartfalen.
Wat betekent hartfalen
Het hart pompt normaal gesproken precies zoveel bloed rond als het lichaam nodig heeft. Maar bij hartfalen lukt het hart dit niet voldoende. Hierdoor wordt er te weinig bloed uitgepompt of er hoopt zich juist bloed op voor het hart. Er zijn twee vormen van hartfalen die vaak ook tegelijkertijd voorkomen, namelijk:
- systolisch hartfalen (systole = als het hart samentrekt)
- diastolisch hartfalen (diastole = als het hart ontspant)
Systolisch hartfalen
Bij systolisch hartfalen is er dus een probleem wanneer het hart samentrekt. Dit is de meest voorkomende vorm van hartfalen, hierbij wordt er te weinig bloed uit het hart gepompt.
Diastolisch hartfalen
Bij diastolisch hartfalen vult het hart zich niet goed met bloed doordat de hartspier niet voldoende ontspant in de rustfase. Hierdoor kan er dus ook minder bloed weggepompt worden.
Bij beide vormen wordt er dus te weinig bloed naar de organen gepompt.
Klachten
Er zijn vier categorieën gemaakt om de ernst van het hartfalen in onder te verdelen:
- categorie 1: Er zijn geen klachten
- categorie 2: Er zijn klachten tijdens forse inspanning
- categorie 3: Er zijn klachten bij een matige inspanning
- categorie 4: Er zijn klachten in rust of bij weinig inspanning
Dit zijn mogelijke klachten:
- vermoeidheid
- koude handen en voeten
- benauwdheid met name bij inspanning
- prikkelhoest voornamelijk als men plat ligt
- vergeetachtigheid en verminderd concentratievermogen
- opgezette enkels en benen
- onrustig slapen en s'nachts vaak plassen
- verminderde eetlust terwijl men wel aankomt
- opgeblazen gevoel en obstipatie
Mogelijke oorzaken
Er zijn meerdere mogelijke oorzaken, dit kan bij iedere patiënt anders zijn. Oorzaken kunnen o.a zijn:
- hartritmestoornis: door het onregelmatig,te snel of juist te langzaam kloppen van het hart kan de pompfunctie afnemen.
- hoge bloeddruk: bij een hoge bloeddruk moet ook de hartspier tegen een hogere druk pompen, hierdoor kan deze stijver en dus minder soepel worden waardoor de werking vermindert.
- hartinfarct: het is mogelijk dat iemand na een hartinfarct last heeft van hartfalen. Dit komt doordat tijdens een hartinfarct een deel van de hartspier sterft en hierdoor kan afhankelijk van de ernst van het infarct de pompfunctie verminderen.
- hartklepaandoening: als de hartkleppen niet goed werken kan het hart overbelast raken.
- hartspierziekte: bij een hartspierziekte neemt de pompkracht af doordat de cellen van de hartspier zijn vervangen door vet-of bindweefsel of doordat de cellen veranderen van bouw.
Behandeling
De oorzaak kan niet altijd worden weggenomen en veelal bestaat de behandeling uit het verminderen van de klachten. Mogelijke behandelingen zijn:
- medicijnen: plastabletten voor het afvoeren van teveel vocht (diuretica), hoge bloeddruk medicatie (betablokkers) en medicatie die direct inwerken op de pompkracht en bloeddruk.
- ICD: dit is een klein apparaatje die een elektrische schok afgeeft bij een ernstige hartritmestoornis van de kamers, hierdoor kan het hart weer een normaal ritme volgen.
- Biventriculaire pacemaker: Als beide kamers niet tegelijk samentrekken kan er een biventriculaire pacemaker geplaatst worden die beide kamers zal aansturen. Gebeurt alleen bij patiënten in categorie 3 of 4.
- Ingrepen aan de kransslagaders of kleppen: indien nodig
- Harttransplantatie: Wanneer iemand aan zeer strenge criteria voldoet is een harttransplantatie soms mogelijk/nodig.
Naast bovenstaande behandelingen kan het volgende gedaan worden, dit is per persoon verschillend.
Voor sommige mensen is het volgen van een zoutarm dieet goed aangezien zout vocht vasthoudt, ook een vochtarm dieet behoort tot de mogelijkheden (via hartfalenverpleegkundige en/of diëtist).
Het is belangrijk dagelijks op een vast tijdstip uzelf te wegen. Wanneer u binnen enkele dagen meer dan 2 kilo aankomt kan het zijn dat u vocht vasthoud, raadpleeg dan uw arts.
Tot slot is het belangrijk dat u uw medicijnen goed gebruikt en wanneer u vragen of problemen heeft neem dan contact op met uw arts of hartfalenverpleegkundige.