Handicap of invalide
Een handicap of invaliditeit komt in verschillende vormen voor. Een handicap is aangeboren of een gevolg van een ziekte of een ongeval. Een handicap is blijvend en niet meer te verhelpen. Er zijn lichamelijke en geestelijke handicaps te onderscheiden.
Invalide
Men spreekt over een invalide, wanneer deze persoon een handicap heeft. Dit kan lichamelijk zijn, maar ook geestelijk. Invalide wordt als benaming nog maar weinig gebruikt, tegenwoordig gebruikt men toch meer het woord handicap.
Lichamelijke handicap
Functiestoornissen in een of meerdere delen van het lichaam. Een lichamelijke handicap kan aangeboren zijn, maar ook later ontstaan door een ziekte of een ongeval. Soms is een handicap erfelijk bepaald, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Een handicap beperkt de patiënt in zijn dagelijkse doen en laten. In welke mate dit is, hangt sterk af van de soort handicap. Meestal is er met medische hulp wel voor te zorgen dat de patiënt nog redelijk kan functioneren in het leven, maar soms is dit bijna onmogelijk. Er worden vijf lichamelijke handicappen onderscheiden.
Motorische handicap
Alles wat te maken heeft met de beweging: benen, armen, voeten, handen. Maar ook dwarslaesie en reuma komen erin voor, omdat dit ook de beweging beperkt. Een motorische handicap beperkt dus de mobiliteit van de patiënt. Deze kan aangeboren zijn of later ontstaan zijn. Reuma komt vrij veel voor onder ouderen mensen en word niet als een handicap beschouwd, maar is het in feite wel. Door de reuma wordt men namelijk beperkt in de bewegingen. Bij een dwarslaesie is beweging soms helemaal niet meer mogelijk. Een klompvoet bij de geboorte valt ook onder de motorische handicap. Iemand die met maar drie vingers is geboren, heeft ook een motorische handicap; men kan immers met deze hand moeilijker dingen vastgrijpen. Voor de meeste handicaps zijn hulpmiddelen of kunstledematen.
Orgaanhandicap
Alle afwijkingen aan organen zoals hart, longen, lever etc. Een spastische darm is een voorbeeld van een orgaanhandicap, omdat deze vaak chronisch is. Een aangeboren hartafwijking valt ook onder een orgaanhandicap. In feite is een orgaanhandicap een beperking van het functioneren van een orgaan, en dit valt niet meer te verhelpen. Zou het namelijk wel te verhelpen zijn, dan spreekt men niet langer meer over een handicap. Met behulp van operaties kunnen bepaalde functies van het betreffende orgaan wel verbeterd worden of via kunstmatige onderdelen vervangen worden. Met medicijnen zijn klachten vaak te verlichten of te onderdrukken.
Zintuiglijke handicap
De zintuigen met een beperking: oren, ogen, neus, mond, alles op het gebied van zien, horen en praten. Blindheid is een zintuiglijke handicap en kan aangeboren zijn. Maar blindheid kan ook op latere leeftijd ontstaan, bij voorbeeld als gevolg van een ziekte zoals suikerziekte. Doofheid en stomheid gaan soms met elkaar gepaard, dit ziet men vooral bij mensen die doof geboren zijn en nooit hebben kunnen leren praten. Dit heeft dan doofstom. Mensen die doofstom zijn communiceren vaak door middel van gebarentaal. Iemand die op latere leeftijd doof is geworden, heeft wel de taal geleerd en heeft geen last van het niet kunnen praten. Wel ziet men vaak dat deze mensen harder of zachter gaan praten omdat het eigen stemgeluid niet meer hoorbaar is. Voor mensen die langzaam doof worden als gevolg van een ziekte of ouderdom, zijn gehoorapparaten vaak een uitkomst. Soms kan een blinde weer zien, bijvoorbeeld in het geval van een Britse vrouw die haar eigen tand in haar oog geïmplanteerd kreeg met daarin een lens, en na negen jaar blindheid weer kon zien. Een andere vrouw kon haar 43 jaar blindheid weer zien nadat ze haar hoofd had gestoten. Voor blinde mensen is er het brailleschrift, dat ze met hun vingertoppen aftasten en waarmee ze kunnen lezen. Ook zijn er diverse apparaten die met spraak werken. Een blindengeleidehond maakt het even op straat een stuk aangenamer voor de blinde. Iemand die geen reukvermogen heeft, heeft ook geen smaak. Dit komt onder andere voor bij het syndroom van Kallmann, dat aangeboren is. Ook het jarenlang inademen van bijvoorbeeld verfdampen kan het reukvermogen aantasten. Wanneer iemand tijdelijk niet kan ruiken of proeven als gevolg van een verkoudheid, spreekt men niet van een handicap. Bij taalproblemen kan logopedie helpen.
Dubbele handicap
Twee of meer lichamelijke handicaps. Dit kan gaan om een handicap uit een van de drie bovenstaande groepen, zoals een orgaan handicap gecombineerd met een zintuiglijke handicap, maar het kan ook in dezelfde groep voorkomen. Zoals het eerder genoemde voorbeeld van doofstom: dit zijn twee zintuiglijke handicaps tegelijk. Bij ouderdom komt doofblindheid ook vaak voor. Vaak wordt een dubbele handicap bij ouderen niet snel herkend. Soms komen ook meerdere lichamelijke handicaps tegelijk voor, zoals doof geboren, door een ziekte blind geworden en door een hersenbloeding niet meer kunnen spreken en beperkt in de bewegingen. Soms zegt men dan dat dit een meervoudige handicap is, maar die opvatting is onjuist.
Meervoudige handicap
Een meervoudige handicap is zowel een lichamelijke als een geestelijke handicap. Dus niet meerdere lichamelijke handicaps, zoals wel eens gedacht word. Een bekend voorbeeld van een meervoudige handicap is zoals die bij de aangeboren ziekte van down, waarbij zowel een geestelijke als een lichamelijke handicap is. Ook kan een meervoudige handicap ontstaan als gevolg van een ziekte of een ongeval. In geval van een hersenbloeding kan de hersenfunctie zodanig uitvallen dat er zowel geestelijk als lichamelijk schade is ontstaan. Er zijn vaak goede verzorgingshuizen en instellingen waar mensen met een meervoudige handicap dagopvang kunnen krijgen of kunnen wonen. Vaak is aangepast werk ook mogelijk. Iedere gemeente heeft wel bepaalde voorzieningen hierin.
Geestelijke handicap
Een beperking in het verstandelijk vermogen heet een geestelijke handicap. Er zijn vier niveaus te onderscheiden: licht, matig, ernstig en zeer ernstig. Een geestelijke handicap kan aangeboren zijn, doordat er tijdens de ontwikkeling van de foetus iets mis gaat. Ook kan dit later het gevolg zijn van een ziekte of een ongeval. Een geestelijke handicap wordt ook wel een verstandelijke beperking of handicap genoemd. Dit is dus beiden hetzelfde. Een geestelijke handicap kenmerkt zich doordat de patiënt niet normaal kan functioneren zoals er van iemand van zijn leeftijd verwacht mag worden, en dat deze achterstand ook niet meer in te halen is middels hulp.
Voor mensen met een handicap is er vaak aangepast onderwijs te vinden. In geval van een ernstige geestelijke handicap zijn dagopvang of een woongroep vaak een oplossing. Hulp die wordt geboden bij een geestelijke handicap is erop gericht om de patiënt zoveel mogelijk zelfstandig te laten functioneren. In geval van de vier niveaus waarin een geestelijke handicap wordt ingedeeld, gaat men uit van het gemiddeld IQ van de mens. Deze ligt op 100. Bij een lichte geestelijke handicap is het IQ tussen de 50 en 70. De grootste groep patiënten valt in deze categorie. Bij een matige geestelijke handicap ligt het IQ tussen de 35 en 50. Bij een ernstige geestelijke handicap ligt het IQ tussen de 20 en 35 en is er vaak ook sprake van een zwakke motorische handicap. Een zeer ernstige geestelijke handicap komt heel weinig voor, deze patiënten hebben een IQ van minder dan 20. Overigens moet gezegd worden dat de ondergrens van het gemiddelde IQ op 85 ligt. Tussen de 70 en 85 wordt er van zwakbegaafd gesproken.